Gedeeltelijke vervanging van een stalen afvoerleidingdoor constructies van gewapend betondeor Ir. W. J. GroothoffOp de Staatsmijn Hendrik werdreeds jarenlang de steenslik uit dewasserij door een stalen leiding af-gevoerd naar een verlaten bruin-koolgroeve, waarin de slik bezonken het water vrij schoon afvloeide.Daar de wasserij een hoog gebouwis, waar bovenin de steenslik uithet wasproces te voorschijn komt enhet gehele mijnemplacement hooggelegen is ten opzichte van debruinkoolvijver, was er meer danvoldoende verval aanwezig, hetwelkechter niet gelijkmatig over de ge-hele afstand was verdeeld.Op veel plaatsen was de leidingsterk aan slijtage onderhevig, watherhaaldelijk reparaties noodzake-lijk maakte. Dit gaf telkens ongerief,omdat de leiding practisch steeds ingebruik moet blijven.Gedeeltelijk werden deze bezwarenondervangen door het aanbrengenvan een voering van gesmoltenbasalt.Na de oorlog kon vernieuwing vanenkele gedeelten (in de wasserij enaan het andere einde bij de vijver)niet langer worden uitgesteld. Daarbovendien de uitmonding moestworden verlegd naar een anderebruinkoolgroeve, die inmiddels ver-laten was, werd in 1946 besloten devorengenoemde gedeelten in gewa-pend beton uit te voeren.DE AFVOERLEIDINGDe laatste 100 m aan de zijde vande vijver werden uitgevoerd als U-vormige goot in een aarden dam ende daarop aansluitende 285 m alsaquaduct, waarvan foto 1 een over-zicht geeft en foto 2 het einde.Deze aquaduct bestaat uit 14 gedeel-ten van 20 m lengte, gescheiden doorexpansiestukken. Ieder vak van 20 mbestaat uit een U-vormige gootop 2 kolommen van I-vormig profiel.De afstand tussen de kolommen van??n vak bedraagt 11,80 m, zodat degoot aan weerszijden 4,10 m uit-kraagt; zij is inwendig 50 cm breeden 80 cm hoog en heeft afschuinin-gen in de hoeken tussen bodem enwanden, welke alle 10 cm dik zijnen dubbel bewapend met ? 8-20.De hoofdwapening in langsrichtingbestaat in het midden van het velduit totaal 4?16 + 2?12 en boven desteunpunten uit 2?12 + 1?10 + 1?16in iedere wand.De I-vormige kolommen (foto 1)hebben een lijfhoogte van 70 cm eneen flensbreedte van 35 cm. Lijf enfoto 1. overzicht van het betonnenaquaduct; een U-vormige goot op1-vormige kolommenfoto 2. einde van de goot bij de bruin-koolgroevefoto 3. aansluiting van het betonnenaquaduct aan bestaande stalen leiding:op de achtergrond de mijn Hendrik88foto 4. aansluiting van het betonnen aquaduct aande bestaande leiding, gezien van de andere zijdefig. 5. situatie van de wasserij met daar-in vernieuwde leiding (schaal 1 : 2000)fig, 6. op blz. 90-91fig. 7a-f. doorsneden (zie fig. 6) vande betonleiding8990fig. 6. overzicht van de vernieuwingen in gewapend beton van de slikleiding in de wasserij.fig. 7 g. doorsnede G-G (zie fig. 6)over de leiding boven in de wasserijflenzen zijn elk 10 cm dik en dubbelbewapend met beugels ?8-15.De hoogte van de kolommen vari-eert van 6,02 m tot 3,84 m, de hoofd-wapening van 12?16 (??n in iederehoek en twee in het midden van elkeflens) tot 8?12 (??n in iedere hoek).Behalve op water- en winddruk(volgens N 787) zijn de constructiesnog berekend op een horizontale,in langsrichting werkende kracht,welke zou kunnen ontstaan, als erin de goot een verstopping zou op-treden.De kolommen werden liggende opmaaiveldhoogte vervaardigd endaarna opgetrokken. De onderzijdewerd gesteld op een vooraf gestortefundatieplaat van 25 cm dikte, waarhet nodige lasstaal was uitgestoken,waarna hieromheen een blok werdgestort van 1,00 m hoogte.De grondslag bestond uit zand,waarop 2,5 kg/cm2werd toegelaten.Als overgang van de ongeveer9,00 m boven maaiveld gelegen stalenleiding op de bij het begin ongeveer6,00 m hoge aquaduct werd de over-kraging van het eerste kanaalge-deelte onder een hoek van 48? ge-plaatst. Bovendien moest het boven-einde hiervan een boogvorm ver-krijgen om aan te sluiten aan debestaande leiding. Het boven- enondereinde van deze hellende stort-goot is afgedicht ten einde over-spatten te voorkomen. Dit is opfoto 3 te zien, evenals nog een ge-deelte van de trap, die ter inspectielangs deze stortgoot is aangebracht.Foto 4 laat de aansluiting aan destalen leiding nog eens van de an-dere kant zien. Deze leiding werdin het boveneinde van de goot in-gebetonneerd en eerst toen de ge-hele aquaduct gereed was, werd hetgedeelte pijp in de goot weggebrand.Het linker gedeelte van de leiding(zie foto 4) is dus buiten gebruik;het is de bedoeling dit gedeelte lei-ding af te breken.Alle betonnen goten zijn aan debinnenzijde bekleed met grestegels.De expansiestukken om de 20 mmoeten in staat zijn zowel vertikaleals horizontale verplaatsing in ver-schillende richtingen mogelijk temaken. Zij bestaan uit stukkentransportband, ingeklemd tussenstalen randen. Tot nu toe hebben zijgoed voldaan.91foto 8. betonnen slikleiding in de wasserij ter hoogte van23 m+vertikaal gedeelte langs bestaande kolom, overgaandein een open goot, afgedekt met losse betonplatenfig. 9. nieuwe betonbalken voor de betonnen slikleiding inde wasserijIN DE WASSERIJFig. 5 geeft de situatie van de was-serij en fig. 6 een overzicht van devernieuwingen hierin. Het betrefthier een geheel nieuwe leiding,waarvan de flauw hellende gedeel-ten als open goten zijn opgelost (fig.6 en 7: A-A, B-B en F-F), terwijlde vertikale gedeelten (D-D en G-G)en overgangsbochten (C-C en E-Een foto 8 ter hoogte van 23 m + infig. 6) uit ingebetonneerde stalenpijpen bestaan. Het zijn juist delaatstgenoemde gedeelten, die hetmeest aan slijtage onderhevig zijn.De stalen pijpen zijn dan ook meerbedoeld als binnenbekisting dan welals blijvende slijtvaste voering. Fig. 9geeft details van de nieuwe balken1, 2 en 3 uit fig. 6. Bovenaan (ziefig. 6, doorsnede H-H) eindigt denieuwe leiding in een betonnenontvangbak, waarop een bestaandestalen venturi-goot is aangesloten,die op het andere einde aan eencycloon aansluit, welke met de daar-voor benodigde draagconstructieeveneens van gewapend beton isgemaakt. Foto 10 toont de cycloonen fig. 11 geeft een doorsnede hier-van.Dit is eigenlijk een voorbeeld vanapparatenbouw in gewapend beton,waarop wellicht in een volgend ar-tikel zal worden teruggekomen.Cycloon en goten zijn aan de bin-nenzijde bekleed met staalbeton.Aan de buitenzijde van de wasserijmondt de nieuwe leiding uit in de-zelfde bak, waarin ook de oudestalen leiding uitmondde (zie fig.12) en waarop aansluit de stalenleiding, die over het emplacementnaar de slikvijver voert en tot aande nieuwe aquaduct intact is geble-ven. Fig. 12 geeft tevens een beeldvan de verbouwing.Deze in staal uitgevoerde bak be-vond zich ook in staat van verval,doch moest steeds in bedrijf blijven.De hele bak is daarom in een be-tonnen bak ingebetonneerd.Teneinde een en ander behoorlijktoegankelijk te maken is rondomdit overgangspunt een uitbouwtjetegen de gevel ,,geplakt" (zie foto13).Het geheel hangt onder de dakplaataan een tweetal consoles, welkein de bestaande constructies van dewasserij haar tegenwicht vinden.De beide uit aesthetische overwegin-gen onderaan de wanden gemaakte,,consoles" hebben geen construc-tieve betekenis.Het werk werd uitgevoerd door deN.V. Betonbouw ,,Dura" te Heerlen.foto 10. betonnen cycloon met ondersteuningsconstructie enaansluitende leidingen.fig. 12. uitmonding van de steenslikgoot in de betonnen baken uitbouw aan de gevel van de wasserij.fig. 11. doorsnede van de betonnen cycloonfoto 13. uitbouw aan de gevel van de wasserij metaansluiting aan de stalen slikleiding
Reacties