Dyckerhoff ?maakt er meer van.
Dyckerhoff,
Verkoopkantoor Nederland/Belgie
nl@dyckerhoff.com
www.dyckerhoff.nl
Waalbrug Ewijk (A 50)
Dyckerhoff Basal levert hoge sterkte beton C 90/105;
Dyckerhoff levert speciale cement VARIODUR 30
Fotos: Bart van Hoek
DyB Anz_Waalbrug Ewijk_225x297_lay.indd 1 15.03.17 10:33
8 2018
vakblad over betonconstructies
8 2018
vakblad over betonconstructies
70 jaar
TEKTONIEK.NL
Kennis zit in mensen. Binnen het Tektoniek-netwerk
beschikken we over de kennis voor de beste architectuur
in beton. Daarbij gaat het altijd om de relatie tussen vorm -
geving, constructie en maakbaarheid. Met expertise op
het gebied van schoonbeton, constructieve optimalisaties,
productontwikkelingen en materiaalontwikkelingen.
Op de netwerkpagina van www.tektoniek.nl zijn de
juiste mensen te vinden. Misschien hoort u er ook bij?
Dat kan, het kennisnetwerk is groeiende.
TEKTONIEK
hoe maak ik de beste architectuur in beton?
Drents Museum Assen - designed by Erick van Egeraat - foto: J. Collingr\
idge
advertentie Tektoniek Cement 12016.indd 1 03-02-16 09:34
Bestel het boek voor ? 19,95
Verzamelde columns over de bouwwereld
www.verbeeldingenwerkelijkheid.nl
werkelijkheid
Rob Nijsse bespreek\lt in zijn boek act\luele
k\festies in de bou\f\l. Op een directe en\l
ko\bische \banier daa\lgt hij je uit o\b op\l
een andere \banier n\laar vaak herkenbar\le
situaties te kijke\ln. In korte verhale\ln spreekt
hij zijn be\fonderin\lg uit over een aan\ltal
prachtige, eeu\fenou\lde bou\f\ferken, \baar \l
ook zijn verbazing\l en so\bs zelfs erge\lrnis
over hoe het er in\l de bou\f nu vaak aa\ln toe
gaat.
Verbeelding
Verbeelding
Verbeelding
Partners1
Meer informatie over deze bedrijven en over het
partnerschap staat op www.cementonline.nl/partners.
partners
8 2018
Ce ntraal overleg Bouwconstruc ties
fb Studievereniging b -N ederland
Cement wordt mede mogelijk gemaakt door onze partners
Cement is een platform van én voor constructeurs. Het platform legt
kennis vast over construeren met beton, en verspreidt deze onder
vakgenoten. Om het belang hiervan te onderstrepen kan een bedrijf
partner worden. Een partner geniet een aantal voordelen, zoals een flinke korting op het
lidmaatschap, gratis vacatures plaatsen en meepraten over de inhoud van het
platform. Heb je ook interesse om partner te worden, neem dan contact op met
Jacques Linssen, j.linssen@aeneas.nl.
2
14 Innovatief bouwen tussen
archeologie
Het Bastion is gebouwd op, over en in een middel-
eeuwse verdedigingstoren. Tijdens de bouw zijn
archeologische vondsten aangetroffen die op
fraaie wijze in het plan zijn opgenomen.
46 Joggersbelasting in norm reëel?
Een onderzoek naar de versnellingen van een
betonnen voetgangersbrug met korte overspan-
ning als gevolg van joggers.
52 Tweede draagweg volgens de norm
In een afstudeerstudie is de nationale en internati-
onale regelgeving m.b.t. het rekenen met een
tweede draagweg geanalyseerd en zijn enkele
voorstellen gedaan voor wijzigingen in de
regelgeving.
58 Wat gaat er veranderen aan de
Eurocodes?
De Eurocodes gaan flink op de schop. Tijdens een
symposium van VNconstructeurs en NEN op 21
november werd veel duidelijk over de stand van
zaken en de te verwachten wijzigingen.
62 Stuurt constructeur software of
acteert deze zelf?
Tijdens de eerste editie van de Cement-Software -
dag 31 oktober, kregen constructeurs een update
van de laatste ontwikkelingen op softwaregebied.
Een terugblik op het succesvolle evenement.
70 70 jaar Cement
In een serie artikelen blikken we terug op zeven
decennia Cement. In deze aflevering is het de
beurt aan Johan Galjaard en Dik-Gert Mans, die de
periode 1981 ? 1998 onder de loep nemen.
4 ? 27
Stationsgebied
Driebergen-Zeist
In een vierluik over de vernieuwing van
Stationsgebied Driebergen-Zeist wordt
de nieuwe onderdoorgang, de onderwa-
terbetonvloer, het inschuiven van de
dekken en de TIS-controle besproken.
28 ? 36
Vernieuwend met een
vleugje sentiment
In hartje Utrecht wordt al jaren gewerkt
aan een vernieuwing van het stationsge -
bied. Belangrijk onderdeel is het winkel-
centrum Hoog Catharijne. Een kijkje
achter de constructieve schermen.
66 ? 69
Beton en tongewelf
Het Mexicaanse Acolhuas House verrast.
Het is niet de eerste villa samengesteld
uit wit betonnen rechthoeken, maar de
combinatie met tongewelven van
metselwerk is bijzonder.
1 partners
75 column
80 service/online
80 C olofon
december 2018 / jaargang 70
inhoud
8 2018
Inhoud
3
76 Belasting ten gevolge van
vandalisme
Comfort is een belangrijk ontwerpcriterium van
voetgangersbruggen. Daarnaast moet ook de
sterkte getoetst worden onder een dynamische
belasting, bijvoorbeeld door vandalisme. Hoe
bereken je dit?
78 De jonge constructeur
Jeroen Evers, constructief ontwerper bij BREED
Integrated Design BV, vertelt over de uitdagingen
in zijn werk en zijn rol als constructeur en tekenaar
voor het ontwerp van het Bahrein Paviljoen.
Partner Het is begin december als ik dit schrijf en de term
'partner' komt in me op als verbindend woord voor deze hoofd-
redactioneel. Nee, niet omdat in 'Boer zoekt vrouw' afgelopen
zondag bleek dat weer diverse boeren een partner hebben
gevonden. Heel mooi natuurlijk. En realiserend dat het helaas
niet iedereen is gegeven, bedenk ik me hoe mooi het is een fijne
partner te hebben. In de privésfeer, op het werk of waar dan
ook. Ik had overigens ook kunnen kiezen voor het woord 'samen',
want met een partner doe je dingen samen. En december is
natuurlijk een feestmaand waarin, hopelijk velen, mooie
momenten samen worden beleefd.
Kijkend vanuit het perspectief van partner of samen, zie ik ook in
deze wederom prachtige editie van Cement aanknopingspun-
ten. Zo komen in het artikel over De Bastei oud en nieuw heel
mooi samen, hebben de twee dames uit de redactie samen een
stuk geschreven over de succesvolle Cement-Softwaredag en
komen in de diverse constructies vele uitdagingen samen.
Daarnaast vormen de vier artikelen over stationsgebied
Driebergen-Zeist samen een mooi geheel. Maar bovenal zullen
we er samen aan moeten werken om de constructieve veiligheid
te verbeteren en instortingen te voorkomen.
Hoewel het voorgaande zeer gemeend is, moet ik toch beken-
nen dat ik het woord 'partner' vooral ook heb gekozen vanwege
de zeer geslaagde Cement-partnerdag, die op maandag 26
november jl. in de prachtige Bastei is gehouden. U weet niet wat
dat is, partner van Cement? Nou, kijk dan eens voorin deze
Cement, waar u kunt zien dat vele bedrijven inmiddels partner
zijn. Met de partners samen onderstrepen we het belang van
Cement voor de constructeurspraktijk!
Ik wens u allen een prachtig 2019, waarin u hopelijk vele mooie
dingen samen met anderen mag beleven!
Dick Hordijk
Voor reacties: d.hordijk@cementonline.nl
Redactioneel
8 2018
Inhoud
4
Grote uitdagingen
bij facelift station
Driebergen-Zeist
ing. Enrique García Méndez,
ir. Johan Bolhuis RO BAM Infraconsult
Stationsgebied Driebergen-Zeist (1): Inleiding en onderdoorgang
Vierluik Driebergen-Zeist
Dit artikel is het eerste deel in een vierluik over het project Stati-
onsgebied Driebergen-Zeist (fig. 1). Dit deel is een inleiding en
beschrijft de onderdoorgang. Het tweede artikel gaat over de
onderwaterbetonvloer, het derde over de inschoven dekken en
het vierde over de onafhankelijke toets door een TIS-bureau.
De Hoofdstraat bij station Driebergen-Zeist is al
decennialang een knelpunt. Daarom krijgt het
sta tionsgebied een grondige facelift. Het project
kent vele uitdagingen. Eruit springen onder meer de
onderdoorgang, de onderwaterbetonvloer die al na
72 uur is belast en twee spoordekken die in langs -
richting zijn ingeschoven.
Het stationsgebied Driebergen-Zeist is behoorlijk berucht: files
bij de spoorwegovergang, overvolle fietsstallingen en een tekort
aan parkeerplekken. Met de wens van de opdrachtgever het
spoor uit te breiden van drie naar vier sporen was het niet meer
mogelijk deze situatie in stand te houden.
Daarom is besloten het gebied flink aan te pakken. Het project
bestaat uit verschillende onderdelen (fig. 2). Naast de uitbrei-
ding van drie naar vier sporen wordt de Hoofdstraat tussen
Driebergen en Zeist verbreed en loopt deze straks via een
onderdoorgang voor het verkeer onder het spoor door. Er komt
ook een nieuw station, met een nieuw busstation én een nieuwe
parkeergarage met ongeveer 600 parkeerplaatsen. Voor de
fietsen komt er een nieuwe stalling.
Dit artikel geeft een beknopte toelichting op de onderdoorgang.
1
Grote uitdagingen bij facelift station Driebergen-Zeist 8 2018
5
Onderdoorgang
Het ongelijkvloers kruisen van het spoor is mogelijk gemaakt
door het aanleggen van een betonnen U-bak, gerealiseerd in
een bouwkuip met damwanden. In een ideale situatie zou deze
weg gedurende de bouwwerkzaamheden worden afgesloten
om ongestoord te kunnen bouwen. Dit was echter geen optie.
Mede door ruimtegebrek was het noodzakelijk de onderdoor-
gang in twee bouwstappen te realiseren met een knip in leng-
terichting (fig. 3 en foto 4).
Bouwstappen
Bouwstap 1 bestond uit het maken van het westelijke gedeelte
van de onderdoorgang naast de Hoofdstraat. Het verkeer kon
tijdens deze fase gewoon doorgang vinden over de bestaande
spoorwegovergang. Het verkeer afkomstig van de Stationsweg
werd met een tijdelijke Janson Bridging over de bouwkuip
geleid (foto 4).
Na het afronden van de schuifwerkzaamheden van het zuide-
lijke spoordek kon het verkeer gebruikmaken van de inmid-
dels afgeronde eerste helft van de onderdoorgang.
Vervolgens kon de ruimte ten oosten van de middelste rij
damwanden worden vrijgemaakt om de werkzaamheden voor
bouwstap 2 mogelijk te maken en daarmee de onderdoorgang
te voltooien. Daar was geen buitendienststelling voor nodig.
Moten
De constructie voor de onderdoorgang is onderverdeeld in
negen losse moten. Tussen deze moten is een W9Ui-profiel
aangebracht voor de waterdichtheid. Elke moot werkt
constructief gezien los van de naastgelegen moten.
De dikte van de vloer varieert van 600 tot 800 mm
afhankelijk van de positie in de onderdoorgang. Vanwege de
grote diameter van bepaalde leidingen in de vloer zijn er
lokaal verdikkingen toegepast.
1 Situatieschets
2 Impressie nieuw stationsgebied Driebergen-Zeist
3 3D-weergave bouwfasering
4 Onderdoorgang in aanbouw tijdens bouwstap 1
2
3
4
Grote uitdagingen bij facelift station Driebergen-Zeist 8 2018
6
5 Dwarsdoorsnede van de onderdoorgang
6 Bouwkuip (moot OD4) op 20 augustus 2018 (de rode punt is
het referentiepunt tussen foto 6 en 7)
7 Moot 4 in aanbouw op 24 augustus (de rode punt is het
referentiepunt tussen foto 6 en 7)
onderliggende waterdruk.
De meest hooggelegen moten zijn aangelegd met behulp van
bemaling.
Nagenoeg de hele onderdoorgang is gefundeerd op Gewi-palen
in een stramien van 3 × 3 m
2, alleen de hogergelegen twee
moten zijn op staal gefundeerd.
Wanden gekoeld
De grondkerende wanden worden tweezijdig gekist en hebben
een dikte van 800 mm. Deze worden later gestort dan de vloer.
Hierdoor ontstaan er tijdens het verharden trekspanningen in
de wand die door het jonge beton niet opgenomen zouden
kunnen worden, met mogelijk (te) grote scheuren als gevolg.
Om dit fenomeen te beperken, is er een combinatie gebruikt
van extra langswapening in de wanden en koelen tijdens het
verhardingsproces. Dit werd gedaan door het opnemen van
buizen met koelwater in de bekisting, die vervolgens tijdelijk
warmte afvoerden gedurende het verhardingsproces.
Spoordragende moot
Een van de grootste prestaties van de onderdoorgang was de zeer
snelle realisatie van de spoordragende moot (OD4). Deze is
namelijk binnen een TVP van 16 dagen gemaakt. Het onderwa-
terbeton met glasvezels dat voor deze kuip is gebruikt, moest
zelfs binnen 72 uur op sterkte zijn om daarna de constructieve
vloer te kunnen storten. Over dit deel is een apart artikel gepu-
bliceerd ('Onderwaterbeton na 72 uur belast'). In foto 5 en 6 is te
zien hoe een natte bouwkuip binnen vier dagen met behulp van
deze techniek wordt omgetoverd tot een constructieve vloer.
Tot slot
Inmiddels wordt er gebruikgemaakt van de westelijke zijde van
de onderdoorgang en zijn de voorbereidende werkzaamheden
voor de oostelijke zijde volop aan de gang. Wachttijden voor
het spoor behoren tot het verleden. Dit project laat zien dat
dankzij de nodige durf en inventiviteit de grootste uitdagingen
kunnen worden opgelost. Twee van deze oplossingen worden
in afzonderlijke artikelen toegelicht: 'Onderwaterbeton na 72
uur belast' en 'Dekken in langsrichting ingeschoven'.
?
Fundering
Alle bouwkuipen onder of direct aan het spoor zijn uitgevoerd
met behulp van onderwaterbeton. De delen daarnaast zijn
voorzien van waterglasinjectie. Daarbij worden vanaf maaiveld
slangen op diepte ingebracht met een fijnmazig grid. Hierna
wordt op diepte waterglas ingebracht zodat een waterdichte
laag ontstaat tussen het bovenliggende grondpakket en de
? PROJECTGEGEVENS
Project Stationsgebied Driebergen-Zeist
Opdrachtgever ProRail
Architect Arcadis
Opdrachtnemer BAM Infra
Engineering BAM Infraconsult
TIS BouwQ
7
6
5
Grote uitdagingen bij facelift station Driebergen-Zeist 8 2018
in control
lievense.com
Wij zijn Lievense!
V\fn\ff 1
septem\ber
2018 heten
wij niet meer
LievenseCSO
of B\frtels.
Voort\f\fn zijn wij
Lievense! Een
multidisciplin\fir
\fdvies- en
ingenieurs\bure\fu
op ge\bied v\fn
\bouw, infr\f, w\fter
en milieu.
AFZINKKELDERS
PREFAB KELDERBAKKEN
PREFAB KELDERWANDEN GESTORTE KELDERS TRILLINGVRIJ
GEEN BARRIÈREWERKING GRONDWATER BOUWEN OP DE ERFGRENS
BOUWEN OP DE ERFGRENS
BESPARING BOUWTIJD EN RISICO DAMWAND (NIET NODIG)
035-588 1888
info@kelderbouw.nl
www.kelderbouw.nl MBS Kelderbouw
Energieweg 2
3762 ET Soest
8
Onderwaterbeton
na 72 uur belast
Een van de huzarenstukjes van het project Stationsgebied Driebergen-
Zeist is de onderwaterbetonvloer voor de onderdoorgang. Om die
onderdoorgang in de beschikbare buitendienststelling te kunnen
realiseren, is voor een oplossing gekozen waarbij de onderwaterbe-
tonvloer al na 72 uur kon worden belast. Dit was mede mogelijk door
toepassing van microvezels.
Stationsgebied Driebergen-Zeist (2): Onderwaterbetonvloer
De belangrijkste fase in de realisatie van het project Stationsge-
bied Driebergen-Zeist was de treinvrije periode (TVP) van 16
dagen. In die periode is onder meer bouwkuip H gerealiseerd
(fig. 2). Dit betrof de bouwkuip ten behoeve van fase 1 van de
onderdoorgang ter plaatse van de oude spoorwegovergang (zie
ook artikel 'Uitdagingen te over bij station Driebergen-Zeist').
Voor deze kuip zijn in een eerdere buitendienststelling de
damwanden en de Gewi-ankers aangebracht. In de 16-daagse
buitendienststelling is er ontgraven, is de onderwaterbeton-
vloer gestort en zijn vervolgens direct daarop de definitieve
vloer en het asfalt aangebracht.
Onderwaterbetonvloer
Het realiseren van de vezelversterkte onderwaterbetonvloer
was de meest kritische stap in dit geheel. De vloer is 1,25 m dik,
15 m lang en 23 m breed. Het totale volume bedraagt 430 m
3.
Vierluik Driebergen-Zeist
Dit artikel is het tweede deel over het project Stationsgebied
Driebergen-Zeist en gaat over de onderwaterbetonvloer. Het
eerste artikel is een inleiding en beschrijft de onderdoorgang.
Het derde deel gaat over de ingeschoven dekken en het vierde
over de onafhankelijke toets door een TIS-bureau.
Onderwaterbeton na 72 uur belast 8 2018
9
Aan de bovenkant van de vloer golden geen strenge vlak-
heidseisen, aangezien deze nog is uitgevuld met een zand-
cementstabilisatie waar bovenop de constructievloer is gestort.
De onderwaterbetonvloer is berekend met
CUR-Aanbeveling 77. Hierbij is vooral gekeken naar de verhar -
dingsspanning om watervoerende scheuren te voorkomen. Er
zou namelijk geen tijd zijn om in de buitendienststelling even-
tuele scheuren te injecteren.
De wens was de onderwaterbetonvloer al na 72 uur na het
storten droog te pompen. Maar was dit wel mogelijk? Voor
zover bekend was dit nooit eerder gehaald.
Een mengsel realiseren dat na 72 uur voldoende sterkte heeft om
te belasten, is op zichzelf geen probleem. Belangrijker zijn de
risico's die ontstaan als gevolg van de snelle sterkteontwikkeling,
en daarmee ook de hoge warmteontwikkeling. Door de tempera-
tuurverschillen zou dit kunnen leiden tot hoge spanningen met
als gevolg het scheuren van het beton. Dit moest, mede gezien
het strakke tijdspad, te allen tijde worden voorkomen.
Er is gezocht naar een beheersmaatregel om de scheurvorming
te beperken. Daarbij is ook gekeken naar de mogelijkheid
microvezels (glasvezels, foto 3) toe te passen, naar aanleiding
van een contact met glasvezelleverancier Owens Corning. Dit
leek een interessante oplossing vanuit duurzaamheid en
verwerkbaarheid. Afgesproken is een onderzoekstraject in te
gaan. Daarbij zijn alternatieven als wapening met staalvezels
verder niet in detail meegenomen.
1
3
2
Frederick van Waarde,
ir. Johan Bolhuis RO
BAM Infraconsult 1 Storten onderwaterbeton
2 Bouwkuip
3 Glasezels
Onderwaterbeton na 72 uur belast 8 2018
10
beton ? Meten van de buig-treksterkte). Deze proeven zijn door
Owens Corning verricht in hun lab in Chambéry (Frankrijk).
Uit deze proeven bleek dat het beton nog niet de gewenste
sterkteontwikkeling had en daarop is het mengsel aangepast.
Met behulp van de gegevens vanuit de adiabaat en de sterkte-
ontwikkeling is een simpele temperatuursimulatie gedaan van
het onderwaterbeton onder water op basis van kubussen.
Hierbij werd vastgesteld dat de temperaturen zouden kunnen
oplopen naar een maximum van 50 °C.
Hierna is er een groter onderzoek gestart bij de vezelleverancier
in zijn laboratorium in Chambéry. Hiervoor zijn alle grond-
stoffen vanaf de betoncentrale naar dit lab verscheept. Hier zijn
wederom de sterkteontwikkeling bepaald met kubussen en de
mechanische eigenschappen met balkjes (volgens NEN-EN
14651, foto 4). De proefstukken zijn hierbij echter opgeslagen
in een temperatuurgestuurde klimaatkast (foto 5). Hierbij is
gebruikgemaakt van de gegevens vanuit de temperatuursimula-
tie. De klimaatkast is op een constante temperatuur van 45 °C
gehouden. Hiermee werden dus de hogere temperaturen gesi-
muleerd die het beton zou hebben bij verharding onder water.
De proefstukken zijn op verschillende tijdstippen beproefd
waaronder ook na 72 uur. Hierdoor kon de ontwikkeling van
de verschillende eigenschappen in de tijd worden uitgezet.
Verfijnen samenstelling
Parallel aan het onderzoek in Frankrijk is er verder gegaan met
het uitwerken van het toepassen van vezels in onderwaterbeton
om zo de samenstelling te verfijnen. Een belangrijke voor -
waarde van onderwaterbeton is dat deze verdichtingsarm is en
goede vloei-eigenschappen heeft onder meer ten behoeve van
vlakheid en vullen van eventuele damwandnissen. De samen-
hang moet echter ook voldoende zijn opdat het mengsel onder
water stabiel blijft. Ook moet de verwerkbaarheid in de tijd
redelijk constant blijven.
Onderzoek
De twee belangrijkste vragen in het onderzoek waren:
1. Is het mogelijk een verwerkbaar onderwaterbetonmengsel te
maken met toevoeging van glasvezel?
2. Met welke vezeldosering krijgt het beton de juiste constructieve
eigenschappen om watervoerende scheuren te voorkomen?
Hoewel deze twee vragen niet los van elkaar kunnen worden
gezien, is de eerste als belangrijkste aangewezen. Als het onder -
waterbeton niet verwerkbaar zou zijn, zou het überhaupt niet
mogelijk zijn de onderwaterbetonvloer te storten.
Na dit onderzoek is een proefstort uitgevoerd en is de vloer
berekend op scheurvorming met een eindige-elementenbereke-
ning. Deze fasen worden in dit artikel belicht.
Samenstelling
Als eerste is er op kleine schaal een verkennend onderzoek
uitgevoerd om te kijken of het beton met de vezels voldoende
verwerkbaar was te krijgen. Hierbij zijn verschillende mengsels
gemaakt op labschaal met doseringen van 10 en 15 kg/m
3. Uit
vervolgonderzoek moest blijken wat de exacte dosering van de
vezels moest worden.
Bij de tests bleek de opbouw van de toeslagmaterialen heel
belangrijk te zijn. Na verschillende optimalisaties werden
enkele basissamenstellingen bepaald.
Beproevingen
Van deze samenstellingen zijn diverse proefstukken gemaakt
voor het bepalen van de sterkteontwikkeling, warmteontwikke-
ling en de mechanische eigenschappen. De sterkteontwikkeling
is bepaald met ijkgrafieken voor de methode van gewogen rijp-
heid op basis van proefkubussen. De warmteontwikkeling is
vastgesteld met een adiabaat. De mechanische eigenschappen
zijn bepaald op 28 dagen met de driepuntsbuigproef op balkjes
volgens NEN-EN 14651 (Beproevingsmethode voor staalvezel-
4 5
Onderwaterbeton na 72 uur belast 8 2018
11
goede onderwaterbeton te maken die voldeed aan alle
gevraagde eigenschappen.
Na deze tests is het mengsel verwerkt in een werkvloer op het
project. Hier is ook getest of het beton goed te verpompen zou
zijn. Dit leverde geen problemen op.
Dosering vezels
Een belangrijk onderdeel van het onderzoek was het doseren
van de vezels. Op de betoncentrale was geen automatische
dosering mogelijk waardoor de vezels handmatig moesten
worden gedoseerd. Er werd geconcludeerd dat het doseren het
beste kon worden gedaan op het moment dat de molen het
beton lost in de truckmixer. Bij de uitloop werden de vezels
gedoseerd door het gecontroleerd leeggooien van een doos
(foto 3).
Wat wel werd vastgesteld was dat het handmatig doseren van
de vezels het proces van het laden van de mixers zou vertragen.
Hierdoor zou de aanleversnelheid terugvallen naar maximaal
70 m
3/uur. Normaal gesproken wordt onderwaterbeton gele-
verd met een snelheid van meer dan 100 m
3/uur.
Normaal gesproken heeft onderwaterbeton een water-cement-
factor (wcf ) tussen 0,60 en 0,65. Echter, vanwege de gewenste
snelle sterkteontwikkeling was het nu nodig een wcf van 0,48
toe te passen. Om toch voldoende verwerkbaarheid te realise-
ren, moest een plastificerende hulpstof worden toegepast. Dit
alles om niet teveel warmte te ontwikkelen maar wel een snelle
sterkte.
Om de werkelijkheid goed te benaderen, zijn op de betoncen-
trale verschillende tests uitgevoerd met het aanmaken van het
beton in een mixer. Hierbij werden weer de twee samenstellin-
gen gedraaid met een dosering van 10 en 15 kg/m3. Deze tests
lieten zien dat het mogelijk was met beide doseringen een
Beproevingsmethode verwerkbaarheid
Tijdens het testen van het betonmengsel werd vastgesteld dat de standaard-
proef voor bepaling van de vloeimaat niet bruikbaar was. Bij het trekken van de
kegel van Abrams zorgden de vezels voor blokkering van het grove toeslagma-
teriaal. Hierdoor bleef het beton in een hoopje in het midden van de tafel
liggen. Na vijf keer schudden van de tafel vloeide het beton wel goed uit,
waarna wel een vloeimaat kon worden gemeten. Er is toen besloten deze
aangepaste methode te gebruiken om het beton op verwerkbaarheid te testen.
De aan te houden vloeimaatgrens werd gezet tussen de 550 en 600 mm.
6
4
Bepalen driepuntsbuigproef in lab in Chambery
5 Proefstukken in de klimaatkast in Chambery
6 Proefstort onderwaterbeton
Onderwaterbeton na 72 uur belast 8 2018
12
Proefstort
In de voorbereiding voor de daadwerkelijke stort is er een
proefstort uitgevoerd. Hiervoor is het beton met een beton-
pomp gestort in een uitgegraven gat, vol met grondwater
(foto 6). Hierbij moest worden nagegaan of het onderwaterbe-
ton goed nivelleerde en uitstroomde. Ook hier zijn beide
mengsels getest (met dosering van 10 en 15 kg/m
3 vezels). Het
bleek dat het vloeigedrag van beide mengsels goed was, maar
dat het mengsel met 10 kg/m
3 het beste presteerde. Daarop is
besloten verder te gaan met het mengsel met 10 kg/m
3.
In de onderwaterbetonvloer waren ook meetpunten voor de
temperatuur aangebracht waardoor de temperatuurontwikke-
ling in het beton op de voet kon worden gevolgd. Na 72 uur is
in deze proef het water weggepompt. Daarna zijn direct kernen
genomen die dezelfde dag nog zijn getest op druksterkte. De
resultaten lieten zien dat de gewenste sterkte (37 N/mm
2) werd
gehaald.
Berekening scheurvorming met EEM
Op basis van de gegevens, verzameld in de verschillende onder -
zoeken en tijdens de proefstort is door de Universiteit van
Brescia (verbonden aan Owens Corning) een eindige-elemen-
tenberekening gemaakt van de onderwaterbetonvloer (fig. 7).
Hierbij zijn alle fasen tijdens het storten en uitharden van de
vloer beschouwd, van vlak na stort tot het afpompen van het
water. De vraag hierbij was of de vloer in de verschillende fasen
van verharding niet te veel zou scheuren en dus waterdicht zou
7
9
Onderwaterbeton na 72 uur belast 8 2018
13
blijven. De verschillende modellen lieten zien dat de optre-
dende scheurwijdte in de vloer binnen de gewenste marges
bleef. Hiermee kon op basis van de berekeningen worden
geconcludeerd dat de vloer na afpompen van het water water-
dicht zou zijn.
De praktijk: het storten
Na alle voorbereidingen was het op 17 augustus 2018 om
5:00 uur zover. De onderwaterbetonvloer kon worden gestort
(foto 1 en 8). Voor het op de juiste hoogte afstorten, werd
gebruikgemaakt van de hob-dobbermethode met een beton-
pomp en duikers voor inspectie van de vloer.
Met een uitgebreide afnamecontrole werd de verwerkbaarheid
van het onderwaterbeton gedurende het gehele stort in de
gaten gehouden (foto 9). De waarden werden via een
WhatsAppgroep gedeeld met alle partijen (duiker, betoncen-
trale en uitvoerend personeel). Tijdens het storten werd ook
waargenomen dat als de vloeimaat van het beton te ver terug-
liep, het risico op balvorming van de vezels toenam. Hierop is
de samenstelling aangepast en werd de vloeimaatgrens
verhoogd naar 580 ? 630 mm (van 550 ? 600 mm). Duidelijk
werd namelijk dat bij een hoge vloeimaat van rond de 630 mm
het beton nog goed stabiel was.
Door de duiker werd dezelfde verwerkbaarheid ervaren als
tijdens de proefstort; het beton stroomde goed de damwand-
kassen in. Het verpompen van het betonmengsel ging goed
echter, de aanvoersnelheid werd door het handmatig doseren
van de vezels dusdanig vertraagd dat maar een snelheid van
45 m
3/uur kon worden gehaald. Hierdoor duurde het storten
uiteindelijk 10 uur.
De praktijk: het leegpompen
Na 72 uur is het water van de onderwaterbetonvloer afge-
pompt. Dit nadat met behulp van verschillende temperatuur -
metingen was vastgesteld dat de vloer de gewenste sterkte had
bereikt. De uiteindelijke vloer was mooi vlak binnen de tole-
ranties en er zijn geen lekkende scheuren gevonden. Binnen de
gewenste tijd kon worden begonnen met het verwijderen van
de damwanden evenwijdig langs het spoor boven het onderwa-
terbeton, het uitvullen van de vloer met zand-cementstabilisa-
tie en het opbouwen van de wapening van de constructievloer.
Uiteindelijk zat er tussen het storten van het onderwaterbeton
en het openstellen van de onderdoorgang voor alle verkeer
12 dagen. Een unieke prestatie!
?
Meer over onderwaterbeton
Meer over de uitvoering en technologie van
onderwaterbeton staat in Betoniek Standaard
16/23 'Tot op de bodem!'.
8
7 Resultaten scheurwijdteberekeningen aan de onder -
zijde van het model op verschillende tijdstippen
8 Storten onderwaterbeton in kuip H
9 Vloeimaat (afnamecontrole)
Onderwaterbeton na 72 uur belast 8 2018
14
Dekken in
langsrichting
ingeschoven
1 Spoordek op eindbestemming
2 Impressie onderdoorgang en
station Driebergen-Zeist Stationsgebied Driebergen-Zeist (3): Spoordekken
Live beelden
Op Cementonline is het project
live te volgen via een webcam.
Dekken in langsrichting ingeschoven 8 2018
15
Het spoor bij Driebergen-Zeist wordt verdubbeld van twee naar vier sporen. Er komt
een nieuwe onderdoorgang en het oude spoor wordt afgebroken en vervangen door
twee nieuwe spoorviaducten. Deze zijn op een andere locatie langs het oorspronkelijke
spoor voorgebouwd en in langsrichting ingeschoven. Voor de constructieve uitwerking
van de dekken speelt dit inschuiven een belangrijke rol.
van het dek bevinden zich buitenwanden (ook ter plaatse
gestort), voorzien van dwarsvoegen op regelmatige afstanden.
De tussensteunpunten van beide dekken bestaan uit twee ronde
betonnen kolommen op een betonsloof. Aan de uiteinden zijn
de spoordekken opgelegd op betonnen keerwanden. Aan de
oostzijde maken deze keerwanden deel uit van de onderdoor-
gang en aan de westzijde van de verdiepte bakconstructie die
onderdeel is van het verdiepte station.
Ter plaatse van de westelijke landhoofden bevindt zich het vast-
houdpunt. Hier worden de spoordekken in langsrichting hori -
zontaal gefixeerd aan de onderbouw.
De doorgaande weg kruist het spoor niet haaks. Daarom zijn
de oostelijke landhoofden en de twee meest oostelijke tussen-
steunpunten schuin gepositioneerd (fig. 5).
1
ing. Kees-Jan den Exter,
ir. Johan Bolhuis RO
BAM Infraconsult
Vierluik Driebergen-Zeist
Dit artikel is het derde deel over het project Stationsgebied Drie -
bergen-Zeist en gaat over de ingeschoven dekken. Het eerste
deel is een inleiding en beschrijft de onderdoorgang. Het tweede
gaat over de onderwaterbetonvloer, het vierde over de onafhan-
kelijke toets door een TIS-bureau.
Een deel van de twee spoordekken kruist de nieuwe onder -
doorgang, het overige deel wordt onderdeel van het nieuw te
bouwen station (fig. 2). Tussen de evenwijdig liggende spoor -
dekken komt een nieuw perron. Beide dekken zijn opgebouwd
uit een massieve, voorgespannen constructie die met opleg-
blokken op de onderbouw is opgelegd (fig. 3).
Het zuidelijke spoordek is 137 m lang en bestaat uit zeven over -
spanningen, waarvan twee ter plaatse van de onderdoorgang.
De grootste overspanning is 20 m. Het noordelijke dek is 122 m
lang en heeft zes overspanningen, ook weer van maximaal 20 m.
Het betonnen spoordek heeft in dwarsrichting een variabele
dikte verlopend van 840 mm aan de buitenzijden tot 883 mm
tussen de sporen op het dek (fig. 4). Aan de onderzijde van het
betondek zijn in de dwarsdoorsnede drie inkassingen aanwezig
van 300 × 150 mm
2 ten behoeve van lichtgoten. Aan beide zijden
2
Dekken in langsrichting ingeschoven 8 2018
16
buitenwand450300
840
883
840
300100
965 100
ballastkering
spooropstorten
1:1001:100 perronwand
b x h =
1300 x 650 mm
1300 9400b x h = 9400 x 860 mm
Om het realiseren van het spoordek mogelijk te maken, is de
bouwlocatie eerst voorbelast door het aanbrengen van een
overhoogte. Vervolgens is begonnen met ontgraven tot het
aanlegniveau van de fundatie van de tijdelijke ondersteunings-
constructie voor het betondek.
De ondersteuning voor de dekken is opgebouwd uit steigerto-
rens op een 135 m lange strook van hardhouten draglineschot-
ten met een aanlegbreedte van circa 12 m (5 + 2 + 5 m, fig. 6).
Op deze torens is de bekisting aangebracht. Tijdens de stortfase
wordt de ondergrond onder het dek gelijkmatig belast door
enkel het stortgewicht.
De gehele constructie is op palen gefundeerd. De paalfundatie
bestaat uit combischroefpalen met een diameter van 800 mm.
Dit zijn in de grond gevormde en volledig grondverdringende
schroefpalen met een losse schroefpunt.
Bouwfasering spoordekken
De betonnen spoordekken worden op een andere locatie langs
het oorspronkelijke spoor voorgebouwd. Hierdoor kan de
aanleg van de onderbouw van het viaduct en het spoordek
gelijktijdig worden uitgevoerd.
3
4
5
Dekken in langsrichting ingeschoven 8 2018
17
10.700
drageline schoften: (5m+2m+5m) steigertorens
3
Langsdoorsnede spoordek
noord (boven) en zuid (onder)
4 Dwarsdoorsnede spoordek
(schematisch)
5 Funderingsplan spoordek
noord (boven) en zuid (onder)
6 Tijdelijke ondersteuning spoor -
dek
7 Principe ondersteuning dek
stortfase
8 2D-raamwerkmodel zuidelijk
spoordek met onderbouw
(groene lijnen zijn de pijlers)
9 3D-model spoordek met
onderbouw
Na voldoende verhardingstijd is de voorspanning in drie fasen
(10%, 60% en 100%) aangebracht, vanaf weerskanten van het
spoordek.
2D-berekening langskrachten
Op de spoordekken is de in de 'Ontwerpvoorschriften ProRail
(OVS)' vastgestelde spoorbelasting in rekening gebracht.
Onderdeel van deze belastingen zijn de rem- en aanzetkrach-
ten. Deze horizontaalkrachten worden deels via het spoor naar
de aansluitende aardebaan (voor en achter de constructie) en
deels via het dek met opleggingen naar de onderbouw van het
spoordek afgedragen.
De spoorstaven zijn met regelbare spoorstaafbevestiging op het
spoordek aangebracht. Hierdoor, en door de relatief grote
lengte van het dek wordt een groot aandeel van de belasting
naar de onderbouw afgedragen. De mate van afdracht moet
eerst worden berekend. Op basis hiervan kunnen vervolgens
worden bepaald:
? afmetingen van de oplegblokken;
? afmetingen van de landhoofdconstructie;
? horizontale verankering van het landhoofd;
? spoorstaafspanningen.
Hiertoe is een 2D-raamwerkmodel opgesteld van de volledige
constructie met dek, steunpunten en spoor (fig. 8).
3D-berekening spoordekken
Voor het ontwerp van de spoordekken en de krachtswerking in
de constructie is gebruikgemaakt van een 3D-berekening (Scia
Engineer, fig. 9). In het rekenmodel zijn de volgende construc-
tieonderdelen van de spoorbrug opgenomen:
? bovenbouw (betonnen spoordek met opleggingen);
? onderbouw (tussenpijlers en fundatie);
? eindopleggingen t.p.v. de landhoofden (verend).
6
7
8
9
Dekken in langsrichting ingeschoven 8 2018
18
10 Verloop voorspankabel als resul-
taat t.b.v. gebruiksfase
11 Verloop voorspankabel als resul-
taat incl. bouwfase
12 Dwarsdoorsnede dek 13
Aangebrachte omhullingsbuizen
t.b.v. voorspankabels
14 Rekenmodel t.b.v. bepaling van de
gronddrukken tijdens voorspan-
nen dek
het beton in langsrichting van het dek. Het kabelverloop met
bijbehorende opwaartse krommingsdrukken is zo economisch
mogelijk ontworpen (fig. 10).
Ontwerp voorspanning bouwfase
Aansluitend is de situatie op de voorbouwlocatie beschouwd.
De randvoorwaarden weken hierbij sterk af van de gebruiks-
fase. Op de voorbouwlocatie zijn immers geen vaste oplegpun-
ten aanwezig. Het dek wordt hier over de volle lengte min of
meer (via een ondersteuningsconstructie) gelijkmatig onder -
steund.
Ten behoeve van deze bouwfase is een apart 3D-rekenmodel
opgesteld met alleen een doorgaande drukbedding onder het
dek als oplegging op de ondergrond. Uit dit rekenmodel met
als belasting alleen de voorspanning en het eigen gewicht, bleek
dat er gedurende het aanbrengen van de voorspanning veel te
grote trekspanningen in het dek zouden ontstaan.
De inkassingen (fig. 9) zijn in mindering gebracht op de effec-
tieve betondoorsnede en de buitenwanden op het dek zijn als
niet-constructief beschouwd. Dit geldt ook voor de overige
wandjes, de ballastkering en de betonnen spooropstorten op
het dek.
Doordat de doorsnede volledig is voorgespannen, gedraagt het
dek zich als een buigligger van ongescheurd beton. De dekken
worden uitgevoerd in betonsterkteklasse C50/60 met een
E-modulus van E
cm = 37.000 N/mm 2. Het betondek is in het
model als doorgaande plaat op het niveau van de neutrale as
van de doorsnede ingevoerd (NAP +4,20 m).
Ontwerp voorspanning gebruikssituatie
Het ontwerp van de voorspanning (aantal spankabels, voor -
spanniveau en het kabelverloop) is in eerste instantie afgestemd
op de gebruikssituatie van het spoordek. Het spoor ligt hierbij
op de definitieve opleggingen. Maatgevend in dit ontwerp zijn
de in de OVS voorgeschreven toelaatbare trekspanningen in
10
11
12
Dekken in langsrichting ingeschoven 8 2018
19
Belasting ondergrond tijdens voorspannen
Tijdens het voorspannen treden ter plaatste van de definitieve
oplegassen verhoogde gronddrukken op, als gevolg van de
krommingsdrukken. Om inzicht te verkrijgen in de grootte van
deze drukken is een 3D-rekenmodel van de plaat opgesteld,
met een elastische drukbedding als oplegging door de onder-
grond en belasting door eigen gewicht en voorspanning, inclu-
sief de krommingsdrukken (fig. 14).
Om dit probleem te compenseren, is overwogen in de bouwlo-
catie vaste (tijdelijke) oplegpunten ter plaatse van de oplegassen
aan te brengen. Dit zou echter veel heiwerkzaamheden vergen.
Bovendien waren er ten behoeve van de ondersteuning van de
schuifbanen ook al uitgebreide paalfundaties nodig.
In plaats daarvan is ook overwogen tegenvoorspanning in het
spoordek aan te brengen: extra tijdelijke spankabels met tegen-
gesteld kabelverloop om de krommingsdruk te verminderen.
Deze kabels zouden als het dek op zijn eindbestemming ligt,
buiten werking moeten worden gesteld, bijvoorbeeld door ze
door te slijpen. De uiteinden van het betondek met spankop-
pen zouden dan niet vóór de schuiffase kunnen worden afge-
werkt, maar dit zou tijdens de treinvrije periode (TVP) van 16
dagen moeten gebeuren. Dit zou te grote tijdsproblemen ople-
veren.
De oplossing is gevonden in het toepassen van een sterk aange-
paste voorspanning: een veel vlakker (én oneconomischer)
kabelverloop met hogere voorspanning en toepassing van meer
voorspankabels (fig. 11). Uiteindelijk resulteerde het ontwerp
in toepassing van 20 voorspankabels in de doorsnede, elk
27-strengs (fig. 12, foto 13).
13
14
Dekken in langsrichting ingeschoven 8 2018
20
10.700
drageline schoften: (5m+2m+5m) steigertorens
10.700
drageline schoften: (5m+2m+5m) schuifbaan
15
Resultaat vervormingen (a) en trekspannin-
gen (b) in het spoordek tijdens spannen op
maaiveld
16 Grondspanningen tijdens deels verwijde -
ren ondersteuningsconstructie
17
Trekspanningen beton tijdens deels verwij-
deren ondersteuningsconstructie
18 Principe doorsnede ondersteuning dek
t.b.v. aanbrengen schuifbanen
19 Principe doorsnede met schuifbanen
20
Spoordek op vijzels op de schuifbanen
21 Spoordek ondersteund door vijzels op de
schuifbanen
Met een geotechnische zettingsberekening is de vervorming
van de ondergrond bepaald, waaruit weer de beddingscon-
stante is teruggerekend. Door dit iteratieproces is berekend dat
er een beddingsconstante van 10.000 kN/m
2 benodigd is ter
plaatse van de steunpunten. Dit kon worden behaald door de
ondergrond ter plaatse van de steunpunten voor te belasten
met 2 m grond (of equivalent 36 kN/m
2 boven het huidige
maaiveld). De duur van de voorbelasting bedroeg minimaal 90
dagen. Voor de beddingsconstante is derhalve een waarde van
k
v = 10.000 kN/m 2 aangehouden.
Uit het 3D-plaatmodel zijn de contactspanningen met de
ondergrond (funderingsdruk) af te lezen. Hieruit blijkt een
maximale grondspanning tijdens het voorspannen van 0,23 N/
mm
2 (230 kN/m 2) aan het uiteinde van het spoordek (as A).
Het berekende draagvermogen van de ondergrond bedroeg 573
kN/m
2, dit voldeed dus ruimschoots. Hierbij is alleen de
breedte van het dek gerekend als contactvlak met de onder -
grond (conservatief bij een aanlegbreedte van de fundatie van
circa 12 m).
15
18
16
17
19
Dekken in langsrichting ingeschoven 8 2018
21
as schuifbaanas schuifbaanvijzelpositie
in plaats van 12 m. De belasting bestaat weer uit eigen gewicht
en voorspanbelasting. Uit de berekening van de grondspannin-
gen blijkt nu een maximale waarde van 0,34 N/mm
2 (= 340 kN/
m
2, fig. 16). Deze waarde is weliswaar hoger in de situatie met
volledige ondersteuning maar nog steeds lager dan de toelaat-
bare gronddruk van 573 kN/m
2.
De totale vervorming van de constructie is opgelopen tot maxi-
maal +8 mm (opbuiging) en -35 mm (indrukking) in de onder -
grond.
De gevonden spanningen zijn tevens de maatgevende reken-
waarden van de bekistingsdrukken op de bekisting en onder -
steuning. Deze bedraagt 340 kN/m
2 voor de eindsteunpunten
en 150 kN/m
2 voor de tussensteunpunten tijdens de bouwfase.
Met deze hoge kistdrukken is de dekbekisting ontworpen en de
ondersteuningsconstructie gedimensioneerd.
In figuur 18 zijn de maximale trekspanningen in het dek in
langsrichting weergegeven in deze bouwfase. Aan de onder -
zijde zijn enkele overschrijdingen van de toelaatbare spannin-
gen (3 N/mm
2) zichtbaar. De berekende spanningen zijn echter
conservatief bepaald. In de praktijk zijn deze lager door de veel
De berekende buigtrekspanningen in de betonconstructie zijn
weergegeven in figuur 15. Uit dit figuur blijkt een maximaal
optredende trekspanning ter plaatse van de oplegas van 3,38 N/
mm
2. Dat is dus net iets hoger dan de grenswaarde van 3 N/
mm
2, de maximale trekspanning gedurende de bouwfasen
volgens de OVS. Het betreft hier echter een piekwaarde.
Gemiddeld is de spanning op deze oplegas lager, namelijk 2,26
N/mm
2. Hieruit volgt dat de trekspanning vrijwel overal
minder dan 3 N/mm
2 bedraagt en dat de constructie dus
voldoet.
Schuifbaan
In de volgende bouwfase wordt aan weerskanten in langsrich-
ting onder het dek een schuifbaan aangebracht. Om dit te
realiseren, wordt de ondersteuning van het dek eerst deels
verwijderd zodat er voldoende werkruimte ontstaat voor de
schuifbanen. De resterende breedte van de ondersteuning
bedraagt in deze bouwfase dan minimaal circa 7 m (fig. 18).
Van het dek in deze situatie is eveneens een 3D-model opge-
steld. Hierbij is uitgegaan van een minder brede oplegging: 7 m
20
21
Dekken in langsrichting ingeschoven 8 2018
22
22 Overzicht vijzelkrachten
spoordek
23 Trekspanningen in betondek
tijdens opvijzelen
24 Spoordek tijdens inschuiven
gepakt op de schuifbanen. In figuur 21 staat een overzicht van
de vijzelposities en in figuur 22 van de vijzelkrachten.
Ook van deze situatie is een apart rekenmodel opgesteld
(fig. 23). Deze vijzelkrachten zijn als belasting opgenomen in
combinatie met de overige belastingen (eigen gewicht en voor -
spankrachten). De oplegging door elastische drukbedding van
de ondergrond is vervangen door puntveren. Ter plaatse van de
veren zijn puntlasten ingevoerd ter grootte van de vijzelkrach-
ten. De waarden voor de vijzelkrachten zijn zodanig in het
model ingevoerd dat de oplegreacties in de puntveren circa 0
kN naderen. Met andere woorden: de constructie is verticaal in
evenwicht.
Na het opvijzelen is het spoordek met twee duwvijzels op de
kop verschoven over een afstand van circa 170 m naar zijn defi-
nitieve locatie (foto 24). Daar aangekomen pakken grote opge-
stelde vijzelkolommen het spoordek over van de schuifbaan op
de definitieve opleggingen (foto 1). De vijzelkrachten worden
nauwkeurig gemonitord gedurende het opvijzelen en schuiven.
Millimeterwerk
De ervaring heeft geleerd dat een dergelijk massief dek op de
millimeter nauwkeurig moet worden aangebracht en dat dit
secuur moet gebeuren. Schuiven in langsrichting geeft meer
extra complicaties dan in dwarsrichting doordat het dek met
grote puntlasten wordt verschoven en vele bouwfaseringen
doormaakt. Het zuidelijke dek ligt op het moment van
schrijven van dit artikel (najaar 2018) op zijn plek. Later zal
volgens precies dezelfde methode het noordelijke dek worden
geschoven.
?
groter effectieve funderingsbreedte onder het dek door sprei -
ding van de belasting in de ondergrond. Na visuele controle
van onder- en bovenzijde dek bleek er geen scheurvorming in
de constructie te zijn opgetreden.
Opvijzelen
Op de twee schuifbanen onder het spoordek worden vervol-
gens vijzels geplaatst (fig. 19, foto 20). In langsrichting van het
dek gezien worden de vijzels h.o.h. 3 m geplaatst (max. 4 vijzels
per as per zijde). Per oplegging worden aparte groepen aange-
bracht. Met vooraf vastgestelde vijzelkrachten wordt het dek
vervolgens van de ondersteuningsconstructie opgetild en over -
22
23
24
Dekken in langsrichting ingeschoven 8 2018
Cement is hét kennisplatform over betonconstructies. Het speelt al meer dan 65 jaar een
onmisbare rol voor constructeurs. Omdat kennis juist voor aankomende constructeurs
essentieel is, is het belangrijk dat ook jij de weg naar Cement weet te vinden.
Via Cementonline.nl, het vakblad en via onze nieuwsbrief krijg je toegang tot een schat
aan informatie over onder meer actuele projecten en ontwikkelingen op het gebied van
constructietechniek, materiaal en regelgeving. Je kunt nu een compleet lidmaatschap
afsluiten voor slechts ? 67,50 per jaar. Een online lidmaatschap is voor jou helemaal gratis
zolang je student bent!
Meld je nu aan bij het kennisplatform Cement WWW.CEMENTONLINE.NL/VOOR-HET-ONDERWIJS.
CEMENTONLINE.NL
WORD LID
VANAF ? 0,-
STUDENT? LEER VAN DE PRAKTIJK.
8 2018 24
1
25
Bij het project Stationsgebied Driebergen-Zeist (SDZ) speelden risico's een grote rol. Als toprisico's golden
voor ProRail constructieve veiligheid en waterdichtheid. Dit is verankerd door de opdrachtnemer te
verplichten een Verborgen Gebreken Verzekering (VGV) af te sluiten zonder uitsluitingen. Om een VGV te
kunnen afsluiten, is een onafhankelijke toets vereist.
Eurocode 0 (NEN-EN 1990). Het betreft zowel een uitgebreide
supervisie op ontwerp en berekeningen volgens tabel B4 als een
uitgebreide inspectie volgens tabel B5, beide uit Eurocode 0. In de
praktijk wordt dit ook wel de onafhankelijke CC3-toets genoemd.
Voor het project SDZ zijn zeven TIS-hoofdstappen vastgelegd
op weg naar het einddoel, de Verklaring van Geen Bezwaar.
Deze geeft de verzekeraar voldoende vertrouwen om de
premie- en dekkingsomvang van de VGV-verzekering te
kunnen bepalen.
Analyse vraagspecificatie
De eerste hoofdstap was de analyse van de vraagspecificatie. Voor
het project SDZ heeft ProRail gedetailleerde eisen opgesteld voor
de constructieve veiligheid, de waterdichtheid en de levensduur
van het bouwwerk. Hieruit zijn drie faalrisico's geïdentificeerd.
Zo kan een ontwerprekenfout of een fout in uitvoeringsontwerp
leiden tot falen van de primaire constructie. Of de waterdichtheid
kan tekortschieten als er bijvoorbeeld een ontwerpfout is
gemaakt. Vanuit TIS wordt hierop specifiek getoetst.
Vaststellen scope toets
De tweede hoofdstap was het vaststellen tot op welk detail-
niveau de onderdelen van het project SDZ moeten worden
beoordeeld en geïnspecteerd. De scope (ook wel invloedssfeer)
Constructieve Veiligheid is hiervoor verdeeld in constructieve,
TIS-controle
Driebergen-Zeist
ing. Ben Notenboom RTb
BouwQ 1 Inspectie hoogte positie schotel , kritisch
voor ponscapaciteit
Zeven stappen richting Verklaring van Geen Bezwaar
De onafhankelijk toets moet worden uitgevoerd door een
zogeheten Technical Inspection Service (TIS)-bureau. Het TIS-
bureau moet zijn gecertificeerd door de TIS-erkennings -
regeling, waarin onafhankelijkheid en deskundigheid
verankerd liggen. Voor dit project is TIS-bureau BouwQ
aan gewezen als controleur van de constructieve veiligheid en
de waterdichtheid. De taken van het TIS-bureau zijn vastgelegd
in de vraagspecificatie TIS van het project.
TIS-controles
TIS-controles zijn risicogestuurd en worden in verschillende
fasen van het bouwproces uitgevoerd. In de preontwerpfase
worden de risico's op verborgen gebreken en beperkingen in de
functionaliteit in kaart gebracht en geanalyseerd. In de ontwerp-
fase worden geconstateerde risico's met schaduwberekeningen of
-analyses geëlimineerd. In de uitvoeringsfase wordt met gerichte,
fysieke inspecties ter plekke gecontroleerd of de risico's tot een
acceptabel niveau zijn of worden gereduceerd.
De resultaten van het TIS-onderzoek worden vastgelegd in de
eindverklaring. Dit is een voorwaarde om de gewenste Verbor -
gen Gebreken Verzekering (VGV) af te mogen sluiten. Eventu-
ele uitsluitingen in de eindverklaring worden vanzelfsprekend
niet verzekerd.
Een TIS-toetsing geeft tevens volledig invulling aan de supervi -
sieniveaus Design Supervision Level 3 (DSL3) en Inspection
Levels 3 (IL3) behorende bij Reliability Class 3 (RC3) volgens
TIS-controle Driebergen-Zeist 8 2018
26
niet-constructieve en externe elementen. Het TIS-werk heeft
zich gefocust op die onderdelen die voor de stabiliteit, sterkte
en waterdichtheid van het te verzekeren object van kritiek
belang zijn.
De TIS-controleurs hebben hier bijvoorbeeld op gelet bij de
spoordekken, de funderingsconstructies (druk- en trekpalen),
het betonwerk van de vloerconstructies verdiepte bak, de
wandconstructies verdiepte bak, langzaamverkeersbrug, de
waterkelder en de fietsenstalling. Ook het nieuwe middenper-
ron en enkele duikers, de geluidsschermen en de perronkap
middenperron zijn getoetst.
In het kader van waterdichtheid zijn het betonwerk van de
vloer- en wandconstructies verdiepte bak, de waterkelder en
van de fietsenstalling getoetst. Tijdelijke constructies als de
traverse en de bouwkuipen zijn niet gecheckt, omdat die na het
werk weer zijn verwijderd. De verzekeraar is in dit stadium
geïnformeerd over de hoogte van de te verzekeren som voor de
invloedsfeer Constructieve Veiligheid.
Risicoscan aanbiedingsontwerp opdrachtnemer
De derde hoofdstap was de risico-inventarisatie van het aanbie -
dingsontwerp. TIS onderscheidt hier algemene risico's en project -
specifieke risico's en heeft voor beide specifieke scans verricht.
Algemene risico's
De algemene risicoscan focust op kwalitatieve aspecten die zijn
benoemd bij de analyse van de vraagspecificatie. Denk hierbij
aan algemene ontwerprisico's, aangevuld met risico's die betrek-
king hebben op de maakbaarheid van het uitvoeringsontwerp
en specifieke algemene uitvoeringsrisico's.
De uitvoeringsrisico's zijn vooral benoemd rond de toegepaste
paalfundering, het betonwerk, de staalconstructie, maar ook bij
de dilatatieprofielen in verband met de waterdichtheid.
3
2
TIS-controle Driebergen-Zeist 8 2018
27
2 Inspectie gemiddelde staafafstanden hoofdwapening spoordek
3 Meting betondekking wapening, kritisch voor levensduur
Beoordelen uitvoeringsdocumenten
De zesde hoofdstap van TIS was het beoordelen van de uitvoe-
ringsdocumenten. Dat geeft een indruk van de invloed van de
uitvoeringsmethodiek op de definitieve constructie. Hier kijkt
TIS vooral naar de werkplannen voor beton, het aanbrengen
van de voorspanning op de dekken, de herkomst en kwaliteit
van het constructiestaal, de invloed van tijdelijke en hulpcon-
structies en naar de montageplannen. De uitvoeringsdocumen-
ten doen ook dienst als handvat voor het inspecteren van de
uitvoering op de bouwplaats.
Beoordelen uitvoering
De zevende hoofdstap was het risicogestuurd inspecteren van
de realisatie, vanzelfsprekend een cruciaal onderdeel van de
TIS-toetsing. Ook hier is de toetsing onderverdeeld in alge-
mene, projectspecifieke en restrisico's. Deze worden op hun
uitvoeringsconsequenties beoordeeld.
Voorbeeld algemeen uitvoeringsrisico
Een voorbeeld van een algemeen uitvoeringsrisico is een fout
bij het aanbrengen van de wapening. TIS heeft hiervoor onder
meer gekeken of de wapening uitgevoerd is conform tekening,
of de dekking voldoende is en of de verankerings- en overlap-
pingslengte voldoende zijn.
Ook in de andere twee categorieën zijn risico's geïdentificeerd
en in de uitvoering gecontroleerd.
Verklaring van Geen Bezwaar op basis
eindrapportage
Aan het eind van de zeven TIS-hoofdstappen wordt een eind-
rapportage opgemaakt. Hierin wordt een conclusie geformu-
leerd of de gewenste risiconormalisatie, de constructieve
veiligheid en waterdichtheid van het bouwwerk voldoen aan de
eisen. Tevens wordt een Verklaring van Geen Bezwaar opge-
steld. Dan kan het definitieve bouwwerk worden verzekerd
tegen verborgen gebreken.
?
Elk risico heeft natuurlijk zijn eigen beheersmaatregel.
De ontwerprisico's zijn vooral onderzocht met ontwerptoetsen.
De uitvoeringsrisico's zijn middels inspecties beheerst.
Projectspecifieke risico's
Bij de projectspecifieke risico's is gekeken naar kwantitatieve
eigenschappen. Deze risico's betekenen gevaar voor de
constructieve veiligheid of de waterdichtheid. Afhankelijk van
de ingeschatte kans en gevolgen is bepaald of het onderdeel wel
of niet moest worden getoetst. Voorbeeld van dit type risico is
dat als de bestaande, te verplaatsen, perronkappen niet voldoen
aan de belastingseisen uit de relevante Eurocodes, deze
constructief onvoldoende voor hergebruik kunnen zijn.
Beoordelen definitief ontwerp (DO)
De vierde hoofdstap, het zwaartepunt van de ontwerpbeoorde-
ling, was de toetsing van het definitief ontwerp (DO). Het gaat
daarbij om het beheersen van de algemene en projectspecifieke
risico's in de ontwerpfase. Denk dan bijvoorbeeld aan het risico
dat een ontwerprekenfout tot falen van de primaire constructie
leidt. Door te controleren of de juiste uitgangspunten zijn
gehanteerd, de schematisering van het onderdeel klopt en
vooral of een schaduwberekening van de krachtswerking over -
eenkomstige uitkomsten geeft, is per onderdeel beoordeeld of
het ontwerp inderdaad leidt tot een kwalitatief goed bouwwerk.
Beoordelen uitvoeringsontwerp (UO)
De vijfde hoofdstap was de toetsing van het uitvoeringsontwerp
(UO). Vanzelfsprekend ook hier weer op algemene en project-
specifieke ontwerprisico's. Zijn er bij de toetsing van het DO
restrisico's geconstateerd, kunnen die hier worden meegenomen.
Voorbeeld algemeen uitvoeringsrisico
Een voorbeeld van een algemeen uitvoeringsrisico is dat als er
een fout in het uitvoeringsontwerp ? die leidt tot falen van de
primaire constructie ? niet wordt opgemerkt. Om dit gevaar te
kunnen wegen, kijkt TIS naar de betondekking en wordt het
betonmengsel op sterkte, maar ook op milieuklasse (levensduur)
beoordeeld. Verder controleert TIS de bescherming tegen corro -
sie van de staalconstructies en worden de ontwerpdimensies op
de uitvoering (wapenings)tekeningen onderzocht.
Voorbeeld projectspecifiek risico
Een projectspecifiek risico dat is getoetst, is in hoeverre maat-
regelen zijn genomen om lekkages in het beton van de
verdiepte bak te voorkomen. TIS heeft hierbij gekeken hoe het
risico op scheurvorming door verhardingskrimp wordt
beheerst door te letten op toegepaste wapening, keuze beton-
mengsel en beoogde nabehandeling.
Meer over Driebergen-Zeist
Over het project Stationsgebied Driebergen-Zeist
zijn meer Cement-artikelen verschenen:
? Scope van het project
? Onderwaterbetonvloer en belasting na 72 uur
? TIS
Deze artikelen staan elders in dit nummer en zijn
beschikbaar op www.cementonline.nl.
TIS-controle Driebergen-Zeist 8 2018
28
Vernieuwend
met een vleugje
sentiment
Constructieve uitdagingen Hoog Catharijne
Vernieuwend met een vleugje sentiment 8 2018
29
In hartje Utrecht wordt al jaren gewerkt aan een
complete vernieuwing van het stationsgebied.
Belangrijk onderdeel vormt het vernieuwde
winkelcentrum Hoog Catharijne, een project dat
uit diverse onderdelen bestaat. Een globaal
kijkje achter de constructieve schermen.
Hoog Catharijne, Catharijnesingel, verleden
en heden
Hoog Catharijne is in de jaren zeventig gebouwd als hypermo-
dern winkelcentrum (foto 2). Het was destijds zelfs het grootste
overdekte winkelcentrum van Europa. De realisatie van dit
winkelcentrum betekende ook het einde van de Catharijnesin-
gel. Die had zijn functie als vaarroute grotendeels verloren en
werd plaatselijk gedempt, om plaats te maken voor een belang-
rijke verkeersader door de binnenstad: de Catharijnebaan.
Enkele decennia later besloot de gemeente Utrecht, massaal
gesteund door de Utrechtse bevolking, de leefbaarheid in dit
gebied te vergroten en de oude Catharijnesingel weer in ere te
herstellen en het inmiddels verouderde winkelcentrum te
vernieuwen en uit te breiden. Met 26 miljoen bezoekers per
jaar is Hoog Catharijne nog altijd het drukst bezochte winkel-
centrum van Nederland. Het vormt dé verbinding tussen het
drukste treinstation van ons land en de Utrechtse binnenstad.
Planbeschrijving
De aanpak van Hoog Catharijne bestaat deels uit aanbouw en
verbouw van diverse planonderdelen zoals Clarenburg, de Zuid-
passage, het Voorzetgebouw, en deels uit nieuwbouw (fig. 3).
1
ir. Koen van Uffelen, ir. Fokke van Gijn,
ir. Dirk-Jan Kluft
Van Rossum Raadgevende Ingenieurs
1
Breedplaten en versterkte
balkstroken in het
Entreegebouw
2 Hoog Catharijne in 1973
bron: Bureau ir. K.F.G. Spruit3 Overzicht planonderdelen
2
3
Vernieuwend met een vleugje sentiment 8 2018
30
Gezien van het winkelcentrum is de eerste nieuwbouw het
zogenoemde Bruggebouw. Dit gebouw bevindt zich boven een
drukke verkeersweg langs de singel. Naast het Bruggebouw
staat het 42 m hoge Poortgebouw. Daarnaast bevindt zich de
Stadskamer, waaronder de nieuwe Catharijnesingel voert (fig.
4). Aan het Vredenburgplein staat vervolgens het Entreege-
bouw. Onder een aantal van deze gebouwen, namelijk het
Poortgebouw, de Stadskamer, de Catharijnesingel en het
Entreegebouw bevindt zich een gemeenschappelijke nieuwe
vijflaagse parkeergarage voor 1300 auto's (fig. 5).
Het winkelcentrum wordt met 35.000 m
2 uitgebreid (boven op
de bestaande 65.000 m
2). De wat onoverzichtelijke passages in
het huidige winkelcentrum worden vervangen door twee grote
rechte passages die vanaf het station, door de oudbouw en de
nieuwbouw, naar de binnenstad voeren.
Normen
Doordat verschillende planonderdelen onder verschillende bouw -
aanvragen vielen, is de parkeerkelder nog volgens de TGB-serie
uitgerekend, terwijl het Entreegebouw en Poortgebouw, die hier
bovenop staan, aan de Eurocode moeten voldoen. Voor de lasten
vanuit de bovenbouw op de onderbouw zijn daarom toeslagfacto -
ren in rekening gebracht om de gevolgen van de Eurocode ook
voor de onderbouw en de fundering te laten gelden.
Risicoanalyse
Voor dit CC3-project, waarin winkelend publiek, bewoners,
forenzen, weg- en waterverkeer met grote regelmaat massaal
samenkomen, is een uitgebreide risicoanalyse gemaakt, mede
vanwege het grote belang voor de stad Utrecht. In deze analyse
zijn, naast de in de voorschriften genoemde buitengewone
belastingen, diverse ontwerp-/uitvoeringskeuzen beschouwd.
Eén hiervan was het voorkomen van schade aan de belendende
bebouwing. Hiertoe is bijvoorbeeld preventief de fundering van
het oude Muziekpaleis versterkt.
inschriften
4
5
Vernieuwend met een vleugje sentiment 8 2018
31
den gerealiseerd. In deze meer dan 60 m diepe wanden zijn
stalen damwanden met een lengte van 35 m aangebracht. De
bovenste 18 m, het deel in de parkeergarage is volledig afgelast
om als permanente grond- en grondwaterkering te dienen.
De bouwput is eerst ontgraven tot -2-niveau. Vanaf dit niveau
zijn grote-diameter-boorpalen aangebracht (Ø1500 mm en
Ø2000 mm). Alleen het onderste deel van deze boorpalen is
gevuld met wapeningskorven en beton. In het bovenste deel
zijn de prefab-betonkolommen afgehangen die onderdeel zijn
van de onderste kelderverdiepingen (-5- t/m -2-niveau). Na het
gereedkomen van de -2-vloer, die op deze prefab kolommen is
opgelegd (foto 7) en die direct een stempelfunctie heeft voor de
bouwputwanden, kon men gelijktijdig naar boven en naar
beneden verder bouwen. Dit zowel door het ontgraven ónder
de -2-vloer (foto 8) als het omhoog opbouwen van de bovenge-
legen verdiepingen. Voor dit principe is gekozen om een hoge
bouwsnelheid te realiseren en voor een zo vroeg mogelijke
oplevering van de winkels.
Meer hierover staat in het artikel 'Grensverleggend funderings-
systeem in Utrecht', geschreven door BAM A&E, in Cement
2014/8.
Om het risico op overvloedig lekwater door de kleilaag onder
de parkeergarage te voorkomen, werd een permanente polder
-
constructie uitgesloten en is een rondom waterdichte kelder -
constructie ontworpen.
Een ander belangrijk aandachtspunt in de risicoanalyse was de
Catharijnesingel, die tussen het Entreegebouw en het Poortge-
bouw boven de parkeerkelder door zal stromen. Waterdicht -
heid van deze waterbak is hierbij van het grootste belang.
Bouwfasering
De bouwfasering had grote invloed op de wijze van uitvoering.
De directe verbinding tussen het station en het stadscentrum
mocht namelijk geen enkel moment buiten bedrijf zijn (de
zogenoemde 24-uursroute). De nieuwe Noordpassage, die
dwars door het Entreegebouw voert, moest zodoende gereed
zijn, alvorens met de sloop van de huidige Zuidpassage mocht
worden begonnen (foto 6). Dit heeft tot gevolg dat zowel het
Entreegebouw als het Poortgebouw, maar ook het Voorzetge-
bouw in etappes zal worden opgeleverd.
In het navolgende komen de diverse bouwdelen en hun grootse
constructieve uitdagingen achtereenvolgens aan bod.
Vijflaagse parkeergarage/bouwput
Strak te midden van overige bebouwing, is een vijflaagse
ondergrondse parkeergarage gerealiseerd. Deze dient tevens als
fundering voor diverse bovengelegen bouwdelen. De nieuwe
parkeergarage resulteert in een bouwkuip van 18 m diep. Om
deze waterdicht te maken, is gebruikgemaakt van een tijdelijk
gesloten bouwkuip. Tot in de waterdichte kleilaag van Kedi-
chem (NAP -58 m) zijn waterkerende cement-bentonietwan-
4 Impressie van het
Entreegebouw, het
Poortgebouw en hiertus-
sen de Stadskamer, waar -
onder de nieuwe
Catharijnesingel voert
5 Dwarsdoorsnede
Entreegebouw,
Poortgebouw en
Parkeergarage
6 Links op de foto is het (eer -
ste deel van het)
Entreegebouw volop in
aanbouw; op hetzelfde
moment is begonnen met
de sloop van de stukjes
bestaande bouw boven de
bestaande Zuidpassage
7 -2-vloer gekoppeld aan
prefab-betonkolommen
parkeergarage
8 Ontgraving onder -2-vloer
parkeergarage
6
7
8
Vernieuwend met een vleugje sentiment 8 2018
32
Vier betonnen kernen verzorgen de stabiliteit van de verschil-
lende, gedilateerde bouwdelen.
Bijzonder was ook dat de bouwwerkzaamheden in de kelder al
waren gestart, terwijl het Entreegebouw slechts op DO-niveau
was uitgewerkt. Hiertoe is een uitgebreid afstemmingsproces
tussen boven- en onderbouw opgetuigd om dit op een verant-
woorde wijze te kunnen doen.
Flexibiliteit
Het sleutelwoord voor de winkelverdiepingen is flexibiliteit.
Om voor de huurders een zo flexibel mogelijk ontwerp ? voor
nu en in de toekomst ? te realiseren, zijn er toeslagfactoren op
de belastingen gehanteerd en is er, door tussenvelden in de
vloer als eindvelden te ontwerpen, rekening gehouden met de
mogelijkheid van het maken van vides. Een kolommenstruc-
tuur met een combinatie van breedplaatvloeren en versterkte
balkstroken bleek hiertoe het meest geschikt (foto 1). Tussen de
oplevering van het betoncasco en de opening van de winkels, is
er al heel wat gesleuteld om liften, roltrappen of vides te realise-
ren. Hierbij is dankbaar gebruikgemaakt van de in het ontwerp
voorziene flexibiliteit.
Poortgebouw
Midden tussen het Entreegebouw en het oude winkelcentrum,
ingesloten tussen de weg en het water van de Catharijnesingel,
bevindt zich het Poortgebouw (fig. 4). Net als bij het Entreege-
bouw zijn de begane grond, eerste en tweede verdieping
bestemd voor retail. Vanaf de derde verdieping vestigen zich
hier twee hotels (11.600 m
2) met een totaal aantal van 320
kamers. Het gebouw is 135 m lang, 42 m hoog en slechts 12 m
breed. Het is daarmee zeer slank in relatie tot het door wind
Entreegebouw
Het Entreegebouw vormt de nieuwe entree van Hoog Catha-
rijne aan de zijde van het Vredenburgplein (fig. 9). Het gebouw
staat op de parkeerkelder. Het bestaat uit drie winkelverdiepin-
gen met daar bovenop nog drie lagen met 60 appartementen.
Om elke vierkante meter vloeroppervlak zo efficiënt mogelijk
te benutten, is voor elke afzonderlijke functie een optimale
indeling gekozen. Dit heeft tot gevolg dat de verticale elemen-
ten in de draagconstructie va
Reacties