Het tweede internationale congres te Parijs van deAssociation Scientifique de la Pr?contrainte (ASP)door Ir. J. A. H. HartmannZoals reeds eerder in Cement is vermeld, werden op 16--18 Octoberj.l. te Parijs studiedagen gehouden betreffende het voorgespannenbeton, waarop -- door middel van Inleidingen door grootten op ditgebied van Frankrijk en vele andere landen -- de problemen werdenbesproken, welke dit nieuwe constructiemateriaal in zijn toepassing inzo grote mate mede-brengt. Tevens waren aan deze conferentiesexcursies ver-bonden naar belangwekkende werken, welke -- buiten dereeds bekende van het vorige congres -- alle een min of meerexperimenteel karakter droegen en zodoende weer opnieuw het Fransevernuft toonden.Voor de Fransen was de opzet van het congres, het buiten-land te latenzien, wat zij op dit gebied presteerden. Dat het tevens in hun bedoelingligt, iedereen van de goede eigen-schappen van dit materiaal teovertuigen, is zeker voor een niet gering deel te danken aan het feit, datde oorspronkelijke octrooirechten van de voorspanning nog in hunhanden liggen.De organisatie van het geheel was voortreffelijk evenals het vorigejaar; dat dit heel wat zeggen wil, zullen degenen be-amen die wel eenseen congres hebben georganiseerd.Als voorzitter fungeerde de heer B o u t e t, Inspecteur-G?n?-ral desFonts et Chauss?es, die het voorzitterschap voor deBEZOCHTE WERKENEnige werken werden reeds het vorig jaar tijdens het eerstecongres beschreven of bezocht, waarvan tijdens dit congres deverdere bouw kon worden getoond. De eerste dag werd eenbezoek gebracht aan:1. een fabriek voor het vervaardigen van. voorgespan-nendwarsliggers te Bonneuil. De Franse spoorwegen zijn delaatste jaren overgegaan tot het op vrij grote schaal toepassenvan dit soort dwarsliggers in beton, waarvoor enkele fabriekende vervaardiging ter hand hebben genomen (foto 1).In deze fabrieken vindt de vervaardiging plaats op de voorkleine onderdelen meest economische wijze: het lange-bankensysteem, waarbij eerst de wapening gespannen endaarna het beton gestort wordt, het z.g. pretensionedvoorgespannen beton.Het staal wordt eerst gestrekt door het met een met de handbediende hefboom te spannen, daarna op lengte geknipt envervolgens op aparte tafels naast de lange-bank gereed gemaaktran het in de goten te leggen.Hiertoe wordt een schroefwapening van dun zacht staalaangebracht met enkele supporten op de plaats waar later derailoplegging komt.Met behulp van verrijdbare takels worden deze wape-ningsnetten in de mallen geplaatst, waarvan er op de lange-bank vier naast elkaar aanwezig zijn. Op deze wijze kunnen 40dwarsliggers tegelijkertijd vervaar-digd worden.In de lengterichting worden de dwarsliggers van elkaargescheiden door twee plaatjes hardboard met enigetussenruimte.Een speciale moeilijkheid is het maken van de gaten voor detirefonds. Om deze gaten te sparen worden speciaal daartoevervaardigde hulptirefonds in de be-kisting vastgezet. Dedwarsliggers liggen in de bekis-ting met de onderzijde naarboven.In de bekisting zijn, op de plaats waar deze gaten moe-tenworden gespaard, rubberplaatjes aangebracht, waarin dekoppen van deze hulptirefonds worden vastgezet. Door dezemaatregel kunnen, als de draden worden ontspannen, de boutenuitwijken en zodoende nog worden losgedraaid. De 16voorgespannen draden van elke dwarsligger zijn bij de koppenin verticale richting gekruist door het aanbrengen vandwarsstaaf-jes, om een betere aanhechting te verkrijgen; dit iswenselijk daar de verankering uitsluitend door aan-hechtingmoet plaatsvinden.Het gebruikte hardstaal is glad draad ? 5 mm met eenbreukvastheid van 140 kg/mm2en een vloeigrens van 105kg/mm2. De verlenging bij de vereiste spanning bedraagt 0,72%. Langs de mallen is aan de tweeCement 3 (1951) Nr 1-2eerste dag overdroeg aan de Belgische professor B a e s. Voor detweede dag nam Ir. C a m b o u r n a c, ere-voorzitter van de Soci?t?des Ingenieurs Civils de France, het voorzitter-schap waar, terwijl debekleding van deze functie voor de derde dag aan Prof. T o r r o j a vande Escuela de Ingenieros de Caminos te Madrid was opgedragen.Het aantal deelnemers bedroeg ruim 500, waaronder 36 Neder-landers.Voor Frankrijk waren aanwezig 175 personen, waar-uit blijkt dat debelangstelling uit het buitenland zeer groot was. Belangrijkecontingenten waren verder afkomstig uit Spanje, Itali? en Belgi?,terwijl dit jaar voor het eerst ook weer Duitsers aan het congresdeelnamen. Nederland sloeg een goed figuur onder de 19nationaliteiten die er vertegen-woordigd waren; drie Nederlandershielden een voordracht op het congres, terwijl een vierde, welke doorDipl.-Ing. G. B a a r zou worden gehouden, door ernstigegebeurtenissen in zijn familie geen doorgang kon vinden.1)Om tot een behoorlijk overzicht te komen zal eerst een be-schrijvingvan de werken worden gegeven, waarin dan tevens de daarbijgehouden voordrachten zullen worden verwerkt, terwijl daarna in devorm van een kort resum? de voordrach-ten de revue zullen passeren.zijden een muurtje aanwezig, waarop rails zijn be-vestigd. Hieroverheen wordt een wagentje voortbe-wogen met eenhoeveelheid beton, voldoende voor acht liggers. Door middelvan vier stortkokers wordt het beton uit het wagentje in demallen gestort. Direct daarachter volgt een andere wagen,welke de bekisting -- die zelf een geringe voorspanning heeft-- in trilling brengt met een frequentie van ca 9 000 tril-lingenper minuut.De stalen mallen worden afgedekt en door stoom ge-durende 5uur tot 60 ?C verwarmd, waardoor het mo-gelijk is, de mallentweemaal op een dag te gebruiken. De draden worden elk voorzich met stalen wiggen vastgezet in een plaat voor elke rijdwarsliggers in lengterichting en door middel van vijzels,welke zijn gemonteerd op een speciaal daartoe vervaardigdewagen, aangespannen.Een dergl. dwarsligger voor normaal spoor weegt 150 kg 2) enbevat 6,5 kg hardstaal en 1,3 kg zachtstaal. Hetspanningsverlies zal waarschijnlijk 25 % bedragen.2. de brug te Villeneuve-St. Georges. Deze brug, van het typeCantilever, ligt over de Seine in de om-geving van Parijs en zaleen in hoofdafmetingen soort-gelijke brug vervangen.3)De zijoverspanningen zijn 41 m lang, de middenover-spanning78,20 m, waarvan het middenstuk -- dat op de overkragendeeinden van de zijoverspanningen rust-- 39,11 m lang is. De wegbreedte bedraagt 8,40 m,1) Deze voordracht zal in de loop van dit jaar in Cement wordenopgenomen.2) Een houten ligger weegt rond 75 kg.3) In mijn artikel in Cement 7?8 werd reeds melding gemaaktvan het ontwerp van deze brug. In afwijking van het daarinvermelde is bij de bouw geen gebruik gemaakt van zwel-cement, hoewel dit aanvankelijk wel in de bedoeling heeftgelegen.foto 1. Owarligger in voorgespannen beton, zoals deze bij deFranse Spoorwegen in gebruik is.5waaraan ter weerszijden zich een trottoir van 2,80 m breedbevindt. De brug is kokervormig met een buitenbreedte van9,25 m en een tussenwand in de lengterichting van 0,18 m diken buitenwanden van 0,16 m. De constructiehoogte bedraagt innet midden 2,30 m en op de pijlers 6,85 m.Door dwarsschotten, met dikte van 0,14 m, is de brug in sectiesverdeeld, waarvan de meeste 6,50 m lang zijn.De voorspanning in deze brug wordt gegeven door geslagenkabels met een diameter van 66 mm, waarin geen kern vanander materiaal aanwezig is. De 193 draden, welke gezamenlijkde kabel vormen, zijn ? 4 mm en hebben een breukvastheidvan 170 kg/mm2. De loop van de kabels is aangegeven in tek.2. De kabels worden voorgespannen tot 160 ton (= 63 kg/mm2)en zijn bij te regelen, terwijl de breukbe-lasting volgens debeproeving 300 tot 420 ton bedraagt.tek. 2. brug over de Seine te Villeneuve-St. GeorgeskabelsysteemDe kabels lopen geheel vrij door de brug, waarbij zij op debuigpunten over pendels van gewapend beton zijn gevoerd. Zezijn op de draaipunten van gietstalen schoenen voorzien, terwijlook het vlak, waarover de kabel loopt, een gietstalen bekledingheeft.Het einde van een kabel is in een metaallegering vast-gezet,waardoor een aangrijpingspunt aanwezig is om de kabel tespannen (zie tek. 3). Door de twee vijzels kan de spanning in dekabel op de juiste waarde wor-den gebracht. De kabels worden,voor zij in het werktek. 3. brug over de Seine te Villeneuve-St. Georgesverankering van een kabelkomen, alle ongeveer gedurende een uur op 1,25 x dewerkspanning gehouden, om de rek, welke bij een ge-slagenkabel nu enmaal ontstaat, zoveel mogelijk te elimineren.De zijoverspanningen bevatten elk 33 kabels, terwijl in hetmiddendeel 24 kabels aanwezig zijn. De maxi-mumbetonspanning bedraagt 100 kg/cm2bij een kubusvastheid vanten minste 400 kg/cm2op kuben met zijden van 20 cm. Hetregelen van de spanning zal de eerste driemaal door deaannemer van het werk moeten geschieden en wel 6, 18 en 36maanden na oplevering.In het beton zijn nog, voor het meten van de spanning,contr?le-apparaten ingestort, welke berusten op het verschilvan toonhoogte bij verschillende spanning.Foto 4 geeft een kabel, zoals ze op de brug wordt aan-gevoerd;duidelijk is hierop de kabelschoen te zien. Foto 5 geeft eenaanzicht van de brug, zoals deze in October j.l. was. Hetmiddendeel zal op de wal worden gemaakt en met drijvendebokken worden geplaatst. Het ligt in de bedoeling de brug later-- indien no-dig -- te versterken door de voorspanning op tevoe-ren. tot 75 kg/mm2.Naar mijn mening kan dit project worden aangemerkt alsresearch. Zoals een en ander is uitgevoerd, is het zeker nieteconomisch. Niettegenstaande dit, is het een knap tot in dedetails ontworpen en uitgevoerd werk, dat zeker voor deverdere ontwikkeling van het voorgespannen beton van belangkan zijn.De volgende dag werden te Rouan twee werken be-zocht:3. het ondergrondse parkeerterrein. Om tegemoet te komenaan de eisen van het moderne verkeer is langs de Seine aan de,,Rive Droite" een grote verkeersweg geprojecteerd. Daar dezeaansluiting geeft op de 4 nieuwe bruggen over de Seine, welkeook in het pro-ject zijn opgenomen, was een hooggelegenrijweg gunstig.Door deze omstandigheid was de mogelijkheid ge-schapenonder de rijweg, tussen twee bruggen in, een parkeerruimte --waaraan in elke moderne stad een grote behoefte is -- temaken van 169 m lang en 30 m breed bij een hoogte van 3,23m; deze ruimte kan 180 tot 200 auto's bevatten. De afdekking(de rij-weg) is uitgevoerd in voorgespannen beton. Tek. 6 geefteen doorsnede te zien.De balken, welke de ruimte in dwarsrichting over-spannen,liggen hart op hart op afstanden van 4 m, welke aan beidezijden van een uitkraging zijn voor-zien, waarop de afdekplatenvan ,,pretensioned" voor-gespannen beton met een lengte van3,50 m, een breedte van 0,81 m en een dikte van 0,27 m rusten.Deze platen worden op een lange-bank vervaardigd;tegelijkertijd komen 70 stuks van deze platen gereed. Tussen deplaten zijn kabels volgens het systeem Freyssinet van 18draden ? 5 mm geplaatst, welke over een lengte van 36 mworden voorgespannen. Op deze afstanden zijn ookdedilatatievoegenaangebracht. De balken, welke indwarsrichting het parkeerterrein overspannen, zijn in tweedelen op de grond vervaar-digd, daarna voorgespannen envervolgens op de tussenkolom en de eindkolommen ofhulpconstructie gemonteerd. Na het aanbrengen van de kabelsover de gehele lengte en van de gebogen verbindingskabelsover de middenkolom, is de ruimte tussen twee delenaangestort; na voldoende verharding worden al deze kabelsaangespannen.Als bijzonderheid zij hier nog vermeld, dat de ver-bindingskabels over de kolommen, gevat in een staal-omhulling, over stralen van resp. 4,00 m, 3,30 m en 2,80 mgebogen zijn ter lengte van ongeveer een kwart cirkel.Of de aangebrachte voorspanning overeenkomt met deberekende, kan ik niet zeggen; wel zal de variatie in spanningin een kabel tengevolge van de wrijving beduidend zijn.Over de middenkolommen bevatten genoemde balken 12kabels.Aan de open zijde van de parkeerplaats, welke aan defoto 4. brug te Villeneuve-St. Georgeskabel voor de plaatsing van de brugfoto 5. brug te Villeneuve-St. Georgesoverzicht6 Cement 3 (1951) Nr 1-2tek. 6ondergronsparkeerterrein ieRouandoorsnederivierzijde is gelegen, staan kolommen, die dubbel zijnuitgevoerd, 8 m hart op hart. Over deze kolommen loopt eenlangsbalk, door een kabel met de kolom verbonden, waartegentevens de dwarsbalken door het spannen van kabels zijngeklemd.Aan de stadszijde loopt een keerwand, bestaande tut kolommenter plaatse van de dwarsbalken, waartussen platen zijnaangebracht van dezelfde constructie als reeds vermeld, dochmet dit verschil, dat de dikte vari?ert van 0,21 m tot 0,32 m.De gehele constructie is statisch onbepaald; het grote voordeelis, dat zij toch niet als monoliet behoeft te worden uitgevoerd;4. de galerij. Dit werk was het vorige jaar in het be-ginstadiumen is nu voor het grootste deel voltooid. Het is gelegen aan de,,Rive Gauche". De galerij is 1 800 m lang en verbindt destations Rouan-Orleans en Rouan-St. Seoer. De weg ligt op hetbovenvlak van de galerij.Daar het geheel gedeeltelijk boven de grond en ge-foto 7. overdekte galerij, montagedeeltelijk in ingraving is gebouwd, terwijl tevens de wegslechts voor een deel geheel boven de galerij ligt, zijnverschillende hoofdvormen te onderscheiden. Voor deingraving is zowel gebruik gemaakt van het systeem van eenportaal met keerwanden als wel van twee keermuren, waaropeen afdekking is geplaatst. Voor de plaatsen, waar de voet vande heuvel werd weggenomen, is gebruik gemaakt van dekeerwand met overkraging, welke bij grotere overstekken nogmet kolommen is ondersteund (foto 7 geeft de mon-tage vaneen deel weer).Voor het overige bestaat de galerij uit een plaat, opge-legd opbalken op vier steunpunten (foto 8).Evenals bij het aan de overzijde liggende onder-grondseparkeerterrein zijn deze op de plaatsen, waar kolommen zijntoegepast, dubbel uitgevoerd; zij liggen ook op afstanden van 8m.De gebruikte elementen en de plaats van vervaar-diging voor dein tek. 9 gegeven doorsnede zijn de volgende.foto H. B a r a n g e rCement 3 (1951) Nr 1-2 7foto 8. overdekte galerij te RouandilatatievoegDe keermuren en de dubbele kolommen aan de voor-zijde zijnter plaatse gestort. De heipalen, de kespen, de frontbalken, dedwarsbalken en de dekplaten zijn op de fabriek, welke daartoeop enige afstand is ge-bouwd, vervaardigd.De keermuren staan op afstanden van 4 m hart op hart. Debenodigde dagwijdte voor de sporen is 8,22 m. De lengte vande frontbalken is 8 m; zij zijn opgelegd op de kolommen. Dezebalken worden in groepen van drie verbonden, zodat om de 24m dila-tatievoegen ontstaan.De palen onder de kolommen zijn 40 cm in het vier-kant. Dewapening van de palen bestaat uit twee kabels, welke van debovenzijde naar de punt lopen, daar ombuigen en dan weer naarde bovenzijde terug-keren. In de punt kruisen de kabels elkaar.Aan de bovenzijde steken er dus vier kabels uit. Alle kabels zijngelegd in stalen omhullingen.De front- en dwarsbalken worden op de fabriek ge-deeltelijkvoorgespannen. De overige ingebetonneerde kabels wordenaangespannen op het werk, waarbij zij tevens onderling wordengekoppeld.Voor de bekistingen worden stalen mallen gebruikt. Het betonwordt getrild met behulp van snellopende kisttrillers van hettype Vibrougir en trilnaalden.De stukken zijn te groot van afmeting, zodat geen triltafelskunnen worden toegepast.De dekplaten en de platen, welke tussen de contre-forten degrond keren, zijn van dezelfde constructieals de platen welke bij de ondergrondse parkeerplaats wordengebruikt. Zij worden met de dwarsbalken, resp. met decontreforten over een lengte van 20 m tot een geheel verenigddoor voorgenoemde voorspan-kabels.De overgebleven 4 m wordt afgedekt door platen vanvoorgespannen beton, welke op een uitkraging van deze balkenrusten (foto 8). De groeven worden met beton gevuld.De werkwijze is dus, dat alle kabels op een plaats van defabriek op lengte worden gemaakt, waartoe van 8 of 12 rollentegelijk (naar gelang van het aantal draden in een kabel) dedraden worden afgewonden en om de centrale veer wordengegroepeerd; deze kabel wordt met binddraad samengebonden.Daarnaast wordt de staalomhulling gemaakt, waardoor de kabelwordt heengestoken.De aldus gereedgemaakte kabel wordt in de bekisting gelegd enaan de daartoe aanwezige beugels vastgezet. Het beton wordtook centraal vervaardigd, waarna het met kipkarren naar deplaats van bestemming gebraeht en door middel van eentransporteur gestort wordt.Het geven van de voorspanning aan de platen, bestemd voor degrondkering, acht ik min of meer overgelaten aan het toeval,speciaal onderaan. Wil namelijk de voorspankracht overgaanop de platen, dan moeten de contreforten iets naar elkandertoekomen; bij een gemiddelde betonspanning van 50 kg/cm2eneen E van 400 000 kg/cm2ontstaat er een totale verplaatsingvan 2,5 mm (over 4 m). Wanneer de grondaanvulling isaangebracht, komt daar nog bij de krimp en detemperatuursdaling. De grond laat echter wel groteverplaatsingen toe en waarschijnlijk zal met deze factorenrekening zijn gehouden.Een op het fabrieksterrein gebouwde eenheid van 24 m langwerd vorig jaar reeds door middel van vijzels proefbelast. Foto10 geeft een aanzicht van een gereedgekomen gedeelte.In Le Havre werd een zeer interessante toepassing van hetvoorgespannen beton getoond:5. katoenlooclsen, bestaande uit koepels met voorge-spannen randen. Voor deze loodsen, welke een opper-vlakzullen beslaan van 110 x 550 m, is een dakeon-structie gekozenvan koepels bestaande uit kruisende gewelven, waarvan hetstramien 19,33 x 18,79 m be-draagt. Deze koepels rusten in dehoeken op ronde kolommen. De goot- en de randbalken zijndoor mid-del van kabels voorgespannen. De bekisting lost doorhet voorspannen van de randen, waarna zij omlaag wordtgelaten en in haar geheel naar het volgende vak wordtverplaatst. De dagverlichting was doortek. 9 overdekfe galerij teRouan doorsnede8Cement 3 (1951) Nr 1-2middel van ramen in de top van de koepels aange-bracht, Hetgeheel was vrij donker, hetgeen voor het beoogde doel in ditgeval geen enkel bezwaar op-levert. Foto 11 geeft een beeldvan de bouw van deze loodsen.6. de veraieuwing van door de oorlog verwoeste kade-muren te Le Havre. Evenals te Rotterdam en bij de meesteandere grote havens in West-Europa zijn deoorlogsvernielingen in dit havenbekken zeer groot geweest,zodat ook hier gehele kademuren moeten worden hersteld.Het eb-en-vloedverschil bedraagt voor het open bek-kenmaximaal ongeveer 8 m.Voor het herstel wordt op grote schaal gebruik ge-maakt vanvoorgespannen beton. Alle voorgespannen betonelementenworden hiertoe op de wal of in een bouwdok vervaardigd envervolgens naar de plaats vervoerd, waar deze delen moetenworden verwerkt. Voor de kademuren aan de open haven isgebruik gemaakt van trapeziumvormige of -vormige balken invoorgespannen beton met een lengte van ca 11 m, welke bij ebmet de einden op 3 m brede pijlers zijn opgelegd. Deze balken,breed 0,45 m en hoog 1,50 m, elk voorzien van 6?10 kabelsvan elk 10 draden ? 5 mm, liggen aaneengesloten. Over dezebalken is een betonplaat gestort, waarop de kademuren zijnopgebouwd.Voor de gesloten havenbekkens is, daar het verschil inwaterstand hier slechts 2,65 m bedraagt, gebruik ge-maakt vancaissons of bakken uitgevoerd in voorge-spannen beton, welkerusten op pijlers met een dia-meter van 1,50 m, gemaaktvolgens het systeem Benoto.De caissons resp. bakken (tek. 12 en foto 13), in het bouwdokvervaardigd, worden met vloed tussen pon-tons naar de plaatsgevaren. Aldaar aangekomen wor-den de caissons gezonkendoor daartoe aangebrachte afsluiters te openen. Daarna wordenze aan de boven-zijde tegen elkaar aangeregen door kortespankabels, terwijl tevens een verbinding tussen de palen en defoto 11. katoenloodsen te Le Havrebouw van de koepels met voorgespannen randenfoto 12. kademuren te Le Havreonderaanzicht van de caissonsfoto 13. kademuren te Le HavreEen in voorgespannen beton uitgevoerde bakwordt op zijn plaats gebracht.foto H. B a r a p g e rCement 3 (1951) Nr 1-2 9caissons tot stand wordt gebracht door de 4 in elke paalingestorte kabels. De caissons zijn ca 25 x 25 m groot.De laatste dag werden nog twee werken bezocht: 7. de mastenvoor de bovenleiding in de spoorlijn Parijs-Lyon. Zoals nuook in Nederland het geval is, wordt in Frankrijk op groteschaal gebruik gemaakt van masten in voorgespannen beton.Terwijl in Neder-land het portaalspant wordt gebruikt, past menin Frankrijk de enkele mast toe, en wel om bij deraille-ment demogelijkheid te behouden op tenminste ??n spoor het bovennetin tact te houden.De in Fontainebleau-Avon getoonde masten zijn ver-vaardigdvolgens het systeem Valette-Weinberg. Zij bestaan uit tweeafzonderlijk vervaardigde flenzen (foto 14), voor deverschillende typen van 30?40 cmfoto 14. flenzen voor mast volgens systeemValette-We in bergbreed en 6?10 cm dik. Het spannen geschiedt aan ??n zijde enwel aan de onderzijde van een dergelijke flens. De dradenlopen over stalen keerpunten, welke -- na het spannen van dedraden en na het storten en verharden van het beton -- door hetlosslaan van een wig kunnen worden gelost. Bij deze flenzenzijn beu-gels van zachtstaal ingestort. Het diagonaalverbandertussen wordt er later ingestort.Wanneer de gereedgekomen palen aan een critisch onderzoekworden onderworpen, vind ik dat de ver-binding tussen deflenzen en diagonaalverband veel te wensen overlaat; het staalis veelal zichtbaar. Op de plaats van de bevestiging van dedwarsarm, waaraan de draden zijn bevestigd, waren diversepalen ge-kraakt.8. de brug te Genevraye. Hierbij is gebruik gemaakt van devoorgespannen wapening volgens het systeem Chalos; zij isvervaardigd door La Soci?t? des Grands Travaux deMarseille4).De voorgespannen wapening wordt naast de brug op het werkvervaardigd. Foto 15 geeft de machine weer, waardoor debuigzame buis uit voorbewerkt dun plaatstaal wordt gevormd.De hier gebruikte voorge-spannen wapeningen geven primairevoorspankrach-ten van 76 ton resp. 52 ton. De uiteindelijkevoorspan-kracht op het beton bedraagt 60 ton resp. 45 ton.De brug is een plaatbrug met een overspanning van 24 m,waarin 70 gebogen kabels voor 76 ton in de lengterichting en20 rechte kabels voor 52 ton in de dwarsrichting zijnondergebracht. De plaatdikte be-draagt 0,85 m.Tezamen met de ,,Pont d'Ingersheim", een statisch on-bepaaldebalkbrug over drie steunpunten met over-spanningen van 23 men een constructiehoogte van 1,62 m, vormt de burg teGenevraye een experiment om het systeem te proberen.Nagenoeg zeker zal het toegepaste systeem naar mijn meninggeen financi?le voordelen bieden voor deze bruggen. Het blijftechter een interessante wijze van het geven van voorspanningaan betonconstructies, welke na verdere vervolmaking wellichttoekomst heeft voor speciale gevallen, waar sterk gebogenkabels moeten worden toegepast en waar de con-structie demogelijkheid biedt deze voorgespannen wapening aan tebrengen.VoordrachtenIr. Freyssinet behandelde, na het geven van een overzicht vande geschiedenis, speciaal de spannings-verdeling in hetvoorgespannen beton, welke uiteraard direct afhankelijk is vande vervormingen. Zij zijn niet alleen elastisch doch ookgedeeltelijk plastisch, een bij alle materialen in meer ofmindere mate optredende eigenschap 5).Hieruit volgt, dat de erop betrekking hebbende co-efficienten-- de elasticiteitsmoduli van de gebruikte materialen -- bij deoptredende vervormingen bekend moeten zijn. Een beterekennis van de vervormingen is essentieel te noemen voor eendiepere kennis van de spanningsverdelingen.Ook vroeg Freyssinet nog de belangstelling van de aanwezigenvoor de vraagstukken welke zich voor-doen om debreukbelasting van constructies in voor-gespannen beton tebepalen.Tevens werd door hem nog de vraag opgeworpen om-trent desamenhang tussen de breukbelasting en de belasting bijscheurvorming.Bij een groot deel van de sprekers kwamen trouwens dezevragen aan de orde. Bij de behandeling van deze vraagstukkenbleek wel, dat de meningen nog lang niet alle gelijk zijn. Datdit wel logisch is te achten, moge blijken uit de groteverscheidenheid in de proef-stukken, welke zijn gebruikt en inde meetmethoden, welke zijn toegepast.foto 15. vervaardiging van eenbuis voor de voorgespannen kabelDe grote spreiding in homogeniteit van het materiaalbeton en zelfs in het materiaal staal maakt onder-linge vergelijkingen en het daaruit trekken van con-clusies vanbeproevingen al moeilijk bij beoordelingvan proeven in ??n landstreek; nog moeilijker wordt4) Een uitgebrelde besehrijvmg van dit kabelsysteem is opge-nomen inDe Ingenieur, 1950, No 27; zie ook Cement 7--8.5)Aan dit onderwerp werd reeds op het vorige congres een uitvoerigebeschouwing gewijd door Ir. A. C a q u o t, hetgeen in het kortbeschreven werd in Cement 7--8.10 Cement 3 (1951) Nr 1-2het, beton vervaardigd in Nederland te vergelijken met betongemaakt in Belgi?, Frankrijk, enz. door de andere cementen entoeslagmaterialen, welke worden toegepast.Ir. Bouvy (Ned.) gaf een enthousiaste beschrijving van hetgeenNederland op het gebied van het voorge-spannen beton tot opheden heeft gepresteerd.Verscheidene werken, zoals o.m. de portalen voor deelectrificaties (waarvan de Nederlandse uitvoering naar mijnmening veel beter is dan de getoonde mas-ten in Frankrijk,o.m. omdat de masten in ??n keer volledig wordenvervaardigd) en grote gebouwen, pas-seerden de revue, terwijlook de wijze van studie, welke in Nederland in groepsverband(STUVO) wordt toegepast, niet werd vergeten. Ook werd doorhem een vorm van internationale samenwerking voor-gesteld,een onderwerp waarvoor van Franse zijde vooralsnog weinigbelangstelling bestaat.Door Dr. Ir. Haas (Ned.) werden enkele in Nederland gehoudenproefbelastingen beschreven, evenals de vraagstukken, die zichin dit verband voordoen. Door hem werd o.m. behandeld deco?fficient van de belas-ting, waarbij de eerste scheur optreedtt.o.v. de nut-tige belasting. Deze co?fficient ligt tussen 1,26 en1,45, uitgaande van een spanning in het beton in de onder-stevezel van 0 kg/cm2bij de nuttige belasting en afhankelijk vanhet profiel van de beschouwde balk.Prof. Dardanelli (Itali?) behandelde de proeven welke zijngenomen om de relaxatie van het hard-staal te bepalen; hijnoemde enkele cijfers over deze spanningsval.Het soort staal, waarop zijn proeven betrekking heb-ben, werdechter niet vermeld. Daar vele soorten hardstaal op de marktaanwezig zijn met zeer afwij-kende karakteristieken -- o.m.door de wijze van ver-vaardiging en de samenstelling -- achtik de door hem verstrekte cijfers echter slechts van zeerbetrekkelijke betekenis.Voor ,,pretensioned" voorgespannen beton werd in dit verbanddoor Prof. Dardanelli een cijfer genoemd van 22 % na verloopvan 1% jaar.Ir. Lazard behandelde het verband tussen de mo-menten t.g.v.de nuttige belasting, de scheurvorming en de breuk. Tevenswerd door deze inleider nog het vraagstuk besproken van dewrijving tussen de kabels en de wand van het gat bij hetspannen van gebogen kabels met de daarbij optredendespannings-verliezen.Ir. Guyon behandelde speciaal de scheurvorming. Hij meentaan de hand van uitgebreide en nauwkeurig uitgevoerdeproeven te kunnen zeggen, dat een ge-ringe wapening vanzachtstaal in de trekz?ne bij voorgespannen balken een enormeen zeer regel-matige verhoging te zien geeft van de zekerheidtegen scheurvorming. Ir. Freyssinet gaf als oor-zaak van ditverschijnsel op: de egaliserende werking van het zachtstaal entevens dat de optredende kleine aanvangsscheurtjes niet degelegenheid ge-boden worden direct uit te groeien tot grote scheuren.In de stationshal van Le Havre werden op de tweede dag naafloop van de excursies nog een drietal le-zingen gehouden.door Prof. Olszak (Polen), Duminy en Texeira Rigo (Portugal),resp. over voorspanning van kolommen en enige uitgevoerdewerken.Op de laatste dag volgden in de avonduren nog ver-scheidenelezingen.Prof. Caquot behandelde nog speciaal de kruip van het beton enhet staal, daarbij teruggrijpend naar onderzoekingen, verrichtnaar Prof. Campus en Ir. l'Hermite.Ir. Indri (Itali?) beschreef de bouw van de hydro-electrischecentrale van Soverzene, waarbij de voorgespannendrukleidingen van grote betekenis waren gebleken.De hoofdafmetingen van deze leidingen waren: inwen-digediameter 2,55 m, dikte 18,8 cm en lengte 4,50 m. De om debuis gespannen draden zijn afgedekt met een deklaag van 2 cmdik, welke laag door middel van een cementspuit isaangebracht.De zekerheid tegen scheuren t.o.v. de normale werk-belastingbedraagt 1,38 en de breukzekerheid 2,37.Ir. Levi (Itali?) sprak over de problemen, welke zich voordoenbij statisch onbepaalde constructies in voor-gespannen beton enover de aanpassing van de krach-ten (ook wel herverdelinggenoemd), die zich ook in dit geval voordoet. Hierbij liet hij dewaarschuwing horen, dat dit niet betekent, dat bij deze gevallende veiligheidsco?fficient kan worden verlaagd. .Tevens roerdehij nog terloops het probleem aan van de in-vloed, die devoorspanning kan hebben op de even-wichtsvoorwaarden.Onderzoekingen op dit gebied werden ook reeds door Ir.Guyon gedaan.Door Ir. Levi worden reeds sinds 1? jaar proeven genomen omde kruip en de krimp in het beton en het staal vast te stellen.Speciaal de invloed van het gelijktijdige optreden van dezeeffecten is een punt van onderzoek. Het totale verlies aanvoorspanning bij het gelijktijdig optreden van deze effecten isaan-merkelijk minder dan bij het afzonderlijk in rekeningbrengen van de krimp en de kruip.Na een uiteenzetting van Mr. Gooding (Eng.) over de activiteitin Engeland, waaruit o.m. bleek dat daar reeds 2,5 millioendwarsliggers in voorgespannen be-ton zijn toegepast, werd nogdoor onze landgenoot Ir. Bruggeling een inleiding gehoudenover het ge-bruik van dimensionneringsco?fficienten bijvoorge-spannen betonconstructies. Over dit onderwerp zijn vande hand van de inleider reeds enige artikelen in Cementverschenen.Deze lezingenreeks werd besloten met een uitstekend diner,waarmede de aan de voorspanning gewijde dagen een waardigslot werd bereid.De aanwezigen konden met recht zeggen: ,,Wij hebbenveel gezien en veel geleerd."Mededelingen van de Betonvereeniging1. Ter behandeling van de door de Betonver-enigingIngestelde enqu?te betreffende het trillen van beton, werddoor het bestuur van de Betonvereniging, in overleg metde Studie-groep de Stuvo, een comrnissie benoemd be-staande uit de heren irs. C. F. van Bergen, A. S. G.Bruggeling, 3. C. D e k n a t e l , dr. A. M. Haas en A. H.S w e y s , secretaris.Na onderzoelc der op de enqu?te binnengeko-menantwoorden is de comrnissie van oordeel, dat deze geenvoidoende grondsiag bieden voor het trekken vandefinitieve conclusies. Daarom werd besloten hetonderzoek voort te zetten door bestudering van debestaande litteratuur op dit gebied, alsmede van hetspeurwerk, dat in het buitenland werd verricht of nog inuitvoering is.Met het oog op het hieraan verbonden om-vahgrijke werkzal de comrnissie tot 6 leden worden uitgebreid.Cement 3 (1951) Nr 1-2Het ligt in de bedoeling om -- zodra deze comrnissiedefinitief geformeerd is -- een der leden daarvan uit tenodigen in een leden-vergadering een korte voordracht tehouden om de stand van het trilprobleem te belichten, alsinleiding tot een daarop te volgen dis-cussie, die naarmen verwacht verhelderend zal werken.Mocht daartoe naar het oordeel van de com-missie nabe?indiging van haar werkzaamheden aanleiding zijn,dan zal -- ter aanvulling van het elders verrichte,,research work" -- wor-den getracht in ons land eenprogramma van proefnemingen tot uitvoering te brengen.2. De Comrnissie inzake het Mechanisch Ver-dichten vanBeton (bij afkorting M.V.B.-Com-missie te noemen) heeftzich thans als volgt geformeerddr. ir. A. M. Haas, Voorzitter; ir. P. 3. A l l a a r t ,Secretaris (adres: DirectieBruggenRijkswaterstaat, LLombardstr. 40,Den Haag);irs. A. S. G. Bruggeling, 3. C. Deknatel, D. Dicke,R. C. O p h o r s t en N. 3. Rengers, Leden.3. Op 6 Februari 1951 om 14.00 uur zai lr. C. W. 3.Groothoff, hoofdingenieur van het Bouwbureau van deStaatsmijnen te Heerlen, voor de Betonvereniging in hetKon. Instituut van ingenieurs, Prinsessegracht 23, DenHaag, een voordracht houden over "De in de laatste jarenvoor de Staatsmijnen uitgevoerde wer-ken", Hierin zullen,aansluitend op zijn voor-dracht gehouden voor deBetonvereniging op 28 Mei.1946, getiteld "Beton in deMijnstreek" (opgenomen in De Ingenieur, 1946, No. 30, 35en 49) de betontechriisch interessante construc ties vanwaterreservoirs, koeltorens, diepbun-kers,ventilatorengebouwen, centrales met ketel-huizen enchemische fabriekenwordenbehandeld.11
Reacties