De tri ni wuft ons bouwenSamenvatting van de inaugurele rede van prof.ir.Ch.J.Vos, die hij op30 maart jl. in de Aula van de TH-Delft heeft uitgesproken, bij de aanvaar-ding van het ambt van buitengewoon hoogleraar binnen de vakgroepBetonconstructies aan de afdeling Civiele Techniek van de TechnischeHogeschool te Delft.De sprekende vormElk gebouw kan ?ets vertellen over zijn reali-satie. Dat geldt ook voor de Aula van deTH-Delft (foto 1) waareen grootzeil de ruim-te akoestisch gezien geschikt maakt voorhet houden van lezingen, terwijl bij muzieken zang dit zeil niet nodig is. Dat zeil wasoverigens zonder drastisehe ingrepen aan deconstructie nog tijdens de bouw aan het in-terieur toe te voegen toen de akoestischemerites van het bouwwerk voldoendeonderzocht waren. Ook de wandafwerkin-gen ter weerszijden van het podium in die-zelfde Aula zeggen iets over de bouwge-schiedenis. Als vandaag een dergelijkewand wordt gevraagd, moeten de onge-schaafde bekistingsplanken daar speciaalvoor worden vervaardigd. Een kostbare af-faire nu; destijds een zaak van eerlijk eneenvoudig bouwen.Bij Romeinse aquaducten in Zuid-Europazien we een ornament ter plaatse van deoorsprong van de boog aan de kolom. Datornament diende voor het plaatsen van detijdelijke houten ondersteuningsboog waar-op de stenen boog werd gemetseld. Archi-tecten hebben zich afgevraagd of dit orna-ment alleen functioneel was of ook bedoeldals verfraaiing. Hoe het ook zij, handig was2Centre Pompidou te Parijshet wel. Functionele expressie treffen weoverduidelijk aan in het Centre Pompidou inParijs (foto 2). Opmerkelijk is dat dezelfdevormtaal om redenen van toegankelijkheid,wordt gehanteerd bij de grote dekken vanoffshore produktie-platforms in de noorde-lijke Noordzee (foto 3).Dit artikel besteedt aandacht aan een aantalaspecten van het bouwen waar sprake is vaneen direct waarneembare relatie tussen1De Aula van de TH-Delft met hetgeluidsrichtende scherm onder het dak3Dek van het Dunlin-A-platform, gebouwd inRotterdamfoto: Bart Hofmeester500Cement XXXV (1983) nr. 8bouwen, bouwwerk en bouwer. Het beoogteen aansprekende verkenning te zijn vanons bouwen als activiteit.Na de vorm voert deze verkenning langsgrote civiele kunstwerken, langs de functio-naliteit en duurzaamheid van onze bouw-werken en langs die aspecten van eenbouwwerk die een duidelijke invloed op deuitvoering hebben. Aandacht ook voor decommunicatie tussen de bouwers en tot slotenkele opmerkingen over ons bouwen bui-ten de landsgrenzen.De taal van het kunstwerkEen kind bezit een hoge mate van oorspron-kelijkheid. Veel daarvan zal het als volwas-sene verloren hebben. De jongen of hetmeisje dat na de adolescentie die oorspron-kelijkheid weet te behouden, belooft een in-teressant mens te worden. Dat soort mensendurft uit hun organische samenleving testappen en de wijde wereld in te trekken.Onder hen vinden we ?nitiatoren, ontwer-pers en uitvoerders van grote Kunstwerkenin onze wereld. Hoogwaardige technici blij-ven nodig en hun aantal zal gezien de'com-plexiteit van de vorm te geven problematieken de automatisering alleen maar groeien;vooral tegen de achtergrond van de door desamenleving gestelde vragen ten aanzienvan ecologische en sociale invloeden vanonze Kunstwerken. Sedert de Victoriaanseingenieurskunst die zich richtte op tunnelsen (spoor)bruggen, is er in de dialoog tus-sen Kunstwerk, natuur en ingenieur/bou-wer niet veel veranderd. De bouw van de in1980 geopende Gotthardtunnel voor het au-toverkeer duurde met z'n 12 jaar even langals 100 jaar geleden de tunnel voor het trein-verkeer.De Seikantunnel, 50 km lang en 200 meteronder water liggend, tussen de Japanse ei-landen Hokkaido en Honshu, die in ruw-bouw dit jaar gereedkomt, vergt een bouw-tijd die de oorspronkelijke raming vele ma-len overschrijdt. Dat was ook al het geval bijde door vader en zoon Brunei gebouwdetunnel onder de Thames (foto 4).4Diner ter ere van het gereedkomen van deeerste fase van de eerste tunnel onder deThames, in het midden van de vorige eeuwBij deze en andere grote werken blijkt slechtseen klein deel van deteleurstellingeninescala-tie van bouwtijd en kosten toe te schrijven aanwerkelijk technisch risico. Budgetoverschrij-dingen zijn veel vakerte wijten aan wijzigingenin functionele eisen na vaststellen van hetbudget of, erger nog, na aanvang van de bouw.Verder kunnen als oorzaken worden ge-noemd: onvoldoende geologisch vooronder-zoek en het wijzigen van veiligheidsnormentijdens de bouw. Ook hier blijkt dat met detechniek minder mis is dan met het verwerkendaarvan in de cultuur.De 'actie'Architect en constructeur vertalen het ge-bruiksdoel van een bouwwerk in ruimten,massa's, ondersteuningspunten en wat erverder aan fysische realiteit vorm gegevenmoet worden. Dan blijft de wisselwerkingover tussen het bouwwerk en de erop aan-grijpende statische en dynamische belastin-gen, temperatuur- en vochtigheidsverschil-len, spanningen die tijdens de bouw ont-staan, chemische invloeden en nog meeraspecten die doorgaans weinig aandachtkrijgen. De Duitse taal heeft daarvoor hetwoord 'Beanspruchung' beschikbaar; wijgebruiken sinds kort het woord 'actie'.De laatste 10 jaar ongeveer hebben probabi-listische 'actie'-beschouwingen hun intredegedaan naast de statische belastingsbe-grippen als: zoveel kN per m2. De probabilis-tische ontwerpmethode is een onmisbaarinstrument gebleken bij dynamische belas-tingen uit de natuur zoals wind, golven engetijden. Deze ontwerpmethode steunt vooreen belangrijk deel op mathematica welkeeen uitdaging vormt voor fijnproevers,waardoor verfijningen aan de orde komendie op geen enkele manier met de werkelijk-heid te maken hebben. Het noodzakelijke'praten'met de constructie over de werkelijkopgetreden belastingen en andere actieskomt maar spaarzaam voor.In de klassieke mijnbouw werden bij voor-keur houten stempels gebruikt voor het in-standhouden van mijngangen, ook toen sta-len systeemstempels volop in gebruik kwa-5Beschadigde steiger door te hard afmerenvan een schipmen. De reden was dat hout zeer vroegtijdig,al bij 20 tot 30% van de bezwijkbelastingkraakt en dus waarschuwt. Ook nu nog ge-ven om die reden mensen de voorkeur aanhouten stempels bij tijdelijke grondkerendeconstructies, omdat de belastingen daar im-mers maar slecht te voorspellen zijn.Een ander voorbeeld van dit 'praten' met deconstructie vinden we bij steigers voor groteschepen. De vele te harde afmeermanoeu-vres richten vaak grote schade aan (foto 5).De verzekeraars willen daarom dat de stei-gers worden uitgerust met snelheidsrecor-ders. De opgenomen gegevens dienen voor-al om in geval van schade te kunnen aanto-nen of het schip te hard voer, danwei dat desteiger onvoldoende sterk was. Hier gaanharde economische belangen samen methet inzicht in 'actie'.Deze voorbeelden illustreren de mogelijk-heden van 'praten' met de constructie. In depraktijk blijken veel meetmethoden te ge-voelig te zijn voor de ruwe praktijk. Maar datneemt niet weg dat belangstelling en be-reidheid in het veld aanwezig zijn om tijdensen na de bouw te wete'n te komen wat er nuwerkelijk in de constructie gebeurt. Moge-lijk ligt hier een terrein dat door de inzicht-verruimende werking, voor een deel tot hetpraktisch werk van studenten kan behoren.OngelukkenNaast dit observeren van 'actie', dat slechtsindirect een gevolg is van mensenwerk,vraagt de directe vorm van foutief menselijkhandelen in het bouwproces aandacht.Meestal spreken we dan over ongelukken.Maar ook ongelukken die na verloop van tijdplaatsvinden vallen voor een deel ondermenselijk falen, dat geldt ook voor statisti-sche afwijkingen, ingecalculeerd risico en'acts of God' (foto 6).Cement XXXV (1983) nr. 8 5016Ingestorte overkapping van het StationHollands Spoor in Den Haag doordat eenvrachtwagen tegen een kolom reed. Eenbotsing met paard en wagen als hoogstmogelijke stootbelasting ten tijde van hetontwerp, zou zo 'n schade niet hebbenkunnen veroorzakenfoto: Jos van Leeuwen, 's-GravenhageEen versterkte aandacht voor het registre-ren van ongelukken ?s momenteel op z'nplaats.? Om in ontwerp en bouwmethodiekeffectief te kunnen ingrijpen, moeten we uit-gaan van een model dat het bouwproces alseen levend organisme beschrijft. Een derge-lijk model moet niet alleen de fysische ei-genschappen van een bouwwerk bevatten,maar moet ook de organisatie van het pro-ces modelleren in termen van hi?rarchie,beslissingsstructuur en verantwoordelijk-heden. Een belangrijke plaats moet wordentoegekend aan het vastleggen van de com-municatie; de informatiestroom. Als laatsteis inzicht nodig in ontstaan, bestendigen enontdekken van fouten en afwijkingen.De methodiek van zo'n onderzoek vergt eensimulatie met de computer. De Cement &Concrete Association in Engeland heeft eensimulatie-programma gemaakt op basis vanjarenlange waarnemingen op bouwwerken.Van stakingen tot bezwijkende, bekis-tingsondersteuningen, van absentie tot ver-keerd geleverd materiaal, dit alles is opge-nomen. Proefdraaien daarmee bij opleidin-gen toont aan dat het werkt. Goede uitvoer-ders scoren hoge ogen - zij immers absor-beren en be?nvloeden dagelijks het bouw-proces (fig. 7).7De uitvoerder op zijn werkIllustratieven Reint de Jonge, uit Bouwen opMensen, 1977De tand des tijdsDe nog immer gebruikte uitdrukking 'tot ge-noegen van de directie' heeft decennia langgediend om de onkunde van bouwheren enconstructeurs te verbloemen. In de praktijkbetekende het dat wat de aannemer lastig enkostbaar vond, goed was voor het beton.Beton heeft het voorkomen van robuustheiden onverwoestbaarheid. De vraag moet wor-den gesteld hoe duurzaam het dan wel is.Het is twijfelachtig of het 'harde' beeld vanbeton dat jarenlang gebruikt is om in betonverhuld radio-actief afval in zee te dumpenwel juist is (foto 8). Natuurlijk kan beton eenrol spelen bij het bergen van dit soort afval,maar de duurzaamheidseigenschappenmoeten dan wel technisch-wetenschappe-lijk zijn onderbouwd. Het is kwalijk als hetduurzaamheidsimago van beton wordt mis-bruikt om een moeilijke maatschappelijkediscussie te omzeilen.Inspectie, bewaking, onderhoud, reparatie,slopen en regenereren van betonconstruc-ties hebben tot voor kort maar weinig aan-dacht gehad in wetenschappelijk onder-zoek, richtlijnen en voorschriften. De prak-tijk leert echter anders. Reparatiebedrijvengroeien in hun functie van 'restaurateurs',het slopen geeft veel overlast en hergebruikvan betonpuin komt alleen voor als stabili-serend grondwerk.Maar het tij is gekeerd door de bouw vanbetonnen platforms waarvoor onderzoeknodig was naar de duurzaamheid van dezeconstructies (foto 9). Dit is ook internatio-naal grootscheeps aangepakt.Uit dit onderzoek is naar voren gekomen datbeton in zeewater over uitstekende eigen-schappen qua duurzaamheid beschikt. Dehieruit ontstane betere technologischeonderbouwing van duurzaamheidsproble-men, is ook van belang voor de 'gewone'betonconstructies op het land.Dat gebeurt juist in een tijd dat veel bouw-werken uit de jaren '50 hun eigenaren aan-spreken met roestende wapening, een afge-drukte dekking enz. Verder vraagt de eco-nomische depressie om onderhoud, repara-tie en restauratie van gebouwen in plaatsvan om nieuwbouw.8Greenpeace in actie tijdens het dumpen vanradio-actief afval in zeefoto: Gleizes/Greenpeace9Rek met betonmonsters klaar om voorlangdurige expositie onder water te wordengelaten in het kader van eenSMOZ-onderzoek502Cement XXXV (1983) nr. 8Vergelijking van de ingewikkeldheid inplanning tussen een tunnel en een tuibrugDe materiaaltechnologie staat daarbij cen-traal, wat geleid heeft tot een groeiendevraag naar betontechnologen op alle ni-veaus: als uitvoerend vakman, kwaliteitsver-zekeraar, leidinggevend technoloog enonderzoeker. Onderwijs en verenigingsle-ven moeten zich dit terdege bewust zijn. Ditgeldt temeer als we bedenken dat er nieuweProdukten als alternatieve betonsoorten kri-tisch begeleid moeten gaan worden.IngewikkeldDe ingewikkeldheid van een bouwwerk kanaan een aantal aspecten worden afgeleid.Het is herkenbaar aan het vermogen geri ngewijzigingen in de ontwerpeisen te absorbe-ren, het is zichtbaar in de planning voor debouw, het is meetbaar aan sommige aspec-ten van de detaillering en bovendien waar-neembaar aan de vorm. Kwantificering vandeze begrippen kan helpen een antwoord tegeven op de vraag: 'Wat kost ingewikkeld'?Binnen de geschetste benadering is er wel-licht een weg te vinden om vroegtijdig risi-co's in de realisering van bouwwerken op tesporen en te wegen.Kunnen hogere belastingen binnen een ont-werp-concept worden opgevangen door al-leen maar de relevante dimensies lineair telaten toenemen? Bij constructies waarmeeop dit punt geen ervaring bekend is, moeteen onderzoek met parameterstudies wor-den verricht.Bepalend voor de storingsgevoeligheid vanbouwwerken in de planning is de mogelijkevolgorde in de tijd van de diverse bouwsta-dia. Bij het vergelijken van ontwerp-concep-ten komt al aan het licht welk project 'inge-wikkeld' is. Onderstaande punten illustre-ren dit (fig. 10).1. Het aantal bouwfasen (ofwel het aantalwezenlijk verschillend uit te voeren activi-teiten). Hiervan is sprake bij een andere ma-terieelinzet, een andere materiaalverwer-king, een ander vakspecialisme of gewijzig-de toegankelijkheid.11Bekisting van een pijler voor destormvloedkering in de Oosterscheldefoto: Cement/Bob de Ruiter2. Het afhankelijk van elkaar zijn van onder-linge bouwactiviteiten geeft een indicatievoor de kwetsbaarheid van de uitvoering.De detaillering van de constructie in hetlicht van acceptabele uitvoeringstolerantiesis voorts een bron van complicaties tijdensde bouw. Als er namelijk andere tolerantiesgevraagd worden dan waarmee het uitvoe-rend personeel gewend is te werken, leidtdit ongetwijfeld tot extra risico's die boven-dien te voorzien zijn.De detaillering in een vorm die extra bewer-kingen van standaardmaterialen vraagt, ofbuitengewone afwerkingen, is in de bouween bekend storend fenomeen. In het bij-zonder bekistingsconstructies zijn hier ge-voelig voor in kosten en hanteerbaarheid.Het is beslist niet zo dat enige repetitie vande inzet van bekistingen, het maken van ge-compliceerde vormen - dus veel knikken,afrondingen enz. - rechtvaardigt. In depraktijk is al vaak genoeg gebleken dat ditniet opgaat; buiten het fabriekswerk zijn derepetitiemogelijkheden beperkt ('fofo 11).Vanuit de uitvoering blijkt een nauw ver-band te bestaan met het begrip ingewikkeld.Verder uitdiepen gaat niet alleen binnenorganisatie-geori?nteerde wetenschappen,maar vooral door integratie daarvan met detechnologie.Van Babyion tot BurghsluisHoe is nu de informatie-uitwisseling tussen'ons bouwers'? In de bijbel staat hoe dooreen spraakverwarring een communicatie-stoornis ontstaat die de bouw van de torenvan Babel stillegt. Nergens is een spreken-der voorbeeld te vinden voor het belang vancommunicatie in de bouw.De taal van ons bouwen ligt dichter bij eenbeeldende en determinerende taalvorm.Generaliserende defini?ringen nodig in deabstracte verificaties van het ontwerppro-ces, horen niet thuis in het jargon van vak-manschap en handelen. De aanduiding vooreen open voeg tussen twee filtermatten inde funderingsconstructie van de storm-vloedkering in de Oosterschelde met 'nega-tieve overlap' (fig. 12) en de bij dezelfde bou-wers gebruikte uitdrukking 'verticale ver-valspreider' voor onderloopsheid van eendamwand, zijn tekenen van een ontwerp-proces dat naar de uitvoering toe nog niet isvolgroeid in zijn constructieve vormgeving.De tekeningNaast de gesproken en geschreven taal is detekening het medium binnen de bouw datnooit ontbreekt. Veel aandacht heeft d?e te-kening in de loop der tijd niet gekregen.Afmetingen en symbolen zijn gestandaardi-seerd, maar een vaststelling van datgene12De 'negatieve overlap', de voeg in defundering voor de stormvloedkeringCement XXXV (1983) nr. 8 50313Het interactieve teken- en data-basesysteem CADAM in werking voortoepassingen in de bouwTabel 1aExport in de bouw als percentage van denationale bouwproduktie in verschillendeEG-landenTabel 1bOmvang in geld van deexportin de bouwvanverschillende EG-landenwat een tekening mo?t bevatten om denoodzakelijke perceptie voor mede-ont-werpers, begroters, werkvoorbereiders enuitvoerenden te bewerkstelligen, is maarmatig van de grond gekomen. Welke op-drachtgever voelt zich werkelijk verant-woordelijk voor de duidelijkheid, ofwel deleesbaarheid, samenhang, overzichtelijk-heid en gestructureerdheid van de verstrek-te tekeningen? Al te vaak wordt in de prak-tijk informatie verminkt doordat het als nor-maal wordt ervaren met afdrukken van af-drukken te werken of met niet op schaalgetekende schetsen.De snel ontwikkelende CAD/ systemen,mogelijk gemaakt door echt toegankelijkeinteractieve media als scherm met lichtpenen de goedkope geheugens in de vorm vange?ntegreerde schakelingen, zullen een her-bezinning op de informatie-overdracht in debouw teweegbrengen (foto 13). In het CAD-AM-systeem is het mogelijk alle informatievan een bouwwerk, dus tekeningen ?n dedaarvan afgeleide informatie als hoeveelhe-denstaten, in ??n gegevensbestand ondertebrengen. Besparingen ontstaan uit het au-tomatisch genereren van de gemaakte teke-ningen. Bovendien worden fouten verme-den dank zij de grotere onderlinge samen-hang van de tekeningen. Onze aandacht zalde komende tijd uitgaan naar het be-wustmaken van de informatiestroom in hetbouwproces en de daarvan af te leiden ergo-nomische aanpassingen van de traditioneleinformatiedragers.Bouwen in de wereldAan het beeld van ons land als bolwerk vaninternationaal vermaarde waterbouwkunde,wordt ongewild de conclusie verbonden datwij Hollanders ook daadwerkelijk in kwali-teit en kwantiteit de meest gevraagde advi-seurs en bouwers alom ter wereld zoudenzijn. De conclusie is niet geheel juist, watmet enkele cijfers kan worden aangetoond.In Engeland werken in het beroepsgebiedvan 'civil and structural engineering consul-tancy for oversea' 18 000 mensen. Dit getalbetreft de uitgezonden werknemers en hetthuisfront. In verhouding van percentagesvan de beroepsbevolking zouden dat in Ne-derland 4500 personen moeten zijn. Wij ha-len slechts een fractie van dit aantal.Bij de uitvoering liggen de zaken anders (ta-bel 1). Frankrijk ligt van de EEG-landenvoorop bij de uitvoering van werken in hetbuitenland. De tweede plaats wordt gedeelddoor Nederland, Duitsland, Itali? en Enge-land. Als we kijken welk percentage de bui-tenlandse bouwactiviteiten uitmaken van denationale bouwproduktie in de desbetref-fende EEG-landen, staat Nederland boven-aan met 16%, gevolgd door Frankrijk en Ita-li? met 10% en Duitsland en Engeland metminder dan 8%. En zo blijkt het uitvoerendegedeelte inderdaad aan ons imago van we-reldwijde waterbouwers te voldoen (fig. 14).De baggertak van de natte waterbouwneemt de helft van de genoemde 16% voorzijn rekening.Het achterblijven van Nederland op het ge-bied van adviezen, stoelt in vergelijking metEngeland op een groot verschil in aanpakvan ontwerpactiviteiten voor de civiel-technische infrastructuur. In Engeland deedde overheid een beroep op ingehuurde ont-werpers en ontwikkelaars, terwijl in ons landde infrastructuur in de strijd tegen het watervan oudsher een overheidstaak was enmoest zijn. Tijdens de Franse bezettingwerd de organisatorische grondslag gelegdvoor een technisch uitstekend, zichzelf be-dienend overheidsapparaat zoals we datthans nog aantreffen.Een andere cultuur van bouwen dus, die deneiging in zich heeft kennis te blokkeren enzich af te sluiten voor invloeden van buiten.Dit cultuurhistorische verschil is terug tevinden in de voormalige koloni?n. India be-zit momenteel de meeste en grootste con-sultants van de derde wereld. Indonesi? datin het koloniale tijdperk in zijn Bina Margaeen technisch capabele en selfsupportingoverheid naar Nederlands model had opge-bouwd, heeft thans noch een overheid nochconsultants die de vandaag-de-dag nodigekennis in voldoende mate bezitten.Voor het wereldwijd opereren als adviseur,bouwer en ontwerper is een hoge mate vanbeweeglijkheid, inventiviteit en pragmatis-me nodig. Het ontstaan van de KoninklijkeNederlandsche Maatschappij voor Haven-werken in 1912 in China, als samenvoegingvan enkele kleinere Nederlandse en Fransebedrijven, heeft verbindingen met Neder-landse waterbouwkundige adviseurs van deChinese overheid (foto 15). Hetzelfde geldtvoor de bouwactiviteiten van de 'Holland-sche Maatschappij tot het maken van wer-ken in gewapend beton' in 1905 in Chili.Nederlandse overheidsadviseurs, onder wiede latere minister van verkeer-en waterstaatKraus, adviseerden de Chileense overheid.14De Nederlandse leeuw blaakt van activiteitillustratie: J.I.Vos/EdamCement XXXV (1983) nr. 8 504Wie kennis neemt van de gang van zaken bijsuccessen in internationaal ontwerpen enbouwen, bemerkt dat dit vooral samenhangtmet terzake deskundige persoonlijkhedenen hun slagvaardigheid, kortom mensen diede taal van het bouwen verstaan. Het draaitdus om mensen, want het gaat om het win-nen van vertrouwen. Dat is wezenlijk voorhet geven van een opdracht aan een consul-tant, waar het gaat om het realiseren van eenplan zonder budgettering-risico's. Het isevenzeer wezenlijk voor het opdragen vanhet begeleiden of uitvoeren van een bijzon-dere techniek. Voor het 'binnenhalen' vanwerk geldt dat slechts een klein percentagevalt onder de termen van 'oogverblindende'civieltechnische Kunstwerken. De restwordt op een lager beleidsniveau gegund engerealiseerd. De bouw van grote Kunstwer-ken hangt nauw samen met nationale in-spanningen en dus ook nationale trots.Flexibiliteit, in de vorm van lokaal samen-werken, openheid om samen met derdeneen nieuwe exportmarkt te cre?ren, de be-reidheid lokaal personeel op te leiden injoint-ventures, kortom meer dynamiek eninleving in de werkelijkeKtiehoeften en dusde vraag in de wereld, is een vereiste. Somsis dat een zaak voor velen, soms voor enke-len. De aannemerswereld weet zich in dezeflexibiliteit aardig te redden. Actuele voor-beelden daarvan zijn de participatie bij debouw van de stormvloedkering in de Tha-mes (foto 16), de haven van Daman inSaoedie-Arabi?, de bouw van steden in datland en een gasdistributiesysteem in Argen-tini?.Allemaal betonAlleen waar het in het voorgaande overduurzaamheid ging, is over beton gepraat.De rest heeft betrekking op bouwen in hetalgemeen. Men moet zich wel realiseren datin de verschillende met name genoemdebouwwerken miljoenen kubieke meters be-ton zijn verwerkt (tabel 2). De genoemde as-pecten zijn niet los te zien van de technolo-gie en dus van het materiaal waarin wordtgebouwd. Pure mathematica, mechanica oforganisatie-theorie kunnen, buiten een in-tegrerend medium als kennis van de techno-logie van het uitvoeren van betonconstruc-ties, geen antwoord geven op de in dit arti-kel gestelde vragen.Binnen het kader van het instellen van eenleerstoel voor een buitengewoon hoogle-raar in de uitvoeringstechnologie van be-tonconstructies aan de TH-Delft, kan ookformeel worden gestart met aandacht gevenaan deze zaken. Het enthousiasme zichdaarvoor in te zetten, is aanwezig.15Tabel 2De bouw van de haven van Chefoo in China,ontworpen en uitgevoerd doorNederlanders in 191516De Thames Barrier tijdens de aankomst vankoningin Beatrix aan boord van de H.M. DeRuyter voor een statiebezoek aan Engelandfoto: Handford/CroydonHoeveelheden verwerkt beton in rrfi in enke-le van de genoemde bouwwerkenHaringvlietsluizen 647.140Getijdecentrale La Ranee 200.000Itaipu stuwdam, Brazili? 13.000.00Dunlin platform A (ANDOC) 94.000Televisie/Watertoren Mechelen 3.000Aula TH-Delft 10.000Thames Barrier 214.000Stormvloedkering Oosterschelde 625.000Alle ge?nstalleerde platformsin de Noordelijke Noordzee 1.045.000Nieuwe St. Gotthardtunnelvoor wegverkeer 400.000Gebouwencomplexciviele techniek Delft 60.000Seikan tunnel 1.800.000505Cement XXXV (1983) nr. 8Cement XXXV (1983) nr. 8 505
Reacties