O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eRegelgev ingcement 2001 588Aanleiding tot het opstellen vande Aanbeveling waren de resulta-ten van CUR-onderzoekscom-missie B81 `Betonschade Kwaai-taal- en Manta-vloerelementen inde woningbouw', vastgelegd inCUR-rapport 2000-1, Beton-schadeKwaaitaal-enManta-vloer-elementen in de woningbouw,mei 2000. In dit rapport zijn dekosten geraamd van herstel vanbetonschade aan begane-grond-vloeren in woningen in Neder-land,uitgevoerdmetKwaaitaal-ofManta-elementen. Uit dit rapportblijkt dat naar verwachting bijcirca 25% van de Kwaaitaal-vloeren en circa 10% van deManta-vloerenbinneneenlevens-duur van 50 jaar constructievemaatregelen moeten wordengetroffen.Dit is voornamelijk een gevolgvan het in deze vloeren onjuist(grote hoeveelheden of concen-tratieverschillen) toepassen vancalciumchloride als versneller inhet beton, waardoor chloride-ge?nitieerde wapeningscorrosieoptreedt.De resultaten van dit onderzoekwaren voor de opdrachtgever, hetMinisterie van VROM/DGVH,reden om een vervolgopdracht teverstrekkenvoorhetopstellenvande Aanbeveling, met als doel eeninstrument te verkrijgen waar-mee:? voorkomen kan worden datook Kwaaitaal- en Manta-vloeren worden hersteld `onderhet mom van', zonder dat daareen constructieve aanleidingvoor is;? uniformiteit in de wijze vanbeoordelen en daarmee enigemarktordening wordt bereikten wordt voorkomen dat meerdan de noodzakelijke kostenworden besteed aan inspectieen eventueel noodzakelijkgeachte maatregelen;? eigenaar/bewoners een hand-reiking wordt gedaan zelfactief te participeren in debeoordeling.Met andere woorden: de Aanbe-veling moet een richtlijn zijn voorhet ondubbelzinnig inspecterenvan de vloeren om vast te stellenof constructief herstel noodzake-lijkis.Indepraktijkblijktdat,metname rondom koop en verkoopvan woningen met deze vloeren,vanuit commerci?le overwegin-gen constructieve herstelwerk-zaamheden worden aanbevolenen/of bedongen.O n v o l k o m e n h e i d v e r s u ss c h a d eDe hierboven geschetste situatiekomt onder meer voort uit hetgegeven dat in circa 60% van deKwaaitaal-vloeren en in circa 20%van de Manta-vloeren onvolko-menheden worden aangetroffen,terwijl in nauwelijks de helft vandeze situaties (respectievelijkMaatregelen bij Kwaaitaal- en Manta-beganegrondvloerenToelichting opCUR-Aanbeveling 79ing. M. de Jonker, INTRON bv, secretaris CUR-voorschriftencommissie 63Op 7 mei 2001 is tijdens een symposium van de Stichting BetonschadevloerenNederland (SBN) CUR-Aanbeveling 79 `Kwaaitaal- en Manta-begane-grond-vloeren; inspectie, advies en maatregelen' gepresenteerd. Deze Aanbevelingwijkt op enkele punten af van de gangbare opzet van een CUR-Aanbeveling: erwordt namelijk specifiek aandacht gegeven aan het (gedeeltelijk) gebruikenvan de Aanbeveling door particuliere eigenaren van vloeren. Hiervoor is in eenafzonderlijk hoofdstuk - `Ori?nterende schouwing' - omschreven welke visuelebeoordeling desgewenst door een bewoner (consument) zelf kan worden uit-gevoerd. Daarnaast zijn, als tweede opmerkelijk punt, in een bijlage enkele`Herstelmethoden en preventieve maatregelen' omschreven. Beide puntenwaren aanleiding tot veel discussies.In dit artikel worden enkele bijzonderheden behandeld die tijdens het opstel-len van de Aanbeveling door CUR-voorschriftencommissie 63 `Inspectie enherstel Kwaaitaal- en Manta-vloeren' aan de orde zijn geweest.1 | Typische doorsnedesKwaaitaal- en Manta-vloerO n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eRe g elgev i ngcement 2001 5 8925% en 10%) herstel met het oogop de constructieve veiligheidnoodzakelijk blijkt te zijn.Dit gegeven leidde binnen CUR-VC63 tot een uitvoerige discussieover de begrippen `onvolkomen-heid' en `schade'. Uit de definitiesin de Aanbeveling blijkt dat dezediscussie heeft geleid tot de keuzedat `schade' een bijzondere onvol-komenheid is, waarbij de functio-naliteit c.q. de draagkracht van devloer of van enkele elementenwordt bedreigd, zodat construc-tief herstel noodzakelijk is. Opzich lijkt dit duidelijk, maar uit deopmerkingendieopdeconceptenvan de Aanbeveling zijn binnen-gekomen, blijkt dat dit punt nogeen nadere toelichting behoeft.Het vaststellen of een onvol-komenheid ook schade is, heeftplaats op basis van een construc-tieve beoordeling. Dit betekentdat tijdens een inspectie onder devloer uitsluitend `onvolkomen-heden' worden waargenomen,waarna tijdens een beoordelingvan de inspectiewaarnemingenwordt vastgesteld of, en zo ja inwelke vloerelementen sprake isvan schade. Slechts een gedeeltevan de onvolkomenheden blijkt,op deze wijze beoordeeld, ook(constructieve) schade te zijn.C o n s t r u c t i e v eb e o o r d e l i n gBij het constructief beoordelentrad een probleem op, dat overi-gens tijdens het opstellen van deAanbeveling is opgelost. Onder-deel van CUR-rapport 2000-1 iseen gedetailleerde constructievebeschouwing van de meest voor-komende Kwaaitaal-elementen.Omdat het aantal Manta-vloerenkleiner is dan het aantal Kwaai-taal-vloeren,deschadeomvangbijde Manta-vloeren aanmerkelijkgeringer is en bovendien de con-structieve veiligheid in deze vloer-elementen ook groter is, zijn des-tijds voor Manta-vloeren geenconstructievebeschouwingenuit-gevoerd. Voor het constructiefbeoordelen van de inspectieresul-taten werd dit als een duidelijkgemis ervaren. Dit heeft er uit-eindelijk toe geleid dat aan heteinde van de commissiewerk-zaamheden, dankzij de nadruk-kelijke inbreng van vertegen-woordigers van COB/Stadswerk,voor de Manta-vloeren construc-tieve beoordelingstabellen alsbijlage zijn toegevoegd. Daarmeeis ook verklaard waarom in deAanbeveling voor beide vloerty-pen verschillende beoordelings-methoden zijn opgenomen.W i j z e v a n b e o o r d e l e nAandehandvaneenori?nterendeschouwing wordt visueel vastge-steld of er een Kwaaitaal- ofManta-vloer aanwezig is en wordtbeoordeeld of zich aan de onder-zijdevandevloerelementenenigevorm van onvolkomenheden afte-kent. Indien een ander vloertypewordt aangetroffen is de Aan-beveling niet van toepassing.Wanneer geen onvolkomenhe-den zijn waargenomen, kan voorhet beoordeelde vloergedeelteworden vastgesteld dat bij gelijk-blijvende expositieomstandighe-den geen constructieve proble-men zijn te verwachten.Als er wel onvolkomenheden zijnwaargenomen, kan worden beslo-ten direct constructieve maatre-gelen te treffen (meest kostbaremaatregel), een technisch onder-zoek te laten uitvoeren of de ont-wikkeling van de onvolkomenhe-den te volgen door monitoren.Om inzicht te krijgen in de con-structieve risico's door de onvol-komenheden, is in de eersteplaats in de Aanbeveling het`Technisch onderzoek' door eendeskundige omschreven. Hierbijis aangegeven welke bijzonderhe-den aan de vloeren moetenworden vastgelegd en op welkewijze. Wanneer de vloeren aanbepaalde randvoorwaarden vol-doen, kunnen deze met de in deAanbeveling opgenomen vuist-regels (Kwaaitaal) of tabellen(Manta) constructief worden be-oordeeld. Deze beoordeling resul-teert in een van de volgende con-clusies:? Wanneer er geen sprake is vanschade, is herstel vanuit con-structief oogpunt niet noodza-kelijk en wordt aanbevolen deonderhoudssituatie door moni-toren te volgen.? Als constructief herstel optermijn wordt verwacht, kanworden besloten de ontwikke-ling van onvolkomenheden totschade te volgen door monito-ren, dan wel preventieve maat-regelen te treffen om de ont-wikkeling van deonvolkomenheden tot schadete vertragen, dan wel construc-tieve herstelmaatregelen tetreffen.? Indien uit de beoordeling volgtdat er sprake is van schade,moeten constructieve herstel-maatregelen worden uitge-voerd.In al deze situaties geldt dat deuiteindelijke keuze in de wijzevan aanpak in samenspraak metde opdrachtgever moet wordengemaakt.2 | Voorbereidingen voorhet repareren metschuimbeton (boven)3| Maken van wapenings-contacten voor reparatiemet kathodischebescherming (beneden)O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eRegelgev ingcement 2001 590Voor bijzondere situaties is inde Aanbeveling een `Constructiefonderzoek' omschreven. Tot dezevorm van onderzoek moet wor-den besloten in de volgende situ-aties:? De opbouw en/of de afmetingvan de vloer zijn zodanig datniet gebruik kan wordengemaakt van de vuistregels(Kwaaitaal) of tabellen (Manta)in de Aanbeveling.? Wanneer uit het technischonderzoek volgt dat sprake isvan schade, maar de opdracht-gever (nog) niet wil overgaantot het uitvoeren van construc-tieve herstelmaatregelen, kanaan de hand van een nadereconstructieve beoordelingworden nagegaan of gebruikkan worden gemaakt van zoge-heten verborgen veiligheden inde vloerconstructie.V o o r t s c h r i j d e n v a nc o r r o s i eEen groot probleem bij het inter-preteren van de inspectieresulta-ten is (en blijft ook na het lezenvan de Aanbeveling) het beant-woorden van de vraag in welkemate het corrosieproces zich zalvoortzetten. Ofwel de vraag opwelke termijn eventuele onvolko-menheden in de vloerelementenzich zullen ontwikkelen totschade. In veel situaties zal deinspectie de eerste keer zijn dat deonderhoudstoestand van de vloerwordt beoordeeld. Door de com-missie is gesteld dat het rechtlij-nig extrapoleren van de voort-schrijding vanaf de nieuwbouw(minimaal 20 jaar geleden) tot dehuidigeonderhoudstoestand,eenveilige benadering is. Maar ditgeldt uiteraard onder de rand-voorwaarde dat de expositieom-standigheden niet anders dandoor seizoenswisselingen varieer-den en daarin naar verwachtinggeen verandering zal komen. Endat is natuurlijk een onzekerefactor. Zo heeft de commissie opbasis van de resultaten zoals vast-gelegd in CUR-rapport 2000-1,gesteld dat kleine roestplekjes diezich na 20 jaar expositie aan hetoppervlak van de elementen afte-kenen, niet zullen leiden tot eenconstructief probleem. Hierbijmoetweldekanttekeningwordengemaakt dat er weinig ervaring ismet de ontwikkeling van dezeschades. Vanzelfsprekend biedtin geval van gerede twijfel moni-toren een goede oplossing.Voor het vaststellen of het uitvoe-ren van constructieve maatrege-len op korte termijn noodzakelijkis, (doelstelling van de Aanbeve-ling) is gesteld dat het uitvoerenvan metingen naar materiaalka-rakteristieken geen toegevoegdeinformatie oplevert.M a a t r e g e l e nHoewel dit ongebruikelijk is vooreen CUR-Aanbeveling, zijn voor-beelden, nadere beschrijvingen,randvoorwaarden, aandachts-punten en toepassingsgebiedenvan de op de markt aangebodenmaatregelen opgenomen. Hierbijwordt primair onderscheid ge-maakt tussen het uitvoeren vanconstructieve maatregelen en hettreffen van preventieve maatrege-len om de voortgang van corro-sieactiviteit in de vloerelementente vertragen of tot stilstand tebrengen. Daarnaast is omschre-ven hoe de ontwikkeling vanonvolkomenheden tot schade, inde tijd kan worden gevolgd doormonitoren.Dit is, zeker gezien de eisen waar-aan CUR-Aanbevelingen moetenvoldoen, een moeilijk onderdeelgeweest van de werkzaamhedenvan de commissie. Een CUR-Aan-beveling moet namelijk:? enerzijds leiden tot construc-ties en producten van degewenste deugdelijkheid(veiligheid, duurzaamheid,geschiktheid enz.) volgens demeest moderne stand van detechniek;? anderzijds opening laten voornieuwe ontwikkelingen en nietinnovatiebelemmerend of dis-criminerend zijn ten aanzienvan bestaande technieken.Voor het constructief en preven-tief herstel van de Kwaaitaal- ofManta-vloeren zijn derhalvemaatregelen geselecteerd, die inde beperkte kruipruimte uitvoer-baar zijn en waarbij een duur-zaamheid van 50 jaar haalbaarwordt geacht. Dit is gezien debeperkte ervaringen met nieuwetechnieken per definitie arbitrairen leidde al tijdens het opstellenvan de concepten tot kritischegeluiden van commerci?le markt-partijen, die er op wensten toe tezien dat hun maatregel in posi-tieve zin in de Aanbeveling werdopgenomen. Vanzelfsprekendworden in de Aanbeveling geenblokkades opgeworpen voor con-structieve en preventieve maatre-gelen die niet zijn omschreven.Deze maatregelen kunnen name-lijk worden toegepast nadat isaangetoond dat aan de construc-tieve en duurzaamheidseisenzoals weergegeven in de Aanbe-veling, wordt voldaan.T e n s l o t t eGedurende het opstellen van deAanbeveling is het voor de auteurduidelijk geworden dat het ookmet deze Aanbeveling moeilijkzal zijn het oorspronkelijke doelte realiseren. Namelijk het doel tevoorkomen, dat herstel- of pre-ventieve maatregelen wordengetroffen in situaties waar ditvanuit constructief oogpunt nietnoodzakelijk is.Het gegeven dat slechts bij circa25% van de Kwaaitaal-vloeren encirca 10% van de Manta-vloerenconstructief herstel noodzakelijkis, wordt zeker in situaties vankoop en verkoop van woningenoverstemd door de wens vanpotenti?le kopers elk risico uit tesluiten. De commerci?le drukvanuit de markt om maatregelente treffen, draagt hier vanzelf-sprekend toe bij.
Reacties