Afscheidscollege prof.ir.P.C.Kreijger,30 november 1984In verband met het gebruikmaken van deVUT-regeling zal prof.ir.P.C.Kreijger op 30november a.s. in de aula van deTechnische Hogeschool te Eindhoven eenafscheidscollege geven. Aanvang16.00 uur.Het onderwerp van zijn college luidt:Onderzoek en innovatieve toepassingenin de betonindustrie'.Belangstellenden zijn welkom. Men wordtverzocht tijdig aanwezig te zijn.Bouwbeurs Zuid '84, 21-24 November1984, Eindhoven.Van 21 tot en met 24 november a.s. wordtin het Expo Center te Eindhoven de eerstezuidelijke vakbeurs op bouwgebiedgehouden. De organisatie hiervan berustbij de Stichting Bouwen en Wonen 2000.Deze onlangs opgerichte stichting heeftzich ten doel gesteld in Eindhoven eenpermanente pleisterplaats voor de bouw tevestigen. Er zal een permanentebouwexpositie gestalte krijgen, gekoppeldaan manifestaties, symposia etc.Het thema van de eerste Bouwbeurs Zuidis 'de vrije sector'. Parallel aan deexpositie worden symposia georganiseerdover de vrije sector woning. Daarnaast zijner de thema's open bouwen en modulaireco?rdinatie.75 november 1984, Betondag, JaarbeursCongrescentrum, Utrecht; Betonvereniging27-24 november 1984, Bouwbeurs Zuid'84, Expocenter, Eindhoven3-4 december 1984, Symposium ConcreteStorage Structures, Newcastle upon Tyne;Concrete Society13 december 1984, VoorlichtingsdagNationale Raadpleging Eurocodes,TH-Delft; nadere inlichtingen: NNI ir.Willemsen, tel 015-61106114-19 januari 1985, Bouwbeurs, Zuid Laren25 februari-2 maart 1985, Bouwbeurs,Jaarbeurs, Utrecht1-3 mei 1985, CAPE Nederland '85,Ontwerpen en fabriceren met de computer,RAI Amsterdam30-37 mei 1985, Internationaal Symposiumover demonteerbare betonconstructies,Rotterdam; TH-Delft, CUR-VB e.a.37 mei-3juni 1985, Eerste InternationaleConferentie over slopen en hergebruik vanbeton, Rotterdam; European DemolitionAssociation, i.s.m. RILEMBetonvereniging, CUR-VB, BureauBetonmortelcontrole: postbus 61,2700 AB Zoetermeer, 079-219313Stubeco: postbus 4, 4064 ZG Varik (Gld.),010-815255 (Rotterdam)Stumico: Karel Doormanlaan 28, 2665 ATBleiswijk, 01892-3711Stupre: Raamweg 16, 2596 HL Den Haag,070-469555Stutech: postbus 3232, 5203 DE's-Hertogenbosch, 073-401302Stuvo: postbus 3011, 5203 DA's-Hertogenbosch, 073-401222Betondispuut: TH-Delft, gebouw CivieleTechniek, kamer 506, Stevinweg 1,2628 CNDelft, 015-784769Belgische Betongroepering: C?sarFranckstraat 46, B-1050 Brussel,02-6499850BFBN, Bond van fabrikanten vanbetonwaren in Nederland: postbus 194,3440 AD Woerden, 03480-10944CIAD: postbus 74, 2700 AB Zoetermeer,079 - 219324: postbus 240, 2280 AE Rijswijk,070-991450VBN: Kon. Julianaweg 122, 2264 BELeidschendam, 070-271802Prof.ir.J.F.Agemamet emeritaatOp 28 september jl. nam prof. Agema af-scheid van de TH-Delft ais hoogleraar Ver-keers- en Rivierwaterbouwkunde, in verbandmet het bereiken van de 65-jarige leeftijd.Rijkswaterstaat, TH-Delft en het KIVI organi-seerden voor deze gelegenheid een water-bouwsymposium, dat zich in een grote be-langstelling mocht verheugen.De carri?re van prof. Agema is zeer succes-vol te noemen. Op 16-jarige leeftijd trad hijin dienst van Rijkswaterstaat, een werkgeverdie hij 44 jaar trouw gebleven is. Hij is kleinbegonnen in Hoorn als leerling-tekenaar enheeft vrijwel alle rangen in de Rijkswaterstaatdoorlopen. Dat leverde een bijzondere erva-ring op, die aan zijn grip op de waterbouw-kunde veel heeft bijgedragen.Agema heeft zich in de loop der tijd praktischen theoretisch bekwaamd tot ??n der grotenin zijn vak. In 1970 behaalde hij de inge-nieurstitel aan dezelfde TH waar hij de laatste5 jaar hoogleraar was. Ter gelegenheid vanzijn benoeming in februari 1980 is aandachtgeschonken aan de persoon van Agema enzijn toen gehouden inaugurale rede in Ce-ment nr. 4 van dat jaar (zie blz. 190-194).Het waterbouwsymposium droeg duidelijkhet stempel van Agema's werk. De aspectendie zijn ontwerpfilosofie kenmerken, kwa-men in zes voortreffelijke lezingen aan de or-de. De trefwoorden van de Agema-filosofiezijn:- integratie van ontwerp, uitvoering, beheeren onderhoud, alsmede milieu en landschap;- flexibel, aanpasbaar bouwen;- de natuur als fysiek model;- bouwen tegen minimale kosten;- simulatie van de uitvoering;- technisch wetenschappelijke begeleidingvan de uitvoering;- kwaliteitscontrole;- risico-analyse.Die filosofie vormt ook het onderwerp vanhet boekje 'Het totaal overziende' dat doorAgema zelf tijdens het symposium werdge?ntroduceerd. Daarin komt onder meer tersprake het gebruik van caissons bij de afslui-ting van zeegaten. De eerste maal werdencaissons ingezet bij de sluiting van de Veer-havendijk in Kruiningen. Agema had daar deleiding en het was zijn 'vinding' om met cais-sons een plotselinge sluiting te bewerkstelli-gen van een dijkdoorbraak. De caissons wa-ren oorspronkelijk bestemd voor de geal-lieerde landingen in Frankrijk, juni 1944.Een ander hoogtepunt uit Agema's carri?reis de vergroting van de Havenmond Hoek vanHolland, waar veel van zijn inzichten in ont-werp en uitvoering zijn terug te vinden. Hetontwikkelen en inzetten van speciaal mate-rieel zoals de beide vaartuigen waarmee de43 ton zware betonblokken voor de naven-dammen zijn geplaatst, betekende een nieu-we dimensie in de waterbouwkunde. De weglag open voor de introductie van grote gepre-fabriceerde betonelementen. Bij de storm-CementXXXVI (1984) nr. 11 728vloedkering in de Oosterschelde komt dezeontwikkeling zeer duidelijk tot uitdrukking.Het is immers een uit zeer grote geprefabri-ceerde elementen opgebouwde constructie,waar bijzonder materieel nodig is voor de as-semblage.Behalve voor het grote werk, heeft Agemaook aandacht voor het detail. Dat brachtir.R.Schermer, een van de sprekers op hetsymposium, naar voren toen hij een dia lietzien van een der vaartuigen van de peil- enmeetdienst, boordevol met apparatuur omhet werken in en aan open water zo goedmogelijk te kunnen begeleiden. Ook dit 'ma-terieel' rekende Agema duidelijk tot zijn vak.De Nederlandse waterbouwkunde is eenspeerpuntindustrie, aldus prof. Agema. Hetis dan ook van groot belang dat de nu aanwe-zige kennis op onderzoek-, ontwerp- en uit-voeringsgebied blijft bestaan en wordt uitge-bouwd. In Nederland is veel groot werk nietmeer te verwachten, al zullen beheer en on-derhoud de nodige aandacht gaan opeisen.Meer dan voorheen zullen we buiten delandsgrenzen bezig moeten zijn. In dat op-zicht is Agema al jaren actief als adviseur ingeval van problemen bij nieuwe projecten,zoals de bescherming van Veneti? tegenstormvloeden met een heel bijzonderestormvloedkering.Het laatste onderdeel van het symposiumbetrof de uitreiking van een Engelstaligboekwerk 'The Closure of Tidal Basins',waarin de ervaringen met het sluiten van zee-gaten zijn samengebracht. Ir.H.Engel, van deDeltadienst, in welke dienst de auteurs vanhet boek zijn te vinden, reikte de eerste ex-emplaren uit aan een Nederlandse en Vietna-mese student in de waterbouwkunde. Hetboek telt 728 bladzijden en is verkrijgbaar bijde Delft University Press. Zo blijft de kennisbewaard die is opgedaan bij de uitvoeringvan de Deltawerken.Het totaal overziende, v/erd op 28 septembereen bijzonder geslaagd waterbouwsympo-sium gehouden, dat eindigde met de openingvan een tentoonstelling over waterbouwkun-de. Het laatste onderdeel van deze dag wasde drukbezochte afscheidsreceptie vanprof.ir. Jan Agema, een roemrucht water-bouwkundige.P.L.SpitsN.B.: 'Het totaal overziende' is geschrevendoor studenten, oud-studenten, medewer-kers en oud-medewerkers van prof. Agema.Zelf schreef Agema het hoofdstuk over Krui-ningen. Het boekje is verkrijgbaar door over-making van 7,- op rekening nr.43 93 38 107 t.n.v. A.L.P.Estourgie bij deAmrobank te Den Haag, onder vermeldingvan 'Het totaal overziende'.Op 28 september jl. nam ing.D.C.Binnekampafscheid van zijn werkkring bij Bouw- en Wo-ningtoezicht van de gemeente Rotterdam.Door een aantal initiatiefnemers is die gele-genheid te baat genomen om de grote waar-dering voor Binnekamp tot uitdrukking tebrengen, met name voor zijn activiteiten ophet gebied van het voorspanstaal. Men deeddat door het organiseren van een symposiumte zijner ere.Het thema luidde: 'Binnekamp in internatio-naal perspectief betreffende voorspanstaal '.Een zestal sprekers hebben verschillendeaspecten van dat perspectief toegelicht.De kwaliteit van het voorgespannen betonvalt of staat met de kwaliteit van het voor-spanstaal. Een weinig opzienbarende con-statering, ook omstreeks 1950 niet. Wel op-merkelijk is de wijze waarop in die tijd de ont-wikkeling van het voorgespannen betonhand in hand ging met een verdieping vanhet inzicht omtrent het voorspanstaal. Daar-bij was het niet voldoende om alleen maarbuitenlandse kennis en ervaring te verzame-len. Voorspanstaal dat in het begin van dejaren '50 voldeed aan de gevraagde trek-sterkte had soms een aantal minder gunstigeneveneigenschappen, zoals de gevoeligheidvoor spanningscorrosie en oppervlakbe-schadigingen.Binnen STUVO heeft men het gemis aan in-zicht, inzicht dat vooral in latere jaren groei-de, weten te ondervangen door het opstellenvan gemakkelijk aanpasbare 'Voorlopigekeuringsvoorschriften voor hoogwaardigstaal' die te zamen met de 'Richtlijnen voorhet ontwerpen van voorgespannen beton' deeerste hulpmiddelen vormden voor de snelgroeiende groep van constructeurs in voor-gespannen beton.Toen ook leefde al het besef dat er controlediende te zijn op de handhaving van de kwa-liteit zoals omschreven in de keuringsvoor-schriften. Dat leidde tot de oprichting van decertificatencommissie Voorspanstaal, inge-steld onder verantwoordelijkheid van de Ver-eniging van Nederlandse Gemeenten. Hierbijdeed in 1956 Binnekamp zijn intrede, om tebeginnen als tijdelijk secretaris. Achteraf be-Binnekamp en degeschiedenis van hetvoorspanstaalschouwd een gelukkige keuze, niet alleenvanwege zijn persoon, maar ook omdat hetvoorgespannen beton in zijn ontwikkelingduidelijk de steun genoot van het belangrijkeBouw- en Woningtoezicht ?n Rotterdam. De-ze gebeurtenis had 28 jaar geleden plaats.De voordelen van certificering als instrumentvoor kwaliteitsbewaking, zoals door een vande sprekers opgemerkt, geldt wel in bijzon-dere mate voor het voorspanstaal, omdat en-kele lange-duur eigenschappen, zoals cor-rosie en krimp, hierbij een grote rol spelenen deze eigenschappen niet eenvoudig doorgebruikers kunnen worden geverifieerd.De certificatencommissie met al spoedigBinnekamp als stimulerende secretaris heeftdoor haar werkwijze een goede uitwisse-ling van kennis en ervaring tot stand wetente brengen tussen fabrikant en gebruiker. Decommissie fungeerde dikwijls als een scha-kel tussen beide, waarbij de wensen van degebruikers bij de fabrikanten werden bepleit.Zo werkte dat vroeger. Geleidelijk aan is desamenwerking tussen producent en gebrui-ker en daarmee ook de taakstelling van decertificatencommissie wat formeler gewor-den.De evolutie van het voorspanstaal heeft van-af het ontstaan van de certificatencommissieeen sterk internationaal karakter gedragen.Gepleit werd voor internationale standaardi-satie van beproevingsapparatuur en -metho-den, dit om de inmiddels gegroeide praktijkin de loop van de jaren '50, waarbij elk landzijn eigen voorschriften en beproevingsme-thoden had en aan het staal zijn eigen eisenstelde, te doorbreken. De wens naar interna-tionale samenwerking leidde onder meer totde oprichting van de FlP-commissie 'Voor-spanstaal en -systemen'. Ook in deze com-missie heeft Binnekamp in sterke mate ge-participeerd. Zijn werk binnen deze interna-tionale commissie heeft onder meer geleidtot het in 1979 aanvaarde 'Principles of qua-lity assurance with respect to prestressingsteel'. 'Quality assurance' wordt daarbij om-schreven als 'het stelsel van activiteiten, ge-richt op het verschaffen van zekerheid dathet gehele systeem van kwaliteitsbewakingeffectief is en blijft'.Het curriculum vitae van Binnekamp is veelte uitgebreid om hier volledig te kunnen zijn.Zijn betekenis in de evolutie van het voor-spanstaal, zowel nationaal als internatio-naal, heeft met name bij de insiders een groteindruk gemaakt. Hij bezit de kwaliteit om hetwerk degelijk en conscentieus te verrichten;kenmerkend zijn het enthousiasme, de des-kundigheid, grote werkkracht en helderheiden het gemak waarmee hij contacten legt.Men zou hem tekort doen door zijn persoonuitsluitend in de ontwikkeling van het voor-spanstaal een plaats te geven. Zijn anderefuncties en werkzaamheden bewijzen hoebreed hij is. Ook als medewerker van dit tijd-schrift heeft hij dat meermalen tot uiting ge-bracht.Men zal zich er op moeten instellen dat Bin-nekamp zich geleidelijk uit het vele commis-siewerk gaat terugtrekken. Aan anderen detaak om voor hem (een) waardige opvolger(s)te vinden.M.G.P.NelissenCementXXXVI(1984)nr.11 729
Reacties