A r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i t e i t s b o u wcement 2002 2 21Begin jaren '90 kwam nieuw provinciaal beleid voormusea van de grond. Drie gebouwen werden ontwikkeld:het Bonnefantenmuseum in Maastricht, het Limburgsmuseum in Venlo en het Industrion in Kerkrade. Dit laat-ste gebouw is een onderkomen voor een museale collec-tie in opkomst, die de geschiedenis van de Limburgseindustrie omvat. Dat de kolenwinning daarin een belang-rijke plaats heeft ingenomen, blijkt uit het feit dat hetMijnmuseum onderdeel van het Industrion is geworden.In het museum wordt het verhaal verteld van mensen enmachines. De relatie tussen industrie en samenlevingwordt zichtbaar gemaakt.De opdracht aan de architect was het resultaat vanhet winnen van een prijsvraag onder drie architec-tenbureaus. Het museum is op een strategischeplaats gesitueerd, namelijk op een glooiend terreintussen het spoorwegstation en het centrum vanKerkrade. Bij het Industrion is ook de halteplaats vande Zuid Limburgse Stoomtram Mij (ZMLS), hetbekende Miljoenenlijntje, tussen Schin op Geul enKerkrade. Het gebouw zelf verwijst in tal van opzich-ten naardeindustrie,zoalshetsheddakbovendewerk-plaats en de toren die doet denken aan een mijnbok.O p z e tIn grote lijnen bevat het museum een ruime entree-hal die via een brug wordt bereikt. De grote ten-toonstellingshal waarin machines staan opgesteld,heeft een kruisvorm, waardoor de ruimte verrassin-gen kan bieden. Zo zijn er verschillende theaterde-cors aangebracht die industri?le processen en zakentot leven brengen. Er is een kleinere ruimte voor wis-seltentoonstellingen, auditorium, foyer, bibliotheeken een buitenexpositie. De grote centrale ruimte isneutraal en zonder daglicht. Een ware zwarte doos.Met nadruk is gekeken naar het merendeel van debezoekers: scholieren en families. Veel aandacht isbesteed aan een educatieve opzet en de mogelijkheidvoor de bezoekers interactief bezig te zijn.Dearchitectheefthetexterieureenindustrieelkarak-ter gegeven met verwijzingen naar het verleden,zoals met de twee autentieke mijnwielen in de torenals symbool voor de vroegere mijnbouwexploitatie.De rode staalconstructie boven de entree lijkt als hetware `uit het gebouw te zijn getrokken'.INDUSTRIONMUSEUM VOOR INDUSTRIE ENSAMENLEVINGBegane grond1 = ingang, 2, hal, 3 = balie en NS-loket, 4 = museumwinkel, 5 = auditorium, 6 = technocaf?,7 = museumruimte, 8 = depot, 9 = videfoto's: Arthur BagenA r c h i t e c t u u r & o n t w e r pU t i l i t e i t s b o u wcement 2002 222Daarnaast heeft de architect ook de relatie met hetlandschap en de integratie van het station in ditbouwwerk bewerkstelligd. De route van station naarstad wordt dankzij het museum verduidelijkt.C o n s t r u c t i eHet in beeld willen brengen van een industrieelmuseum leidt al gauw tot de toepassing van staal-constructies. Niettemin speelt beton een belangrijkerol in het constructief ontwerp en daarvan getuigenonder meer de paddestoelvormige kolommen dieeen regelrechte verwijzing zijn naar dezelfde soortkolommen die architect Peutz toepaste in Heerlen.Het buitenmetselwerk is uitgevoerd in een donkererood-paarse steen, een product uit de omgeving.T o t s l o tKerkrade heeft met het Industrion, dat al enkelejaren open is, een succesvol museum binnen haarpoorten: 60 000 bezoekers per jaar. Dat is een aan-zienlijk groter aantal dan de ramingen aangaven. RedactieProjectgegevensopdrachtgever:Provincie Limburgarchitect:Dirrix Van Wylick architecten, Eindhovenconstructeur:Coman Raadgevende ingenieurs, Heerlenaannemer:Bouwmaatschappij Wijnen BV, Someren
Reacties