De Nederlandse betonwereldin het buitenlandJaarrede van de voorzitter van de Betonvereniging,prof.ir.A.GIerum, uitgesproken tijdens de Betondag1984, Utrecht 15 november il.Sluizen behoren tot de gewapend-betonconstructies die ook na jaren nog ingoede staat verkerenGewoonlijk zijn betonnen gebouweneveneens degelijke constructies; de OpenLucht School van Duiker in deAmsterdamse Cliostraat is daar eensprekend voorbeeld vanZestig jaar geledenIn 1924 werd een Staatscommissie ingesteld, met de opdracht een onderzoek te verrichtennaar de hoedanigheden van gewapend-betonconstructies. Voorzitter was dr.ir.CLely, deman die aan het eind van de vorige eeuw plannen maakte voor de afsluiting van de Zuiderzeeen in 1918, als Minister van Verkeer en Waterstaat, zijn handtekening zou zetten onder debetreffende wet. Leden waren Bakker en Boon. Bakker zou later de eerste leerstoel beton-constructies bekleden en Boon werd in 1925 voorzitter van de Betonbond, de voorloper vanonze Betonvereniging. De Staatscommissie werd ingesteld omdat er in Duitsland nogal watgebreken aan gewapend-betonconstructies waren geconstateerd, terwijl ook ons land pro-blemen op dit gebied kende. De commissie formuleerde onder meer de volgende conclusies:1. 'De geconstateerde gebreken zijn in hoofdzaak te wijten aan fouten in de uitvoering of onoor-deelkundige toepassing van het materiaal'.2. 'Voor constructies in gewapend beton geldt in het bijzonder, dat zij moeten worden ontwor-pen en gedetailleerd door op dit gebied zowel theoretisch als praktisch ervaren deskundigen,terwijl ook de uitvoering slechts onder voortdurend toezicht aan ervaren personeel magworden overgelaten'.Het is opmerkelijk hoe actueel de conclusies van de Staatscommissie uit 1924 ook nu nogzijn. In mijn vorige jaarrede vormde schade en het voorkomen daarvan het centrale thema.Ook in het begin van deze eeuw werden de toepassingsmogelijkheden van het toen nogbetrekkelijk nieuwe bouwmateriaal gewapend beton in hoge mate bepaald door de duur-zaamheid. Vertrouwen was er echter zonder meer, zoals blijkt uit een rapport van de IndischeGewapend Beton Commissie uit 1926, waarin wordt gesteld, dat de toepassing van gewa-pend-betonconstructies vaak voordelen biedt en soms de enige praktische mogelijkheid is.Dat dat vertrouwen niet ten onrechte was, blijkt uit het in 1980 door de CUR-VB uitgevoerdeonderzoek naar langs onze kusten gebouwde gewapend-betonconstructies: de sluizen enkademuren bevinden zich na meer dan een halve eeuw nog in goede staat.Les uit het verledenTerugkijkend naar de conclusies van de Staatscommissie uit 1924 moeten we bekennen,dat we hun wijze raad niet altijd hebben opgevolgd. De woongebouwen uit de jaren '60,waaraan nu hoge onderhoudskosten moeten worden besteed, zijn zeker niet tot stand geko-men in samenwerking tussen een ervaren ontwerper en een deskundige uitvoerder. Mense-lijke fouten en gebrek aan goed toezicht gaven een deel van de toen gebouwde constructieseen te geringe duurzaamheid. Het vervolgens verwaarlozen van inspectie en onderhouddeden de schade in versnelde mate ontstaan.Dat heeft het imago van het materiaal geen goed gedaan. Dit valt te betreuren en is bovendienniet terecht, want beton is en blijft een materiaal waarmee vaardige handen degelijke con-structies kunnen maken. Daarvan getuigen niet alleen de eerder genoemde sluizen en brug-gen, maar ook het merendeel van de gebouwen uit de soms wat wanordelijke periode vanexpansie na de tweede wereldoorlog.Teneinde betere waarborgen te verkrijgen voor een grotere duurzaamheid, zijn in de Aanvul-lingen en Wijzigingen op de VB 1974, genaamd VB 1974/1984, twee belangrijke bepalingenopgenomen. De water-cementfactor is begrensd tot een maximum van 0,6 en de scherpegrenzen voor chloriden in gewapend en voorgespannen beton, staan geen toevoegingenvan chloride-houdende hulpstoffen meer toe. In de produktnorm Beton, die thans wordtvoorbereid, en die de hoofdstukken Materialen uit de VB 1974 zal vervangen, zullen naaststerkteklassen ??k duurzaamheidsklassen worden ge?ntroduceerd. Daardoor zal de duur-zaamheid terecht een volwaardige plaats krijgen naast andere facetten.De Nederlandse betonwereld in het buitenlandGezien het grote belang voor het Nederlandse bedrijfsleven van het werken in andere landen,is het thema van de jaarrede van deze Betondag: de Nederlandse betonwereld in het buiten-land.Cement XXXVI (1984) nr. 12 773Kademuur te Talcahuano (Chili),opgebouwd uit zgn. kante/caissons (naarontwerp van Kraus voor Valparaiso). De lijnD-D is de waterlijn in drijvende toestand.Het werk is uitgevoerd door de HBM in1905'Onze sterke kant is en blijft het water'zoals blijkt uit caissonsluitingenWat zijn de kansen van het Nederlandse bedrijfsleven? Waar zijn we goed in en wat kunnenwe minder goed? Hebben de ingenieursbureaus en de aannemers iets aan het researchwerkdat wij doen, aan het onderwijs dat we geven, en aan de voorschriften, die wij met zoveelmoeite steeds weer opstellen en herzien? Met andere woorden: een poging tot analyse vanhet nut van de thuisbasis voor onze in het buitenland werkende collega's.Het feit, dat bedrijven uit ons kleine land de wereld als arbeidsterrein zien, is natuurlijk nietsnieuws. Eeuwenlang hebben we als kooplieden de wereldzee?n bevaren en daarmee eenzekere welvaart aan ons land gegeven. Volgens prof .Schoemaker waren Nederlandse water-bouwkundigen al in 1832 betrokken bij de uitvoering van irrigatiewerken in het toenmaligeNederlands lndi?. De eerste buitenlandse activiteiten op betongebied kwamen uiteraard veellater. Helemaal zeker weten we het niet, maar we vermoeden dat rond 1900 de eerste aan-nemers op grotere schaal naar het buitenland gingen om werken in gewapend beton aan tenemen en uit te voeren.Zo opende de HBM in 1906 een kantoor in Santiago de Chili en bouwde een grote havenmet behulp van 'betonijzeren bakken' van 240 ton, die drijvend naar hun plaats werdengesleept en ter plaatse afgezonken. De ontwerper was onze landgenoot ir.Kraus, die vanaf1890 hoogleraar aan de Universiteit van Santiago was. In de twintig jaren die daarop volgden,werden grote tot zeer grote werken in Zuid-Amerika uitgevoerd, meestal in combinatie metandere bedrijven.In 1910 kreeg HBM een vestiging in Indonesi?. Dat het niet slecht ging in die jaren, blijkt uithet feit, dat in 1915 76% van de winst van de HBM in Indonesi? werd geboekt. Overigensnam deze maatschappij in haar beginjaren ook kleine werken aan, zoals de fundering vooreen tuinhek: aannemingssom 60,- winst 31,54.In de tweede jaargang van het blad Gewapend Beton, 1914, kan men lezen dat de toepassingvan gewapend beton in Indonesi? leidde tot 'een afdoende wegverbetering onder de meesteconomische omstandigheden', terwijl beton ook werd gebruikt voor dammen ten behoevevan irrigatiewerken, voor taludbekledingen, watertorens en aquaducten. In Gewapend Betonvan 1924 lezen we dat de IGB uit Breda werken uitvoerde in Spanje (de haven van Valencia)en op Spitsbergen. In 1926 bericht de Nederlandse Aannemingsmaatschappij v/h Boersmaover bevredigende resultaten van haar werken in Indonesi? en vermeldt dat zij een dochter-maatschappij heeft opgericht in Engeland.De entreeIntrigerende vragen bij het volgen van de activiteiten van het Nederlandse bedrijfsleven inhet buitenland, zijn natuurlijk: Hoe komen we aan deze opdrachten? Waar ligt onze kracht?Voor de aannemers is dat duidelijk: het natte werk, het baggeren, daar zijn we goed in, datis onze specialiteit. En vanuit zee gaan we het land op. Want wie zijn vak verstaat en nietbang is grote werken aan te nemen, zonodig in combinatie met andere bedrijven, wie inter-nationaal denkt en flexibel kan opereren, die krijgt werken en als het even kan veel werk.Ook de raadgevend ingenieurs ontlenen hun kracht en specialismen op het gebied van dewaterbouw. Daarbij kunnen we twee groepen onderscheiden. In de eerste plaats de kennisverkregen in eigen land bij het bouwen en inrichten van havens en daarnaast de ervaringopgebouwd in het voormalige Nederland-lndi?: de irrigatie. In Indonesi? waren veel werkennodig voor de landbouw, onder andere de rijstcultuur, en in de civieltechnische opleidingenin Delft en in Bandoeng was irrigatie een belangrijk vak.Zowel bij havens als bij irrigatie gaat het om meer dan objecten op zich. Een totale infrastruc-tuur moet worden ontwikkeld: wegen, opslag- en overslagfaciliteiten, energie- en drinkwa-tervoorziening. Die totaliteit met de benodigde transport- en hydrologische studies behoorttot de sterke kanten van onze ingenieursbureaus.Opvallend is echter, dat de ingenieursbureaus, noch de aannemersbedrijven veel werk inde woning- en utiliteitsbouw verwerven. Op dat terrein is de concurrentie zwaar en heeftNederland geen of onvoldoende voorsprong. Onze sterke kant is en blijft het water.Wat cijfersDe omzet van de bouw in Nederland bedroeg in 1983 circa 30 miljard gulden. Ongeveer eenkwart daarvan, dus zo'n 8 miljard, had betrekking op betonwerk. De omzet van de Nederland-se aannemers in het buitenland bedroeg in 1983 een kleine 7 miljard gulden, globaal verdeeldin 2 miljard voor baggerwerk, 3,5 miljard voor grond-, weg- en waterbouw en 1,5 miljardvoor de woning- en utiliteitsbouw. Het aandeel van het betonwerk hierin is niet eenvoudigte schatten, maar zal waarschijnlijk een kwart van de totale omzet minus het baggeraandeelbedragen, dus ongeveer een kwart van 5 miljard oftewel 1,25 miljard gulden.De omzet van ingenieursbureaus bedraagt direct circa 200 miljoen gulden. Niet minder dan70% daarvan bestaat uit salariskosten. Maar de waarde voor de Nederlandse economie vandeze omzet wordt op het vijfvoudige geschat, hetgeen neerkomt op circa 1 miljard gulden.Met een dergelijke omzet nemen de Nederlandse ingenieursbureaus, waarvan er 20 samen-werken in Nedeco, de zesde plaats in op de wereldranglijst.De algemene voorwaarde voor succes, zowel in de aannemerij als bij de ingenieursbureaus,is het leveren van kwaliteit, of het nu know-how betreft of het bouwen van projecten.De concurrentiepositie van het materiaal betonEen belangrijk aspect van die kwaliteit is het kunnen realiseren van voldoende duurzameprojecten. In het Midden-Oosten doen zich thans omvangrijke schadegevallen voor bijCement XXXVI (1984) nr. 12 7745De Bahrein Causeway in uitvoering:speciaal materieel brengt de grotebetonelementen op hun plaatsfoto: Ballast Nedam GroepOverslag van Nederlands hoogovencementvan binnenschip in zeeschip voor gebruikin het Midden-Oostenwerken die tussen de 5 en 10 jaar geleden zijn gebouwd. Te uwer geruststelling: deze con-structies zijn niet door Nederlandse aannemers gebouwd.Problemen inzake de duurzaamheid, of dat nu in Nederland of in het buitenland is, raken dereputatie van het materiaal beton zelf. De schadegevallen, die zich nu ook in het Midden-Oos-ten voordoen, vormen terecht een waarschuwing. Daarbij moeten we ons tevens realiseren,dat de concurrentiepositie van beton mede afhankelijk is van de technologische ontwikkelin-gen van andere bouwmaterialen.Door enerzijds kwalitatief goed werk te leveren en anderzijds veel aandacht te besteden aanonderzoek en ontwikkeling van nieuwe technologie?n, kan beton haar positie als goed engoedkoop, massaal te vervaardigen bouwmateriaal handhaven.Het nut van onderzoekNederlandse researchprojecten, zoals het MaTS-onderzoek, waarbinnen ook de duurzaam-heid van beton in offshore-constructies is bestudeerd, kunnen een belangrijke bijdrage leve-ren aan de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven in het buitenland. De bijdit onderzoek ontwikkelde nieuwe technologie?n, zoals bijvoorbeeld de akoestische technie-ken om onder water oppervlaktescheuren in het beton op te sporen, zijn belangwekkend tenoemen.Het werken in warme landen, of dat nu het Midden-Oosten of andere gebieden betreft, houdtrisico's in voor ingenieursbureaus en aannemingsbedrijven, indien men onvoldoende'inzichtheeft in de lokale omstandigheden en de invloeden daarvan op de uitvoeringsmogelijkhedenvan een project. Nederlanders hebben een grote know-how opgebouwd op dit gebied Inde artikelenserie 'Beton in warme landen' in Cement wordt uitvoerig op deze ervaringeningegaan. Tot dusver zijn behandeld de invloed van extreme factoren op de duurzaamheid,de invloed van de cementkeuze en van de toeslagmaterialen en het belang van goede kwa-liteitscontrole. (In dit nummer vindt u op blz. 777 een aflevering over de uitvoering - Red )Aspecten waarop wordt gewezen, zijn onder andere de snelle veroudering van cementvooral als dat in 50 kg-zakken wordt aangevoerd, alsmede de risico's van indringing vanzout, hetgeen door de snelle vedamping tot hoge concentraties kan leiden.Nederlands onderzoek naar beton met hoogovencement - daar hebben we tenslotte al ruim50 jaar ervaring mee - heeft geleerd, dat dit beton zeer duurzaam is, juist in die streken waarsprake is van een zeer zout milieu of van alkaligevoelige toeslagmaterialen, alsook bij sulfaat-aantasting. De wetenschap, dat in hoogovencementbeton de diffusiesnelheid van de chlo-riden aanzienlijk lager is dan in normaal portlandcementbeton, biedt Nederlandse ingenieursen aannemers de mogelijkheid daarvan gebruikt te maken, zoals op dit moment het gevalis bij de Bahrain Causeway. Zonder de naam van de aannemer, die tevens de ontwerper is,te noemen, zou ik deze oeververbinding in de categorie 'outstanding structures' willen rubri-ceren.Een probleem is overigens, dat in het Midden-Oosten geen hoogovencement wordt gepro-duceerd, en dat er maar betrekkelijk weinig landen zijn, die w?l een goed hoogovencementmaken en kunnen exporteren. Buitenlandse consultants kennen dit cement vaak niet, mede ?omdat het cement nauwelijks wordt genoemd in de internationaal vaak gehanteerde voor-schriften uit Engeland en de Verenigde Staten. In het artikel 'De invloed van de cementkeuzeop de duurzaamheid' uit de eerder genoemde serie, wordt de volgende opmerkelijke uit-spraak gedaan: 'Het is bedroevend te moeten constateren, dat de in warme landen doorgaansgeproduceerde en ge?mporteerde cementen, voor een groot aantal toepassingen in die lan-CementXXXVI(1984)nr. 12 775Ook dit is een manier om aantoeslagmateriaal te komen voor beton. Opeen diepte van ca. 1,5 m wordt het zandtijdens eb met mankracht gewonnen.Bangladesh anno 1984foto: R.C. Lans (Interbeton)den minder geschikt of zelfs ongeschikt zijn. Chloride-aantasting blijkt in veel grotere mateoorzaak van schades en tegenvallende duurzaamheid dan sulfaataantasting. Sulfaatbestandportlandcement, dat vaak wordt voorgeschreven, biedt maar weinig weerstand tegen in-dringing van chloriden. Het gebruik van hoogovencement, met een slakgehalte van minstens65%, zou een belangrijke positieve bijdrage kunnen leveren aan de duurzaamheid van beton-constructies in warme landen'.Ook op andere terreinen heeft Nederlands onderzoek geleid tot waardevolle zaken,die eenuitstekend exportartikel zouden kunnen zijn. Een voorbeeld daarvan is de know-how, die isopgebouwd op het gebied van cryogene betonconstructies. Tijdens het vorig jaar in Amster-dam gehouden internationale congres over dit onderwerp, werd de Nederlandse bijdrageaan deze ontwikkelingen duidelijk gepresenteerd. Want presenteren moet je je wel, wil jealthans in het buitenland als specialist worden gezien. We zouden best meer op de voorgrondkunnen treden met onze onderzoeksresultaten dan we tot dusver hebben gedaan. Hier iszeker sprake van valse bescheidenheid.Alleen als we bij ons researchwerk uitgaan van een zo breed mogelijke probleemstelling enzoeken naar nieuwe technieken en technologie?n, alleen dan zijn wij een nuttige thuisbasisvoor de bedrijven en bureaus, die in het buitenland werken en zo'n onmisbare bijdrageleveren aan onze welvaart en werkgelegenheid.Het nut van onderwijsHet is moeilijk aan te geven wat het kennispakket moet zijn van een ingenieur of technicus,die voor een bureau of aannemer in het buitenland gaat werken. Zeker is, dat hij breedgeschoold moet zijn en dat zijn opleiding erop gericht dient te zijn problemen nuchter tekunnen analyseren. Juist op het terrein van de technologie dient het onderwijs breed te zijngeori?nteerd. Er zijn immers maar weinig landen in de wereld waar, zoals in Nederland, zanden grind bij wijze van spreken alleen maar door de baggermolen omhoog gehaald behoevente worden om in beton verwerkt te kunnen worden.Een ander terrein, waarop het onderwijs zeker aanvulling behoeft, is de basiskennis omtrentkwaliteitsbeheersingstechnieken.De rol van de voorschriftenIn de artikelenserie 'Beton in warme landen' wordt gewezen op de absurditeiten, die insommige, veel toegepaste, voorschriften voorkomen. Absurditeiten, die op vele plaatsen alswet worden gehanteerd en die kunnen leiden tot aanzienlijke kostenverhogingen. Harmoni-satie van voorschriften, bij voorkeur door internationale organisaties, zou een belangrijkestap in de goede richting betekenen. Door de International Standards Organization (ISO)wordt hard gewerkt aan het pakket van beproevingsmethoden voor beton en aan eisen, dieaan grondstoffen en beton kunnen worden gesteld.In Europa zijn al goede vorderingen gemaakt met een Europese norm voor het materiaalbeton, terwijl voorts binnen de Europese Gemeenschap wordt gewerkt aan Eurocodes. DeEurocodes worden niet opgesteld omdat daaraan vanuit technisch standpunt zo'n grotebehoefte zou bestaan. Ze dienen uitsluitend een economisch doel, namelijk het eliminerenvan handelsbelemmeringen binnen de Europese Gemeenschap. De codes zouden er toekunnen bijdragen, dat Nederlandse aannemers in de andere landen van de Gemeenschapop eenvoudige wijze overeenstemming over ontwerpcriteria en toepassingsregels kunnenkrijgen.Maar dat geldt uiteraard ook voor aannemers uit andere landen binnen de Gemeenschap.Verder hebben de ontwikkelingslanden grote belangstelling getoond voor het Eurocodepro-ject. Het is echter prematuur om de recent gepubliceerde concept-codes reeds nu als alge-meen aanvaarde voorschriften te beschouwen. Dat is nog zeker niet het geval. W?l is hetvan belang, dat het Nederlandse bedrijfsleven, en met name de betonwereld die in het bui-tenland werkt, medewerking verleent om de Eurocodes op hun bruikbaarheid te toetsen.CUR-VB zal gaarne uw commentaar verwerken.Quality assuranceToen een Nederlandse aannemer, die een grote omzet in het buitenland heeft, werd gevraagdwat de toekomstkansen voor het Nederlandse bedrijfsleven in het buitenland zijn, antwoord-de hij: er is minder werk, en daarom zullen we het moeten hebben van kwaliteit. Maar dankwaliteit in de breedste betekenis van het woord. Niet alleen kwaliteit van het bedrijf zelf,van het personeel, maar ook de aantoonbare kwaliteit van alle produkten, materialen engoederen, die in het project worden verwerkt. Het zou voor het bedrijfsleven in het buitenlandeen grote vooruitgang betekenen, indien aan produkten, die in Nederland aan een externekwaliteitscontrole zijn onderworpen, een soort nationaal certificeringsmerk gegeven konworden. Nu de Raad voor de Certificatie daadwerkelijk met haar werk is gestart, wordt hettijd dat ook aandacht wordt besteed aan een nationaal kenmerk voor kwaliteit. Hebben wein het binnenland al de grootste moeite met het onderscheiden van al de verschillende keur-merken, in het buitenland is een dergelijke verscheidenheid zeker niet te presenteren.BesluitAl was het onderwerp van deze Jaarrede 'De Nederlandse betonwereld in het buitenland',het viel niet te vermijden dat kwaliteit en duurzaamheid van het materiaal beton ook ditmaalweer een hoofdrol speelden. De Betonveren?ging zal zich op deze terreinen blijven inspannen;het zal daarom niet te vermijden zijn dat we er nog jaren over blijven spreken.Cement XXXVI (1984) nr. 12 776
Reacties