O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eBerekeningcement 2001 574Sinds het begin van de jarennegentig is in veel Nederlandseviaducten ASR geconstateerd. Uit??nassige trekproeven op verti-caal uit het dek geboorde cilinderskwam naar voren dat de trek-sterkte veelal aanzienlijk wasafgenomen, wat de vraag opriepof de resterende afschuifweer-stand nog aan de eisen voldeed,temeer daar zich in grote delenvan de brugdekken in hoofdzaakhorizontaal verlopende scheurenhadden ontwikkeld. In opdrachtvan de Bouwdienst Rijkswater-staat zijn daarom zes balken, dieuit twee ongeveer 35 jaar oudebruggen waren gezaagd, in hetStevinlaboratorium van de TUDelft tot breuk belast. Het onder-zoek is uitgevoerd in samen-werking met CUR-onderzoeks-commissie C106 `Constructievegevolgen van ASR'.P r o e f n e m i n g e nProefstukkenDe eerste twee balken, aangeduidals ZB1 en ZB2, werden gezaagduit de noordelijke overspanningvan een doorgaand plaatviaductop vier steunpunten. De volgendevier balken, aangeduid als HS1tot en met HS4, kwamen uit dezuidelijke overspanning van eensoortgelijkviaduct.Inbeidegeval-len was dit het sterkst aangetasteveld,zoalsuittrekproevenopboor-kernen was gebleken. De lengtevan de ZB-balken bedroeg 8,5 men de hoogte verliep van 0,65 maan de noordzijde tot 0,75 m aandezuidzijde.DeHS-balkenwaren7,5 m lang en hadden een verlo-pende hoogte van 0,6 m aan dezuidzijde en 0,75 m aan de noord-zijde. Verdere gegevens zijnvermeld in tabel 2.De wapening bestond in beidegevallenuitgladdestavenmeteennominale vloeispanning van 220N/mm2. De plaat was aan boven-en onderzijde voorzien van langs-en dwarswapening in het hori-zontale vlak. Verticale dwarswa-pening was alleen aangebracht inde dwarsdragers boven de onder-steuningen en in de randbalken.OfschoonindeZB-balken,dieheteerst werden beproefd, wel schui-ne afschuifscheuren ontstonden,was het vloeien van de hoofdwa-pening bepalend voor het draag-vermogen. Teneinde in de HS-balken de kans op bezwijken doorafschuiving te vergroten, werdenop de onderzijde van deze balkenstalen strippen gelijmd, waarmeehet momentdraagvermogen meervergroot werd dan het afschuif-draagvermogen. Dit was nodigomdat het wapeningspercentagevan de HS-balken lager was danvan de ZB-balken. Bovendienwaren de HS-balken minder aan-getast dan de ZB-balken. De wa-peningspercentages zijn vermeldin tabel 2.Wanneer er aanwijzingen zijn datin een constructie sprake is vanASR (craquel?vormige scheurpa-tronen, gelafzettingen) wordt eenzogenoemd basisonderzoek uit-gevoerd, dat onder meer bestaatuit de bepaling van de treksterkteen de stijfheid aan verticaalgeboorde cilinders 75 mm. Deresultaten van zo'n basisonder-zoek kunnen leiden tot het uit-voerenvannaderonderzoek.Voorhet HS-viaduct leverde dit dewaarden die in tabel 1 zijn opge-nomen. Het zuidelijke eindveld,waaruit de balken waren gezaagd,had duidelijk het meest te lijdengehad van ASR. Opvallender wasevenwel het verschil tussen desplijttreksterkte en de ??nassigetreksterkte, waarvoor zonderASR-aantasting bij een kubus-druksterkte van 50 N/mm2respectievelijk 3,5 en 3,1 N/mm2verwacht zou worden. Tenopzichte van deze waarden is desplijttreksterkte 10 tot 20% lager,maar de ??nassige treksterkte ismet ongeveer 70% afgenomen.Een mogelijke verklaring voor ditverschil kan worden gevonden inde vorm van de beschadigingdoorASR.Dezwellingdiemethetoptreden van ASR gepaard gaat,zal bij aanwezigheid van wape-ning gedeeltelijk worden verhin-derd. In de richting van de wape-ning zal daarbij in het beton eendrukspanning ontstaan, die deontwikkeling van verzwakkingenloodrecht op de wapening onder-drukt. Door het ontbreken vanverticale wapening in de plaatzullen zulke verzwakkingen dusvooral horizontaal geori?nteerdzijn (fig. 1).Afschuifdraagvermogen vanplaatbruggen aangetastdoor ASRir. J.A. den Uijl, TU Delft, faculteit CiTG, sectie Betonconstructiesing. N. Kaptijn, Bouwdienst Rijkswaterstaat, hoofdafdeling Droge Infrastructuur, afdeling Ontwikkeling TechniekWanneer de dwarskracht volledig door het beton moet worden opgenomen,zoals bij plaatbruggen zonder verticale wapening in het dek, zal afname vande treksterkte als gevolg van alkali-silicareactie (ASR) tot reductie van hetafschuifdraagvermogen leiden. Teneinde vast te stellen wat het effect is vanASR op het afschuifdraagvermogen, zijn uit twee viaducten in totaal zesbalken gezaagd en op buiging belast tot breuk.O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eDuur zaamheidcement 2001 5 75Een verticaal geboorde cilinderkan enkele van deze verzwaktevlakken doorsnijden, hetgeenresulteert in een niet-uniformeverdeling van de treksterkte overde hoogte van de cilinder. Omdatbij de ??nassige trekproef dezwakstedoorsnedemaatgevendisen bij de splijtproef de doorsnedewaarop de lijnlasten aangrijpen,verklaart dit het verschil dattussen beide is waargenomen. Degemiddelde splijttreksterkte lood-recht op de as van de verticaalgeboorde cilinders is wat lagerdan parallel aan de as. Dit is inovereenstemming met de visuelewaarneming dat de verzwaktevlakken in hoofdzaak horizontaalgeori?nteerd zijn. Terzijde zijopgemerkt dat ook in ongewa-pend beton anisotropie is waar-genomen, waarbij de richting vande grootste zwelling en de laagstetreksterkte samenviel met destortrichting [2, 3].Om deze anisotropie te kwantifi-ceren is voor het ZB-viaduct detreksterkte bepaald aan cilindersdieopverschillendeplaatsenhori-zontaal en verticaal warengeboord. In het noordelijke eind-veld, waaruit ook de twee balkenafkomstig waren, bedroeg de ??n-assige treksterkte in verticale enhorizontale richting respectieve-lijk 0,6 N/mm2(COV 26%, 15proeven) en 1,2 N/mm2(COV28%, 14 proeven) [4].De invloed van de belastingsrich-ting was op de splijttreksterkteveel minder dan op de ??nassigetreksterkte en de gemiddeldewaarde van alle splijttrekproevenbedroeg 2,83 N/mm2. De kubus-druksterkte was ongeveer 60N/mm2, zodat geconcludeerd kanworden dat de afname van zowelde splijttreksterkte als de ??nas-sige treksterkte in het ZB-viaductsterker was dan in het HS-viaduct(zie ook tabel 1).Uitvoering en resultaten van deproevenBeide einden van elke balkwerden achtereenvolgend tot be-zwijken belast in een vierpunts-buigproef op de balk, metasymmetrisch geplaatste last-inleidingspunten (foto 2). Hetbeproefde deel van een balk werdvan knevels voorzien voordat detweede proef werd uitgevoerd. Debelasting werd in ongeveer tweeuur stapsgewijze opgebracht mettwee handbediende hydraulischevijzels. De belasting, doorbuigingen betonvervormingen over hetmaatgevende afschuifgebied wer-den gemeten. Na elke belastings-verhoging werd de scheurontwik-keling opgetekend.Tabel 1 Druk- en treksterkte in brugdek HS gemeten aan 24 verticaal geboorde cilinders ? 75 mm [1]type proef eindoplegging tussenopleg- tussenopleg- eindoplegging gemiddeldzuid ging zuid ging noord noordkubusdruk 50,6 / 4 1) 50,4 / 24 54,0 / 10 60,6 / 9 53,9 / 14splijttrek ^ 2) 3,53 / 22 2,85 / 13 3,19 / 10 3,82 / 10 3,35 / 17splijttrek // 3) 3,45 / 11 3,16 / 5 3,37 / 14 4,21 / 14 3,55 / 16??nassige trek 1,02 / 48 0,84 / 45 0,89 / 26 1,61 / 17 1,11 / 421) i / j wil zeggen gemiddelde is i N/mm2en COV (variatieco?ffici?nt) is j %2) wil zeggen splijtvlak loodrecht op cilinderas3) // wil zeggen splijtvlak parallel aan cilinderasTabel 2 Afmetingen, wapeningspercentage, gemeten en berekende schuifsterkte van balkenproef b d1) v0,tot2) a/d Vu,testtu,test3)w Vu,theor4) (formule3) bezwijk-(mm) (mm) (%) (kN) (N/mm2) (?) (kN) vorm 5)ZB1-Noord 600 620 1,32 3,07 354 1,42 21 525 0,67 B/AS-2ZB1-Zuid 600 720 1,14 2,64 380 1,32 23 675 0,56 B/AS-1ZB2-Noord 600 640 1,12 2,97 330 1,29 30 522 0,63 B/AS-1ZB2-Zuid 600 740 0,97 2,67 354 1,20 - 640 0,55 B/AS-0HS1-Noord 480 720 1,75 b)4,17 349 1,52 35 421 0,83 ATHS1-Zuid 480 670 1,88 b)4,48 330 1,54 32 402 0,82 ATHS2-Noord 508 705 1,09 a)2,55 361 1,51 29 507 0,71 ATHS2-Zuid 508 645 1,19 a)2,79 321 1,47 28 427 0,75 ATHS3-Noord 520 730 1,03 a)2,47 369 1,46 29 541 0,68 ATHS3-Zuid 520 680 1,10 a)2,65 350 1,49 28 477 0,73 ATHS4-Noord 570 680 1,57 b)3,61 374 1,45 32 470 0,80 ATHS4-Zuid 570 670 1,59 b)3,88 380 1,49 25 462 0,82 AT1) hoogte van doorsnede waar afschuiftrekscheur ontstond2) som van interne en gelijmde wapening; lijmwapening: a) 3 x (6 x 120 mm2); b) 3 x (12 x 120 mm2)Vu,test3) u,test= 1,5avg= _____ (schuifspanning over de hoogte parabolisch verondersteld)bd4) volgens uitdrukking (1) [5]5) B = buigscheur; AS-i = afschuifscheur met wijdte i (0 = geen, 1 = fijn, 2 = wijd); AT = afschuiftrek1 | Balkeinde HS3-Zuid naafschuifbreuk. In ditgebied van de balk wasenige ASR-schadezichtbaar, opgetekend inde onderste helft aan derechterzijdeO n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eDuur zaamheidcement 2001 576De belangrijkste proefresultatenzijn samengevat in tabel 2. Bij deZB-balken was buiging deoorzaak van bezwijken, ofschoonin ZB1 al wijde afschuifscheurenzichtbaar waren voor de hoofd-wapening begon te vloeien. Hetwapeningspercentage van ZB2was lager dan van ZB1, wat ver-klaart waarom bezwijken bij eenlagere belasting optrad. Alle HS-balken bezweken op afschuivingen er trad geen vloeien van dewapening op. De uiterste schuif-spanning bedroeg voor de ZB-balken ? met uitzondering vanZB2 zuid ? gemiddeld 1,34N/mm2, en voor de HS-balken1,49 N/mm2. Het verschil tussendeze twee waarden is in overeen-stemming met de sterkere aan-tasting door ASR van de ZB-balken, zoals op grond van visuelewaarneming en het verschil in(??nassige) treksterkte was vast-gesteld. De verhouding tussen delengte van het afschuifgebied ende balkhoogte, die tussen 2,5 en4,5 lag, bleek niet van invloed opde afschuifsterkte.A n a l y s e v a n h e ta f s c h u i f d r a a g v e r m o g e nBezwijkvorm en afschuifsterktezonder ASRIn geval van rechthoekige balkenzonder afschuifwapening is af-schuifbuigbreuk het gangbaremechanisme bij bezwijken opafschuiving. Buigscheuren in hetafschuifgebied zullen afbuigenen doorgroeien in de richting vanhet aangrijpingspunt van debelasting totdat de drukzonebezwijkt. Bij de onderhavigeproeven werd bezwijken echterveroorzaakt door afschuiftrek,zoals onder meer viel op te makenuit het ontstaan van schuinescheuren ter plaatse van de neu-trale lijn van de balk. Zonder ASRis de gemiddelde kracht bijbezwijken op afschuiving [5]:Substitutie van de betreffendewaarden uit tabel 1 en tabel 2 in(1) en met kubusdruksterkte fcc=60 en 55 N/mm2voor respectie-velijk ZB en HS, levert de theore-tische waarden van de uitersteschuifkracht (zie tabel 2). De ver-houding tussen de proefonder-vindelijk bepaalde sterkte en detheoretische bedraagt gemiddeld0,60 (COV 9,5%) voor de ZB-balken en 0,77 (COV 7,5%) voordeHS-balken.Hetverschiltussendeze twee waarden kan wordentoegeschreven aan een combina-tie van factoren. Zo bezweken deZB-balken niet op afschuiving enlag de werkelijke afschuifsterktedus hoger dan de hier aangehou-den bezwijkwaarde en bovendienwaren de ZB-balken sterker aan-getast dan de HS-balken.Invloed van ASR op afschuif-weerstandHet optreden van ASR kan hetconstructiegedrag onder afschui-ving op twee wijzen be?nvloeden.Ten eerste zullen in het betondrukspanningen kunnen ont-staan wanneer de met ASRsamenhangende volumevergro-ting wordt beperkt door de aan-wezige wapening. Door dezeinwendige drukvoorspanning zalmet name de treksterkte minderafnemen dan zonder volumebe-perking. Ten tweede zal de resul-terende treksterkte richtingsaf-hankelijk zijn wanneer wape-ning, en dus gedeeltelijke opslui-ting, niet in alle hoofdrichtingenaanwezig is.De invloed van een drukvoorspan-ning sxin langsrichting op deafschuifweerstand in het gevalvan afschuiftrekbreuk volgt uit decirkel van Mohr. De uitersteschuifspanning txyen de scheur-helling w volgen uit:??????????????txy= yct2 ---ctsx(2)txy/ctw = arctan _______ (3)1? sx/ctUit figuur 2 valt op te maken datde scheurhelling afneemt van45? zonder voorspanning tot 30?bij een voorspanning die in abso-lute waarde twee keer zo groot isals de treksterkte; de uitersteschuifspanning neemt daarbij toevan1,0tot1,73keerdetreksterkte.Uit meting van de staalrek in deHS-balken volgde een voorspan-ning die lag tussen - 0,1 en - 0,6N/mm2met een gemiddelde van- 0,3 N/mm2. Voor een veronder-stelde treksterkte van 1,5 N/mm2was de verhouding tussen devoorspanning en de treksterktedus gemiddeld - 0,2 en tenhoogste - 0,4. Bij dit maximum isde afname van de scheurhellingten hoogste 5? (fig. 3). Om dewaargenomen scheurhelling - zietabel2-enkeluitdevoorspanningte kunnen verklaren, had de ver-houding tussen de voorspanningendetreksterkte-2,0moetenzijn.De uiterste schuifspanning wasdan 73% hoger geweest dan detreksterkte (fig. 3). In de HS-proeven bedroeg de uitersteschuifspanning gemiddeld 1,5N/mm2(zie tabel 2). Dit zou eentreksterkte van 1,5 : 1,73 = 0,87N/mm2en een voorspanning vanVu,theor= aud-0,25ycc3yv0bd (1)amet au= 0,90 --- 0,33 __davoor __ 3,5da 2,5metau= 0,795 + 0,293(3,5--- __)davoor 2,0 __ 3,5d2 | Belasting in vierpunts-buigproef metasymmetrisch geplaatstelastinleidingspuntenO n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eDuur zaamheidcement 2001 5 77- 1,73 N/mm2betekenen. Dezelaatste waarde is veel groter danuit de gemeten staalrekken werdafgeleid.Om de invloed van een richtings-afhankelijke treksterkte op hetafschuifdraagvermogen bij af-schuiftrekbreuk te bepalen, is eensinusvormig verloop veronder-steld tussen de treksterkte fct,ende helling vanhetvlakloodrechtop de werklijn van de betreffendetrekspanning. De laagste en dehoogste waarden van de trek-sterkte treden op voor respectie-velijk = 0? ( fct,0) en = 90? ( fct,90).De verhouding tussen fct,0en fct,90wordt verder aangeduid als detreksterktefactor .Vervolgens is verondersteld datafschuiftrekbreuk optreedt als denormaalspanning op een -vlakgelijk is aan de bijbehorende trek-sterkte. De afschuifsterkte van debalk volgt dan uit de laagstewaarde van de schuifspanning terplaatse van de neutrale lijn,waarbij aan het genoemde crite-rium is voldaan. Voor de uitwer-king hiervan, zie [6].De helling van het bezwijkvlak en de uiterste waarde van deschuifspanning die op basis vande hiervoor aangegeven bezwijk-criteria zijn berekend, zijn infiguur 4 weergegeven als functievan de treksterktefactor enenkele waarden van de voorspan-factor r. Laatstgenoemde is gede-finieerd als de verhouding tussendenormaalspanningsxendetrek-sterkte fct,90.Terzijde zij opgemerkt dat de ver-banden in figuur 4 ook wordengevonden met de uitdrukkingen(2) en (3), door de verticale trek-sterkte in te voeren als de trek-sterkte en het verschil tussen deverticale en de horizontale trek-sterkte als bijdrage aan de voor-spanning.B e s p r e k i n g v a n d ea n a l y s e r e s u l t a t e nEnkele resultaten, die uit figuur 4zijnafgelezen,zijnsamengevatintabel 3. Voor vergelijking met deproefresultaten is de waargeno-men helling van het scheurvlakals uitgangspunt gekozen. In deproeven op de HS-balken bedroegde scheurhelling gemiddeld 30?(COV 10%, 8 resultaten) en wasde gemiddelde waarde van deuiterste schuifspanning 1,5N/mm2(zie tabel 2). In de verge-lijking zijn verder de treksterktein verticale richting en de voor-spanning betrokken.De ??nassige treksterkte in verti-cale richting in de omgeving waarde HS-balken uit het dek werdengezaagd was gemiddeld 0,93N/mm2(zie tabel 1, zuid). Dezewaardekomtredelijkovereenmetde sterkte in verticale richting dieuit de analyse volgt (tabel 3, fct,0bij30?). Laatstgenoemde waardeblijkt alleen af te hangen van descheurhelling en dus niet van detreksterktefactor of de voorspan-factor.IngevalvanhetHS-viaductwerd de ??nassige treksterkte inhorizontale richting niet ge-meten, maar in het ogenschijnlijkzwaarder aangetaste ZB-viaductbedroeg de verhouding tussen de??nassige treksterkte in verticaleen die in horizontale richting 0,5.Deze waarde van de treksterkte-factor levert in de analyse voor devoorspanfactor de waarde - 0,5.Dit zou een voorspanning van- 0,9 N/mm2betekenen, hetgeenaanmerkelijk meer is dan de - 0,3N/mm2, die uit de meting van destaalrek in de HS-balken werdafgeleid. Bij de laatstgenoemdevoorspanning, die overeenkomtmeteenvoorspanfactorvan-0,17,hoort volgens de analyseresulta-ten een treksterktefactor van 0,4.Dit is echter in tegenspraak metdeinditopzichteerdergenoemdewaardevan-0,5.Naderonderzoekis vereist om vast te kunnenstellen of deze tegenspraak ver-1,81,51,20,90153045-1,5-2,0 -1,0 -0,5 0,00,01,51,00,50,001530450,2 0,4 0,6 0,8 1,03 | Scheurhelling en verhou-ding tussen uitersteschuifspanning entreksterkte als functievan de verhoudingtussen de voorspanningen de treksterkte4 | Uiterste waarde van deschuifspanning en hel-ling van het bezwijkvlakals functie van detreksterktefactor bb en devoorspanfactor rrsx/fct ,90 = fct ,0/fct ,90txy/fct ,90txy/fct ,90(?)(?) =-1.0-0.67-0.33-0.0txy/fct,90txy/fct,90O n d e r z o e k & t e c h n o l o g i eDuur zaamheidcement 2001 578oorzaakt wordt door onjuisteschatting van de treksterktefactorof de voorspanning, of door te-kortkomingen van het gebruiktebezwijkcriterium.Een indruk van de gevoeligheidvan de berekende schuifsterktevoordekeuzevandeverschillendeparameters kan worden ontleendaantabel4.Onderaannamedatdeverticale treksterkte goed kanworden gemeten, zijn de voor-spanning en de horizontale trek-sterkte gevarieerd.De verticale treksterkte die intabel 4 is ingevoerd komt overeenmet de gemeten waarde voor deHS-balken, waar voor de gemid-delde waarde van de bezwijk-schuifspanning ter plaatse van deneutrale lijn 1,5 N/mm2wasgevonden (zie tabel 2). Uit tabel 4kan worden opgemaakt dat hetrisico de opneembare schuif-spanning te overschatten toe-neemtnaarmatedevoorspanninghoger en de horizontale trek-sterkte lager ? of de treksterkte-factor hoger ? wordt gekozen.C o n c l u s i e sIn het kader van een onderzoeknaar het afschuifdraagvermogenvanplaatbruggenzonderafschuif-wapeningnaaantastingdoorASRzijn zes balken, gezaagd uit tweeviaducten, op buiging tot breukbelast. In de analyse van de resul-taten is ook het effect op hetafschuifgedragbetrokkenvaneenrichtingafhankelijke treksterkte.De volgende conclusies kondenhieruit worden getrokken.? Als gevolg van de afname vande treksterkte door ASR, metname in verticale richting, wasafschuiftrekbreuk maatgevendin plaats van afschuifbuigbreuk.? Het afschuifdraagvermogenbedroeg gemiddeld 75% vande waarde die zonder ASR zouzijn verwacht.? De scheurhelling van ongeveer30? kon niet alleen met de doorASR veroorzaakte voorspan-ning worden verklaard.? Door een richtingafhankelijketreksterkte te veronderstellen,konden de proefresultatenmodelmatig aannemelijkworden gemaakt.? Het afschuifdraagvermogenvan een constructiedeel zonderafschuifwapening dat is aange-tast door ASR, kan wordenbepaald op basis van de trek-sterkte in verticale en die inhorizontale richting en devoorspanning die het gevolg isvan gedeeltelijk verhinderdezwelling. L i t e r a t u u r1.Visser, J.H.M., Siemes, A.J.M.,Onderzoek van de ??nassigetreksterkte van viaduct Heem-raadsingel. TNO-rapport 98-BT-R1728, TNO Bouw, Delft,1998.2.Larive, C., Combined Contri-bution of Testing and Model-ling to the Understanding ofthe Alkali Reaction and itsMechanical Consequences.OA 28, Editor LaboratoireCentral des Ponts et Chaus-s?es, France, 1998.3.Larive, C., Heterogeneity andAnisotropy in ASR-AffectedConcrete; Consequences forStructural Assessment.ICAAR, Quebec, 2000.4.Visser, J.H.M., Siemes, A.J.M.,Larbi, J.A., Voortgezet onder-zoek van de treksterkte vanviaduct KW5 Zaltbommel.TNO-rapport 98-BT-R0279,TNO Bouw, Delft, 1998.5.Rafla, K., Empirical Equationsfor the Calculation of theShear Resistance of Reinfor-ced Concrete Beams. Strasse,Br?cke, Tunnel 23, 1971.6.Den Uijl, J.A., Restdraagver-mogen na ASR-aantasting.Stevinrapport 25.5.99-4, TUDelft, 2000.Tabel 3 Samenvatting van enkele analyseresultatenw r2)b3)txy/fct,903)fct,904)fct,05)sx6)(?) (N/mm2) (N/mm2) (N/mm2)25 - 0,33 0,28 0,60 2,50 0,70 - 0,83301) - 2,00 1,00 1,73 0,87 0,87 - 1,7330 0,00 0,34 0,58 2,59 0,88 0,00- 0,33 0,45 0,76 1,97 0,89 - 0,65- 0,67 0,56 0,95 1,58 0,88 - 1,06- 1,00 0,67 1,15 1,30 0,87 - 1,3035 - 0,33 0,67 0,92 1,63 1,09 - 0,541) deze rij volgt uit figuur 3 4) fct ,90= txy,test/(txy/fct ,90); txy,test= 1,5 N/mm22) verondersteld 5) fct ,0= b fct ,903) afgelezen uit figuur 4 6) sx= r fct ,90Tabel 4 Gevoeligheid van berekende schuifsterkte voor parameterkeuzefct,0sxb r txy/fct,90txy(N/mm2) (N/mm2) (N/mm2)0,9 - 0,2 0,4 - 0,09 0,66 1,480,6 - 0,13 0,82 1,230,9 - 0,4 0,4 - 0,18 0,70 1,570,6 - 0,27 0,86 1,29
Reacties