Bij de verharding van beton ontstaat warmte. Deze warmte veroorzaakt vervormingen in de constructie die bij verhindering spanningen kunnen veroorzaken. Deze kunnen zo hoog worden dat het beton scheurt, met nadelige gevolgen voor duurzaamheid, waterdichtheid en soms zelfs sterkte van dien. Verhardingsbeheersing is hierbij van groot belang. En dit omhelst veel meer dan alleen het meten van temperatuur. Het inzetten van EEM kan een hoop problemen voorkomen. Wat zijn anno 2014 de mogelijkheden? Auteur:ir. Bianca Baetens (SGS Intron)
50
thema
Verhardings-
beheersing
in EEM
Bij de verharding van beton ontstaat warmte. Deze warmte
veroorzaakt vervormingen in de constructie die bij verhinde -
ring spanningen kunnen veroorzaken. Die spanningen
kunnen zo hoog worden dat het beton scheurt, met nadelige
gevolgen voor duurzaamheid, waterdichtheid en soms zelfs sterkte van dien. Daarom is verhardingsbeheersing van groot
belang. En dit omhelst veel meer dan alleen het meten van
temperatuur. Het inzetten van EEM kan een hoop problemen
voorkomen. Wat zijn anno 2014 de mogelijkheden?
1
Juist gebruik van eindige-elementenpakketten kan scheurvorming voorkomen
thema
Verhardings beheersing in EEM 3 2014
51
Het optreden van spanning en vervormingen door uithardend
beton hangt onder meer af van de geometrie van de construc-
tie, het toegepaste betonmengsel, het soort bekisting, de bekis-
tingsduur en de omgevingsomstandigheden als lucht- en
specietemperatuur, windsnelheid en zoninstraling. Een
verhoogd risico op scheurvorming in beton in de jonge fase als
gevolg van spanningen treedt op bij:
? massieve betonconstructies (foto 2);
? aansluiting van dikke op dunne constructiedelen;
? keldervloeren op onderwaterbeton;
? jong op oud beton (foto 1).
De materiaalkundige eigenschappen van beton hebben dus
ook invloed op de spanningen en vervormingen. Deze eigen-
schappen veranderen in de tijd, beïnvloeden elkaar en zijn
temperatuurafhankelijk. Om deze complexe samenhang van
factoren te kunnen analyseren, kan een eindig-elementenpak-
ket uitkomst bieden. Een dergelijk pakket leent zich uitstekend
voor het voorspellen van scheurvorming in een constructie.
Risico's op scheurvorming in jong beton kunnen in kaart
worden gebracht en maatregelen kunnen worden doorgere -
kend om deze risico's te minimaliseren. Deze maatregelen
kunnen bestaan uit het aanpassen van het betonmengsel, het
isoleren van de constructie en het koelen van het beton. Simu-
laties met een EEM-pakket kunnen ook worden gebruikt bij
het naderhand verklaren van scheuren en lekkages. Autogene krimp
Mengselsamenstellingen van beton zijn de laatste jaren veel
veranderd. Het standaardbeton bestaat al lang niet meer. Dit
komt onder meer door andere grondstoffen en hulpstoffen,
waarmee ook betoneigenschappen veranderen.
Uit schadeonderzoek blijkt dat steeds vaker autogene krimp
en de strain capacity (verhouding stijfheid/sterkte, E /f
t)
belangrijke parameters zijn. Waarbij voorheen bij een wbf
0,45 of kleiner problemen met autogene krimp optraden,
worden die problemen nu zelfs bij mengsels met een wbf
van 0,50 of hoger waargenomen. In het laboratorium wordt
aan de moderne betonmengsels een autogene krimp van
200 microrek [µm/m] na 28 dagen gemeten. Ter vergelijking:
in de Eurocode is voor mengsels met een wbf van 0,50 een
rekenwaarde van 30 microrek [µm/m] opgegeven. Hierbij
kan door alleen autogene krimp al 50% van de beschikbare
treksterkte zijn opgebruikt. Spanningen door temperatuur
zijn dan nog niet eens meegerekend. De spanningen kunnen
zo hoog worden dat koeling geen oplossing meer is, omdat
temperatuur niet de oorzaak is. Niet-bijzondere mengsels
blijken daardoor ineens bijzonder. Het is dus steeds belang-
rijker de juiste materiaaleigenschappen te kennen. Met die
eigenschappen en een EEM-pakket kunnen problemen op
voorhand worden voorspeld. EEM betaalt zich dus steeds
vaker uit voor de waargenomen problemen.
ir. Bianca Baetens
SGS Intron
1
Ook bij massieve betonconstructies bestaat de kans op scheurvorming in de
jonge fase
2 Het caisson van de Izmit Bay Brug; bij het gebruik van jong op oud beton is er
een verhoogd risico op scheurvorming in beton in de jonge fase
bron: STFA
2
verhardings beheersing in eeM 3 2014
52
0
0,00005 0,0001
0,00015 0,0002
0,00025 0,0003
0,00035
0 28 56 84 112
autogene krimp [m/m]
tijd [dagen]
project 1 project 2 Eurocode
0,6 0,7
0,8
0,9
1 1,1 1,2
0
10 20 30 40 50 60
40 50 60 70 80 90
veiligheidsfactor [-]
kans op scheuren [%]
trekspanning [%] van de zuivere treksterkte
kans op scheuren [%] veiligheidsfactor [-]
3
In Nederland wordt over het algemeen een scheurcriterium (verhouding
trekspanning/treksterkte) van 50% aangehouden;
De grafiek is gebaseerd op tabel 7.7 uit 'Concrete Structures under Imposed
Thermal and Shrinkage Deformations Theory and Practice' van K. van Breugel
4 Verschil tussen de rekenwaarde uit de Eurocode en de in het laboratorium
gemeten waarde van twee schadeprojecten
Scheurrisico
Niet alleen het fenomeen autogene krimp is steeds belangrijker
geworden, ook het scheurrisico is gewijzigd. In Nederland
wordt over het algemeen een scheurcriterium (verhouding
trekspanning/treksterkte) van 50% aangehouden
(fig. 3). Bij grotere projecten is een verhoging naar 70% accep-
tabel, omdat er meer projectspecifieke gegevens zijn gemeten
en minder hoeft te worden aangenomen. Ook geldt hierbij de
jarenlange ervaring met de analyses waaruit steeds weer blijkt
dat de voorspelbaarheid en betrouwbaarheid goed is.
In Nederland wordt bij standaardprojecten vaak voorge-
schreven dat een adiabatische warmteontwikkeling en een
druksterkteontwikkeling moeten worden bepaald. Met de
standaardmengsels is dit eigenlijk niet voldoende, omdat
steeds vaker blijkt dat een druksterkteontwikkeling en adia-
batische warmteontwikkeling alleen niet de maatgevende
parameters zijn. Daarbij komt ook nog dat de adiabatische
warmteontwikkeling vaak niet eens wordt gemeten. Het
komt steeds vaker voor dat schades ontstaan die niet worden
verwacht. Als goede berekeningen waren uitgevoerd met de
gemeten materiaaleigenschappen, hadden deze schades
kunnen worden voorkomen. Anders gezegd: als er meer
materiaaleigenschappen zijn bepaald, kan het scheurcrite-
rium omhoog. Hierdoor zijn er minder maatregelen als isola-
tie en koelbuizen nodig.
Uit de schades blijkt dat de advisering in verhardingsbeheer -
sing steeds meer een specialistisch, en daarom belangrijk,
onderdeel wordt van de uitvoering van een goed bouwproject.
Rekenen aan scheuren
Om scheurvorming door verhinderde vervormingen te voor -
komen, kunnen maatregelen zoals koelen en het aanpassen van
het betonmengsel worden genomen. Ook kan ervoor worden
gekozen scheurvorming toe te laten en de scheurwijdte vervol-
gens te toetsen aan de toelaatbare scheurwijdte. Dit vergt echter
een andere benadering en een nog aanzienlijk meer complexe
berekening.
Het scheurgedrag van gewapend beton kan in rekening worden
gebracht in een EEM-berekening met zowel uitgesmeerde als
discrete scheurmodellen. Voor een voorspellende berekening
van de scheurwijdte is het nodig gebruik te maken van discrete
scheurmodellen. De complexiteit van dergelijke modellen
schuilt in de uitdaging het niet-lineaire rekenmodel te laten
convergeren. Daarnaast vooral ook in het belang van betrouw-
bare kennis van het na-scheurgedrag (tractie-separatiewetten)
als een functie van de ouderdom van beton. Gezien de aard van
de belastingen ligt het hierbij voor de hand de aandacht in
eerste instantie te beperken tot de eigenschappen van een
scheur onder zuivere trek en nog niet op dwarskracht of mixed
mode belastingen.
Vooronderzoek
Bij grote projecten in het buitenland zoals de Limerick Tunnel,
de Marmaray Crossing in Istanbul, Izmit Bay Bridge en de
Fehmarnbelt wordt steeds meer aandacht besteed aan de
invloed van de betoneigenschappen, bijvoorbeeld in een voor -
onderzoek. Daarmee ontstaat een andere kijk op scheurvor -
ming in de jonge fase.
In een dergelijk vooronderzoek worden, na de keuze van het
definitieve mengsel, alle materiaalparameters (van zowel de
losse grondstoffen als het mengsel) vanuit de contracteisen
gemeten. Voordat aan de bouw van de definitieve constructie
mag worden begonnen, wordt na het uitvoeren van EEM-
analyses een proefconstructie (mock-up) gebouwd. Hier
worden de relevante onderdelen van de constructie in werke -
lijke afmetingen en met de berekende verhardingsbeheersmaat-
regelen uitgevoerd. Alle metingen worden daarna vergeleken
met de analyses. Afwijkingen moeten worden verklaard en
indien nodig worden maatregelen aangepast. Pas daarna mag
aan de werkelijke constructie worden begonnen.
3
4
thema
Verhardings beheersing in EEM 3 2014
53
5 Aanzicht tunnel temperatuur na 24 uur
6 Doorsnede tunnel temperatuur na 24 uur
7 Aanzicht uiteinde tunnel spanningen
Vocht- en chloridetransport
Naast temperatuur- en spanningsanalyses is het ook mogelijk te
rekenen aan vocht- en chloridetransport. Hiervoor zijn diverse
modellen beschikbaar waarmee kan worden gerekend. Deze
modellen staan echter nog ver van de praktijk. Voorbeelden uit
de praktijk zijn de diepwanden in de Noord/Zuidlijn en
rekenen aan opkrulling van overlagingen. Dit soort projecten
komt slechts een paar keer per jaar voor. In de academische
wereld zijn diverse promovendi die onderzoek doen naar
vochttransport in beton door middel van EEM.
Modellen
Een van de softwarepakketten waarmee temperatuurinvloe-
den kunnen worden geanalyseerd, is FEMMASSE. Voor dit
softwarepakket zijn in de afgelopen tien jaar nieuwe model-
len ontwikkeld. Eén van die nieuwe modellen is geschikt
voor rekenen aan chloridetransport. Daarnaast zijn meerdere
interfacemodellen toegevoegd. Zo kan bijvoorbeeld worden
gerekend met Mohr-Coulomb zonder cohesie (interface met
alleen normaalkracht op druk) of multi-lineair met strain
hardening (ontwikkeld voor het Samaris project). Ook de
koppelingen tussen schade en visco-elasticiteit en tussen
schade en dampdiffusie zijn toegevoegd. En er kan worden
gerekend met het uitgesmeerde scheurmodel met strain
hardening. Tot slot is ook het self-desiccation-model toege-
voegd.
Verder zijn er meerdere 3D-modellen op de markt gekomen
waarmee de verhardingsbeheersing van betonconstructies
voor een niet-standaard geometrie kan worden berekend. De
modellen kunnen eenvoudig vanuit een Autocad-tekening
worden ingevoerd. Een mooi voorbeeld van een dergelijk
pakket is COMSOL. Deze 3D-software is vooral geschikt
voor constructies met een complexe geometrie of hoeken,
daar waar een 2D-simulatie niet meer voldoende nauwkeurig
is om spanningen uit de 3e richting te berekenen. Andere
pakketen die in het buitenland in de praktijk worden
gebruikt, zijn bijvoorbeeld het Scandinavische B4CAST en
4C Temp and Stress.
Toekomst
De huidige modellen zullen zich verder ontwikkelen. 3D-analy-
ses zullen steeds meer worden gebruikt. Echter voor de meeste
analyses zullen de huidige 2D-pakketen ruimschoots blijven
voldoen. De fundamentele mechanische modellen zullen
immers niet veel veranderen. Door de jarenlange ervaring
kunnen met de juiste input veel problemen worden voorko-
men.
?
Vezels
Naast de complexiteit van deze modellen is er het voordeel dat
ook de invloed op scheurvorming van nieuwe betonsamenstellin-
gen of alternatieve vormen van wapening vooraf inzichtelijk
kunnen worden gemaakt. Hierbij kan bijvoorbeeld worden
gedacht aan staalvezelbeton. De residuele spanning van staalvezel-
beton na scheurvorming leidt, zoals bekend, tot meer fijnver -
deelde scheurvorming en dus tot kleinere scheurwijdten. De vraag
is echter wat de bijdrage is van vezels, indien een betondoorsnede
al in een vroege fase wordt belast als gevolg van verhinderde
vervorming. Dan zijn de materiaaleigenschappen van beton nog
niet volledig ontwikkeld. Aan de TU/e wordt, mede met dit doel,
onderzoek verricht naar het gedrag van staalvezels in beton. Naast
experimenteel onderzoek, wordt hierbij ook een EEM-model
opgesteld om het gedrag van vezels in (jong) beton te modelleren
en daarmee beter te begrijpen. Verwacht wordt dat de resultaten
van dit onderzoek in de toekomst kunnen bijdragen aan de voor -
spelling van de scheurwijdte van staalvezelbeton.
Voor constructies waarbij niet temperatuur maar autogene
krimp en/of verhinderde vervorming de maatgevende spannin-
gen veroorzaakt, zijn gevalideerde rekenmodellen voor vezels
en wapening een welkome uitbreiding.
5
6
7
verhardings beheersing in eeM 3 2014
Reacties