Uitbreiding van de ENCI te Maastrichtdoor Ir. A. J. van Wairaven ci.foto 1. overzicht van de bestaande fabrieksgebouwen en terreinen (Luchtfoto K.L.M.)InleidingIn Juli 1949 is door de N.V. EersteNederlandsche Cement Industrie(E.N.C.I.) te Maastricht een prijs-vraag uitgeschreven tot het ontwer-pen van een fabrieksuitbreiding,welke genoemd is:1e Uitbreiding Zuid.Daartoe zijn op 27 Juli 1949 eenzevental architecten uitgenodigd omeen ontwerp in te dienen, waaraandoor vijf gegadigden gevolg is ge-geven.Door de Directie van de E.N.C.I. wa-ren de voorwaarden, waaronder deontwerpen moesten worden inge-diend, aan de deelnemers ter be-schikking gesteld. Later werden, opaanwijzing van het Dagelijks Be-stuur van de Bond van Nederland-sche Architecten (B.N.A.), daarinnog enige wijzigingen aangebracht.Ook besloot de Directie van deE.N.C.I., wederom in overleg met deB.N.A.,. tot het instellen van eenCommissie van Beoordeling, waar-in de volgende personen zitting had-den:Prof. Ir. B. H. H. Zweers ci.Ir. W. F. Fontein b.i.Ir. D. Roosenburg b.i.Ir. J. A. G. v. d. Steur b.i.Ir. A. J. van Wairaven ci.Er werden 5 inzendingen ontvan-gen, welke op 3 November j.l. terbeoordeling aan de Commissie wer-den toegezonden. Deze inzendingenwar en:1. motto ,,October' 49" omvattende6 tekeningen met toelichting;2. motto ,,233", omvattende 4 teke-ningen;3. motto ,,Plastiek", omvattende 11tekeningen met toelichting;4. motto ,,Kort dag", omvattende5 tekeningen met toelichting;5. motto ,,Kraan en Silo", omvat-tende 13 tekeningen met toelich-ting.Door de Directie van de E.N.C.I.werd aan alle deelnemers een be-paalde vergoeding toegekend, maarbovendien werd een premie voor hetbeste ontwerp in het uitzicht ge-steld.Op grond van verschillende over-wegingen adviseerde de jury omhet ontwerp motto ,,Kraan enSilo" voor uitvoering te verkiezen.Om echter uitdrukking te geven aande grote verdienste, welke zij daar-naast aan de inzending onder motto,,October '49" toekende, stelde zijvoor, de in het uitzieht gesteldepremie voor 1/3 gedeelte toe te wij-zen aan deze inzending en voor 2/3aan de inzending onder motto,,Kraan en Silo".Overeenkomstig bovenvermeld oor-deel van de Commissie heeft deRaad van Directeuren van deE.N.C.I. dan ook besloten, de inzen-ders van het ontwerp ,,Kraan enSilo" aan te zoeken, de architecto-nische vormgeving van de gebou-wen, behorende tot de le Uitbrei-ding Zuid, te verzorgen.293De prijsvraag mvat u et ont-o n hwerpen van de gebouwen onder dein het bovengenoemde overzichtvermelde punten b, d en f, die inverband met het productieprocesnog de volgende omschrijving be-hoeven:1. Overdekte opslagplaatsmet loopkraan (5 en 22*)In de hal geschiedt het vervoervan de geloste materialen naarde verschillende voorraadplaat-sen d.m.v. een loopkraan metgrijper (22), waarmede tevens hetmateriaal naar de verschillendegewapend betonnen silo's wordtvervoerd. Bovendien dient dezekraan om de klinker komendeuit de stortputten (21) in de voor-raadruimte of in de silo's (20) vande cementmolens te storten.De loopbalk aan de kanaalzijdevan de loopkraan (22) is op zo-danige hoogte ontworpen, dat ervoldoende ruimte blijft voor dekraanarm van de los- en laad-kraan (4) om hieronder te kun-nen manoeuvreren. Waar de af-stand tussen de kolommen aande kanaalzijde 16 m h.o.h. be-draagt, kan de kraanarm (4) tus-sen deze kolommen in de hal ko-men.2. Gebouw voor drogen en malenvan brandstoffen (7)De kolen en de leisteen, welkedoor de grijperloopkraan (22) inde voedingssilo's (25) zijn gedepo-neerd, komen via de draaitafels(verdeeltoestellen) op de ketting-transporteur, welke het mate-riaal naar de inlopen van dedroog- en maaltrommels voert.De vuurhaarden bevinden zich*) Zie voor de nummering fig. 2.tussen de silo's en de droog- enmaaltrommels. De gedroogde engemalen brandstoffen worden ineen cycloon opgevangen, terwijlde zeer kleine deeltjes, die nietdoor de cycloon worden opgevan-gen, nog door electro-filters uit derookgassen worden afgescheiden.Een systeem van transportschroe-ven vervoert de geprepareerdebrandstoffen naar de silo's (23).Met transportschroeven wordt debrandstof uit deze silo's gehaalden dan pneumatisch in de silo'svan de nieuwe oven en in desilo's (24) van de bestaande ovensgepompt.3. Gebouw voor decementmolens (10)De klinker en de gips, welke doorde loopkraan (22) in de voedings-silo's (20) zijn gedeponeerd, wor-den verdeeld en naar de cement-molens gevoerd. Het gemalen ce-ment wordt door pneumatischepompen naar de silo's van de be-staande pakkerij gevoerd.De ontstoffing van de cement-molens geschiedt door middelvan doekfilters.Voorts stelde de Directie van deE.N.C.I. nog ter beschikking de vol-gende:G e gevens (fig. 2).1. AlgemeenDe funderingen komen in de vastemergel te liggen (Gulpens krijt).Bij de in 1927 gebouwde fabriekwerden ook bij de zwaarste gebou-wen geen zettingen van de onder-grond geconstateerd.De toe te laten bodemdruk is:gemiddeld 3, randdruk 5 kg/cm2.De architect is vrij in de keuze vande materialen benodigd voor de con-structie en de afsluiting van de ge-bouwen. .Algemeen overzicht van de toekomstige uitbreidingDe nieuwe fabriek zal ten Zuiden van de bestaande E.N.C.I.-fabriek wor-den gebouwd. De opstelling is zodanig, dat later zonder moeilijkhedenverder kan worden uitgebreid. De gedeelten, die bij deze eerste uitbreidingzullen worden gemaakt, zijn in fig. 2 gearceerd aangegeven; zij omvatten:Toe te laten materiaalspanningenen belastingaannamen volgens deNederlandse normaalvoorschriften.2. Overdekte opslagplaatsmet loopkraana. een betonnen kademuur van ca 420 m lengte ..................................................... (1)een weg van ongeveer 470 m lengte .................................... (2)een keermuur van rond 213 m lengte .................................... (3) a. gebouween los- en laadkraan van ca 120 t/h ............................................. (4) De gewapend betonnen silo's metvloer onder de silo's en ook degewapend betonnen stortputtenvan de klinkerinloop, alsmede dekeermuur langs de weg, behoe-ven niet in het ontwerp te wor-den uitgewerkt. De kolommenaan de kanaalzijde en de achter-zijde zijn van gewapend beton.Zij kunnen desnoods tot aan deopleggingen van de kapspantenworden doorgetrokken.b. een overdekte laadkraan van ca 153 m lengte ..................................................... (5)c. twee eirkelvormige gew. betonnenpapbassins met d = 24,50 m (inw.) en h = 9 m (6)(ca. 8,5 m boven het terrein)d. een gebouw voor het drogen en malen van brandstoffen..................................... (7)tegen de overdekte opslagplaats aangebouwd.e. een ovenhal van ca 183 m in lengte ............................... (8)een gewapend betonnen schoorsteen .................................................................. (9)van 110 m hoogte boven het terreinf. een gebouw voor 2 cementmolens ...................................................................... (10)tegen de overdekte opslagplaats aangebouwd.De plaatsing van de dilatatievoe-gen in en tussen de gebouwen,keermuren en overige construc-ties en de plaatsing van de hemel-waterafvoer dient te wordenoverwogen en aangegeven. Hier-bij moet rekening worden gehou-den met de omstandigheid, datde temperatuur van de silo-in-houd tot 60?C kan oplopen.g. een transformatorengebouw met verdeelstation................................................... (11)met een oppervlakte van 30 x 29 m2en hoog ca 6 mLater zullen, naar gelang van de behoefte, successievelijk de volgende uit-breidingen worden uitgevoerd:h. een installatie voor de papfabricage ..................................................................... (12)i. een transportinstallatie voor silexmateriaal ........................................................... (13)met opslagplaats ................................................................................................. (14)en ??n voor grind en silex................................................................................... (15)van de dekgrond naar de schepen;j. een nieuwe pakkerij .............................................................................................. (16)Ook dient er rekening mede teworden gehouden, dat de opslag-hal later aan beide zijden zalworden verlengd.met werkplaatsen en magazijnen voor de mechanische en electri-sche onderhoudsafdelingen op de plaats van de gebouwen voor pap-voorbereiding en het drogen en malen van kolen, die daartoe zullenworden afgebrokenVoor reparatie van de motorenvan de kraan moet het op een nalaatste dakspant (rechts) eenextra puntlast van 2 ton kunnenopnemen.tevens een gebouw met kleed-, bad- en schaftlokalen;k. een eigen electrische centrale ................................................................................ (17)tegen het transformatorengebouw met verdeelstation (11)Belastingen door sneeuw en windvolgens de Nederlandse normaal-voorschriften.1. een gebouw voor laboratorium en kantoor voor de bedrijfsleiding (18)tussen het ovengebouw (8)Voor de berekening, door de be-lasting t.g.v. de opgeslagen grond-stoffen, van de kolommen enkeermuren moet worden aange-nomen, dat het volumegewichtvan de cementklinker 1,5 t/m3enhet talud 32? bedragen. De ma-ximum hoogte van het opgeslagenmateriaal is 13,70 m.d l i h l (17)b. loopkraansoort: snellopendegrijper-loopkraanm. e. spanwijdte v. 26 mtotaalgewicht ................. 80 tgewicht loopkat +gevulde grijper .. 40 tmaximum wieldruk.. 28 twielafstand .................... 4,2 mtotale breedte van dekraan ......................... 5,6msnelheid hijsen .... 32 m/minsnelh. grijper sluiten 32 m/minrijsnelheid kraan .. 140 m/minloopkat .. 63 m/mingroepsfactor Q = 1,6,stootfactor Q = 1,2.railprofiel voor kraanbaan: K.S. 4(volgens ,,Stahl in Hochbau")Bij verdere uitbreiding zal reke-ning moeten worden gehoudenmet een tweede grijperloopkraan.Door electrische beveiliging voornormaalbedrijf zal in dat gevalslechts een loopkraan per vak van16 m overspanning kunnen wer-ken. In geval van storing aan ??nder kranen zal het bij uitzonde-ring nodig zijn de buiten bedrijfzijnde kraan d.m.v. de anderekraan naar ??n der uiteinden vande opslagplaats te verrijden. Ditzal geschieden met ledige grijperen kleine rij snelheid. De in ditgeval optredende maximum be-lasting te berekenen zonder reke-ning te houden met de groeps- enstootco?ffieient.fig. 2. plattegrond en doorsneden van de 1e uitbreiding Zuid (verstrskt door de E.N.C.I.)fig. 2a. doorsnede AAfig. 2b. doorsnede BB3. Gebouw voor drogen enmalen van brandstoffenKelder- en vloerconstructies, even-als machine- en motorfundamenten,behoren niet tot de opdracht.De architect is vrij in de detailleringvan lichtopeningen, echter met in-achtneming van de desbetreffendeoverheidsvoorschriften.Er dient rekening mede te wordengehouden, dat het gebouw later aande Zuidzijde zal worden uitgebreid.4. Gebouw voor de tweecementmolensKelder en bordes, evenals machine-en motorfundamenten, behoren niettot de opdracht.De architect is weer vrij in de de-taillering van de lichtopeningen.Er dient rekening mede te wordengehouden, dat het gebouw latereventueel naar de Noordzijde zalkunnen worden verlengd.OpmerkingHet ontwerp van loopkatten enloopkranen behoort niet tot de op-dracht. Bij het ontwerp van de ko-lommen moet evenwel met haaraanwezigheid rekening worden ge-houden.295Ontwerp: motto ,,Kraan en Silo"ingezonden door het architectenbureaulr. P. H. Dingemans b.i., Sj. Wouda Jr en B. V. van den Bergh te Utrechtfig. 3. situaiie en plattegrond (motto ,,Kraan en Silo")Renvooi:1. overdekte opslag van kolen; 2. kolensilo's; 3. silo's voor stookoli?n; 4. asafvoer; 5. gebouw voor droog en maaltrommels; 6. gebouw voorcyclonen, filters en silo's; 7. electromotoren; 8. omvormer; 9. ovengebuw; 10. transporteur; 11. stortput van cementklinker in overdekte opslag;12. overdekte opslag van cementklinker; 13. overdekte opslag van gips; 14. silo's van de cementbereiding; 15. gebouw voor de cementmolens;16. gebouw voor doekfilters en silo's; 17. electromotoren; 18. gebouw voor bedrijfsleiding en laboratorium; .19. parkeerterrein.Situatie (fig. 3 en 4)Het is een idee van de samenstellersvan het ontwerp om met behulp vande gegeven groepering een plein alsbedrijfscentrum te vormen. Hetplein wordt begrensd door: de over-dekte opslagplaats, het gebouw voorbereiding van de brandstof, de om-vormerhal, het laboratorium metkantoren van de bedrijfsleiding,het cementovengebouw en het ge-bouw van de cementmolens.Om het plein beter te accentuerenis daartoe de omvormerhal aan deWestzijde van het gebouw voor debereiding van de brandstof gesitu-eerd, terwijl het laboratorium metkantoren voor de bedrijfsleiding90? gedraaid en naar het Noordenverschoven is.De latere uitbreiding van het oven-gebouw aan de Noordzijde is ge-dacht als een uitbreiding met tweetraveeen. Hierdoor kan de Zuidzijdevan het thans te bouwen gedeeltepermanent zijn.Het gevolg van de gewijzigde op-stelling is, dat de papbassins van delatere uitbreiding naar het Noordenmoeten worden verschoven.De trappenhuizen zijn zodanig ge-situeerd, dat zij duidelijk van hetplein af te herkennen zijn en ver-296binding geven tussen alle verdie-pingen van resp. het gebouw vanbereiding van de brandstof, het ge-bouw van de cementmolens en klin-kerinloop. Zij zijn van rustiek enlevendig materiaal gedacht in tegen-stelling tot de strakheid en groteschaal van de omringende ge-bouwen.Overdekte opslagplaats (fig. 5)Om het dynamisch element, de kra-nen met loopkatten en grijpers, vande kade af duidelijk zichtbaar temaken, is de naar het water ge-keerde Oostzijde van de opslag-plaats zoveel mogelijk open gehou-den.De luifel is naar boven gebracht enomgezet in een dakoverstek, datgroter gemaakt is dan de luifel, omde regenslag zoveel mogelijk op ge-lijkwaardige wijze te weren.Door de glasstrook aan de West-zijde tussen de spanten, die tevensvoor verlichting dient, krijgt menvan de kade af een aardige indrukvan de diepte van de opslagloods.Om deze redenen is ook in de West-wand boven de klinkerinloop eengrote glaswand geprojecteerd, waar-door dus van het bedrijfsplein afde derde dimensie van de opslag-plaats zichtbaar wordt. Ook kanmen hierdoor van de kade af zien,waar het product de opslagplaatsweer wordt binnengebracht.Terwille van de duidelijke vormvan het bedrijfsplein en de over-dekte opslagplaats tussen brandstof-en cementmolengebouw, is de aan-bouw aan de opslagplaats over ditgedeelte weggelaten en vervangendoor gebogen verticale wanden tus-sen met schoren gesteunde ko-lommen.Voor de constructie zijn gekozen:stalen vakwerkspanten h.o.h. 4,-- m;stalen gordingen met spijkerribh.o.h. 90 cm; grenen dakbeschot,dik 28 mm, en 3 lagen dakleer.Daar de wanden geen dragendefunctie hebben, zijn om haar geringeigen gewicht en gemakkelijke de-montage, asbest-cementgolfplatengekozen, die bevestigd worden ophorizontale stalen regels h.o.h. 130cm, dragende op de betonnen ko-lommen c.q. verticale stijlen, welkelaatste bij de eindgevels zijn beves-tigd aan horizontale windliggers.De gewapend betonnen keermuuraan de kadezijde en de beide eind-gevels bestaan uit elementen, voor-zien van gewelfde panelen tegen dedruk van de opgeslagen grond-fig. 4. isometrisch perspectief gezien van de Westzijde af (motto ,,Kraan en Silo")stoffen. Hierdoor ontstaat tevenseen geleding van het oppervlak vandeze muren.Wat het constructieschema betreftheeft de ontwerper er naar ge-streefd de kolommen aan de kade-zijde zo licht mogelijk te houden,zonder dat dit een verzwaring vande kolommen aan de landzijde be-hoeft te geven, omdat deze door deaanwezigheid van bunkers en steu-nen een grotere stijfheid bezitten;uitgezonderd zijn echter de driekolommen in de Z.W.-hoek van deopslagplaats.Daartoe is de kap door middel vanpendelstijlen ? 21,6 cm op de ko-lommen aan de kadezijde opgelegd.Daar deze pendel als rolopleggingwerkt, wordt de windbelasting dusin zijn geheel door de kolommenaan de Westzijde opgenomen.Tevens zijn de ontwerpers er vanuitgegaan, dat de horizontale kracht,afkomstig door het afremmen vande loopkat, groot 3,5 ton, in zijn ge-heel moet worden opgenomen doorde laatstgenoemde kolommen, in-dien de loopkat zich aan de land-zijde bevindt. Is de loopkat daaren-tegen aan de Oostkant van de op-slaghal, dan is er gerekend dat dekolommen aan de kadezijde 2,5 tonmoeten opnemen. De resterendehorizontale kracht van 1 ton wordtfig. 5. doorsnede CC van fig. 3 (motto ,,Kraan en Silo")297dan dus opgenomen door de anderekolommen.Bij de berekening van de belastingop de vrijstaande kolommen t.g.v.de opgeslagen grondstoffen is ervanuitgegaan, dat deze belastingeenzijdig kan optreden.De kraanbaanligger aan de kade-zijde heeft een dubbel lijf, teneindede vereiste stijfheid in dwarsrich-ting te verkrijgen. De dilatatie-voegen in deze ligger zijn gedachtop 23 m aan weerskanten van hethart van de middelste verstijving inde kolommen aan de kadezijde.De hoogte van de spanten t.p.v. devakwerkligger, die nodig is voor deondersteuning van drie spanten(,,zwevende" spanten), h.o.h. 4,-- mtussen de kolommen die 16,-- m.h.o.h. staan, is voldoende gebleken.Onderregel 2 x U-12, bovenregel2 x U-14.Gebouw voor bereidingvan de brandstoffenVerdienstelijk is de studie van deontwerpers geweest over de werkingvan de cyclonen en electrofilters.Zodoende is men gekomen tot eenandere opstelling, die een meer eco-nomisch gebruik van de ruimtewaarborgt en een duidelijke gele-ding van de verschillende functiestot uitdrukking brengt. De geledingis:a. oven en molen.De vakwerkspanten voor de af-dekking van het gehele gedeeltevoor de molens zijn opgelegd opde betonnen constructies, ener-zijds van de overdekte opslag-plaats, aan de andere zijde vannet cyclonengebouw.b. cyclonen, electrofiltersmet de silo's daaronder.Dit gedeelte is geconstrueerd alseen gewapend betonnen skeletmet vloeren, eveneens van ge-wapend beton.De derde verdiepingsvloer isdragend op de gewapend beton-nen wanden van de electrofilters.c. motoren.Deze ruimte is als een lichte aan-bouw in staal tegen het cyclonen-gebouw aangebracht.CementmolengebouwDe constructie en afwerking hier-van is geheel overeenkomstig aandie van het gebouw voor de berei-ding van de brandstoffen. Ook hieris een duidelijke geleding van deverschillende functies tot uitinggebracht, n.l. le. molens, 2e. doek-filters en 3e. motoren.Tussen de hierboven omschrevengebouwen ligt de klinkerinloop. Desilo's onder de klinkerinloop zijncylindervormig gemaakt, zodatdaarmede hun functie wordt ver-duidelijkt; dit in tegenstelling totde naar binnen gebogen wandenvan de overdekte opslagplaats tus-sen het gebouw voor de bereidingvan de brandstoffen en dat voor decementmolens.Resumerende kan men zeggen, dathet ontwerp architectonisch opmer-kelijke kwaliteiten heeft. De ont-werpers zijn er in hoge mate in ge-slaagd de verschillende onder-delen van het bedrijf functionneel tescheiden en die onderscheiding ar-chitectonisch tot uitdrukking tebrengen zonder de onderlinge sa-menhang te verbreken. Deze kwali-teiten komen vooral in de behan-deling van de achtergevel tot haarrecht (fig. 6).De gevel aan de kanaalzijde-is wel-iswaar architectonisch met grotezorg behandeld, doch daarmede zijnniet zo opmerkelijke resultaten be-reikt. Constructiet geeft het ont-werp een stalen kapspant te zien,dat goed van vorm is.Het heeft aan de Westzijde, waarhet gebouw door bunkers e.d. eengrote stijfheid heeft, een vaste op-legging en rust aan de Oostzijdedoor middel van een pendel op deonderliggende kraanbaan.Met het oog op mechanische bescha-digingen door botsing met de kraanzou echter een robustere uitvoeringvan de kraanbaan-kolommen devoorkeur verdienen.De keuze van hout als materiaalvoor de dakhuid en de directe on-dersteuning daarvan is minder ge-lukkig gekozen.Verstikking van het hout is niet uit-gesloten door de aangroei?ng vanhygroscopisch stof, gepaard gaandemet hoge temperaturen. Vergrotingvan de spantafstand met een afdek-king van bimsbetonnen casetten-platen zou beter op haar plaats zijngeweest. De hoofdopzet van hetontwerp wordt echter door dezewijzigingen niet aangetast.De ontwerpers stellen verder vooreen veranderde opstelling van de cy-clonen en electrofilters, welke zon-der twijfel ordelijker is en architec-tonisch voordelen biedt. Door dezewijziging wordt echter een betrek-kelijk diepe kelder nodig, welke inhet grondwater komt. Dit is zondertwijfel uitvoerbaar en technischverantwoord; de eisen van het be-drijf echter moeten hier in de door-slag geven. Indien de voorgesteldegewijzigde opstelling ook bedrijfs-technisch voordelen blijkt te bieden,kan over de bezwaren van het ma-ken van de kelder worden heen-gestapt.Het ontwerp is direct voor uitvoe-ring vatbaar, zij het dat de con-structie op enkele punten nadereherziening behoeft.fig. 6. Westelijke gevel(motto ,,Kraan en Silo")298Ontwerp: motto ,,October 49"ingezonden door het architectenbureauJ. A. H. Huysmans, architect te Maastrichtmet medewerking van Ir. H. W. F. C. Neman c.i. te HeerlenSituatieDe situatie en plattegronden gevengeen aanleiding tot enige bijzondereopmerkingen, daar de ontwerperdaarin het studieontwerp van deE.N.C.I. practisch geheel heeft ge-volgd.Het ontwerp geeft echter blijk vaneen verrassende, oorspronkelijke engrootse visie, zoals uit het hiernavolgende moge blijken.Overdekte opslagplaats(fig. 7--10)Het voornaamste bouwmateriaal isgewapend beton. De ontwerpers ba-seren deze keuze op de overweging,dat gebouwen van de gegeven af-metingen van zeer blijvende aardzijn. Beton is daarom het aange-wezen materiaal, daar het practischgeen onderhoud vraagt en er geenschade ontstaat, indien door tijds-of persoonsomstandigheden de aan-dacht enige jaren van het onder-houd is afgewend.Volgens de ontwerpers is het nood-zakelijk om in verband met degrote temperatuursverschillen eendilatatievoeg om de 16,-- m te ma-ken in de overdekte opslagplaats.De voegen lopen door de voorgevel-kolommen en de daarmede corres-ponderende achtergevelkolommenheen. Dit is wel enigszins pessimis-tisch voorgesteld! Het brengt echterde consequentie met zich mede, datde dilatievoeg in de luifel doorgezetis, omdat deze laatste anders plaat-selijk de twee helften van de voor-gevel-kolommen zou verbinden.Werd dit niet gedaan, dan zou ofde werking in de voegen wardenbelemmerd, of de luifel zou scheu-ren in de omgeving van de dilatatie-voeg. Het laatste zou het meestwaarschijnlijke zijn, gezien de ver-houding van de afmetingen tussenkolom en luifelvlak.Het dak, en dit had ook zo met deluifel kunnen zijn, heeft door deafmetingen en vorm geen dilatatie-voegen nodig. De optredende secun-daire spanningen zullen klein blij-ven, omdat t.g.v. een veranderingvan enkele centimeters per 16,-- mde kromtestralen in de verschillen-de punten van de gebogen platenzich slechts zeer weinig zullen wij-zigen. Het dakvlak kan dus zonderbezwaar een verlenging van enigecentimeters per 16,-- m verdragenen biedt tegen een dergelijke ver-plaatsing geen noemenswaardigeweerstand.Het verband in de voorgevel bestaatvoornamelijk uit een balk, waarvande bovenkant horizontaal loopt, ter-wijl de onderkant de gebogen vormvan de luifel volgt. De draadglas-ruiten hebben tegen deze balk hunonderaanslag en de balk vormt eenhoge afscheiding tegen het hemel-water,. dat van het hoge dakvlaken van de luifel hierlangs wordt af-gevoerd.Tevens moet de balk de horizontalebelastingen, in hoofdzaak afkomstigvan de remkrachten van de kraan,opnemen.De kolommen hebben een afmetingvan 2 x 2 m tot de onderkant vande stalen kraanbaanligger. Bovendeze hoogte wordt de afmeting indwarsrichting van de opslagloods1 m kleiner. Zodoende ontstaat eenoplegvlak voor de stalen balk; dezedraagt dus direct op de kolom,waardoor de laatste gunstiger be-last wordt in tegenstelling tot hettoepassen van consoles. Tevenswordt het gebied, dat met de kraankan worden bestreken, langs dekanten van de loods groter.Door de versmalling van de door-snede van de kolom kan het hori-zontale vlak van 1 x 2 m2tevensbenut worden als oplegging vooreen montagespant, dat de ruimte inbreedterichting overspant. Dit tijde-lijke spant, dat aan de bovenzijdeeen werkvloer krijgt van 2 tot 3 mbreedte, dient voor het stellen vande delen van de voorgespannenbalk, die op de werkvloer aan elkaarworden gelegd. De kolomkoppenvormen de laatste delen van devoorgespannen balk.Zijn alle balkelementen geplaatst,dan worden zij door een lichte voor-spanning tegen elkaar aangedrukt.Er blijft dan tussen de kolomkoppenen de aangrenzende delen een voegopen van ongeveer 10 cm, die metsnel verhardend beton wordt ge-vuld. De blijvende wapeningskabels,die door de kolomkoppen heengaanen dus aan de buitenzijde van dekolommen verankerd worden, kun-nen nu worden aangespannen.Bij deze wijze van werken zal debalk tijdens de tijdelijke voorspan-ning reeds goed in elkaar zijn ge-drukt en krijgt men bij het aan-brengen van de definitieve wape-ning alleen een verplaatsing vande kolomkoppen ten gevolge van deelastische verkorting van de beton-balk en de krimp over de tweeeindvoegen van ca 10 cm.Begrijpelijkerwijze kan het mon-tagespant achtereenvolgens vooralle voorgespannen betonnen balkenworden gebruikt.Het dakvlak, een dunne dubbelge-bogen gewapend betonnen plaat, iseen hangconstructie, die gespannen299fig. 7. perspectief van de Oostelijke gevel (motto ,,October '49")is over de achtergevelkolommen, devoorgevelkolommen en de voorge-spannen betonnen balken, die dusde voorgevelkolommen met een ge-lijkgeplaatste achtergevelkolommenkoppelen.De wapening van deze plaat bestaatuit een kruiswapening onder enboven in de plaat en wel zodanig,dat de wapening bij de voorgevelevenwijdig hieraan loopt; bij deachtergevel loopt een gedeeltestraalsgewijs naar de tussenkolomtoe. Ongeveer loodrecht op dezerichtingen bevindt zich een tweedebundel wapeningskabels.De hangstaven in een strook langsde voorgevel, en dus evenwijdighieraan, worden het eerst aange-bracht en krijgen een grotere zeegdan de uiteindelijke doorzakkingbe-draagt. Aan de het meest naar devoorgevel gelegen kabel worden dekabels verbonden, die loodrecht opde voorgevel staan. Bij het veranke-ren aan de achtergevelkolommenworden deze kabels enigszins aan-getrokken. Zodoende wordt devoorste kabel langs de voorgevelnaar achteren getrokken. Deze biedtdaardoor ook weerstand aan nage-noeg horizontale trekkrachten inhet dakvlak.De andere kabels, die ook evenwij-dig aan de voorgevel lopen, wordenop gelijke wijze als de voorste kabelnaar achteren getrokken en metstevig binddraad aan de dwars-kabels verbonden.Door deze wijze van werken spantmen een boven- en onderkruis-netwapening in de vorm van dedakplaat.fig. 8a. dwarsdoorsnede over de overdekte opslagplaats en gebouw voor bereiding der brandstoffen (motto ,,October '49")300fig. 8bdoorsnede over de overdekteopslaghal t.p.v. de kolom-men (motto ,,October '49")Door gewichten op te hangen aande netwerken belast men deze. On-der het onderste netwerk wordenlosse bekistingselementen opgehan-gen, die practisch vlak kunnen zijnbij een oppervlak van 1 tot 2 m2,waarop het beton wordt gespoten.Nadat een aaneensluitend deel vanhet dakvlak is verhard, verwijdertmen de gewichten en de bekistingen verkrijgt de constructie een ge-ringe drukspanning, die in het dak-vlak werkt.De grootte van de belasting tijdensde uitvoering is zodanig gekozen,dat zij gelijk is aan het eigen ge-wicht van het dakvlak, vermeerderdmet ca 600 kg/m2. Daardoor is latereen drievoudige veiligheid aanwezigbij een nuttige belasting van ca200 kg/m2. Tevens is daardoor hetgewicht van enige personen metmateriaal gering t.o.v. de belas-ting. De netten zullen daardoorpractiseh niet vervormen, indientijdens de uitvoering zich enige per-sonen hierop bewegen.De voorgespannen betonnen balkenondervinden door de symmetrischedakvlakken practisch alleen eenverticale belasting. Het horizontaleevenwicht is evenwel bij de kop-wanden niet verzekerd.De horizontale krachten kunnendaar opgenomen worden door eenhorizontaal liggende balk of vak-werkligger. De ontwerpers vrezenechter, in verband met de sterkebelasting en de grote overspanning,dat deze zware afmetingen zalkrijgen en stellen daarom voor -- inverband met de mogelijkheid totverlenging van de loods -- een ver-ankering van trekstaven, bestaandeuit staal bekleed met beton, tekiezen. Zij kunnen later wordenverwijderd, als de aangrenzendedakvlakken worden aangebracht. Zijzijn echter kwetsbaar; stijve eind-velden zouden daarom de voorkeurverdienen, zoals de ontwerpers ookvoor de uiteindelijke toestand voor-stellen.Samengevatkan worden opgemerkt, dat hetontwerp architectonisch grote ver-diensten heeft. De vormgeving isuitzonderlijk en dit gebouw zouzeker in wijde kring de aandachttrekken. De ontwerper is erin ge-slaagd, de grote schaal van het ge-bouw plastisch en zeer levendig totuiting te brengen. Mede door deuitzonderlijke constructie zou uit-voering van dit ontwerp in zekerezin pioniersarbeid zijn. Men moetzich echter niet ontveinzen, datdaaraan bezwaren kleven, vooral inverband met de wens van de Di-rectie van de E.N.C.I. om het ge-bouw in zo kort mogelijke tijd totstand te brengen.Ongetwijfeld zouden zowel ten aan-zien van de constructie als bij deuitvoering grote en niet geheel teoverziene moeilijkheden moetenworden overwonnen, zoals de grotebeweeglijkheid van de constructievoor en tijdens het storten en demoeilijkheid (welke daaruit voort-vloeit) zonder stijve en ondersteun-de bekisting de zuivere vorm instand te houden.Afgescheiden daarvan is het gewa-pend beton voor deze dakhuid niethet meest aangewezen materiaal teachten, omdat het hier in beginseleen op trek belaste constructie be-treft. Staal of een ander materiaalmet grote trekvastheid zou meermet het wezen van de constructie inovereenstemming zijn.Doch ook bij toepassing van eendergelijk materiaal zijn welhaastonoplosbare moeilijkheden te ver-wachten in de constructie en bij deuitvoering, in verband met de steedswisselende kromtestralen van dedakhuid, welke voortvloeien uit hetplaatsen van verhoogde tussensteun-punten in de achterwand. Deze eom-plicatie maakt het ondoenlijk eniginzicht in het verloop en de groottevan de spanningen te verkrijgen.Daarbij zou proefondervindelijk on-derzoek de pogingen tot het opma-ken van de statische berekeningwaarschijnlijk moeten ondersteunen,hetgeen een groot tijdverlies zoubetekenen.Enkele algemene opmerkingeni.v.m. het te ontwerpen projectHet ontwerpen van stalen kraan-baanliggers, welke steunen op ko-lommen van gewapend beton, is nietwenselijk. Deze constructie is zon-der twijfel uitvoerbaar, doch maaktbetrekkelijk kostbare voorzieningennodig om verbrijzeling van het be-ton van de kolomkoppen te voor-komen. Verder levert deze con-structie slechts een geringe bij dragein de algemene verstijving van hetgebouw in lengterichting.In beginsel is voor dit gebouw aanbeton als materiaal de voorkeurboven staal te geven, ook al is tebedenken, dat de investeringskostendoor toepassing van beton zullenstijgen.De aard van het bedrijf brengt metzich mede, dat men te kampen heeftmet aankleving van stof, dat hygros-copisch en in vochtige toestandagressief is, vooral bij hoge tempe-raturen, welke in de loods zullenoptreden. Staal zal daardoor spoedigworden aangetast en veel onderhoudvragen met de daaraan verbonden,steeds terugkerende zorg en kosten.Voor de kolommen aan de kanaal-zijde komt daar nog bij, dat betontot een robustere constructie leidt.Dit is van belang, omdat deze ko-lommen bestand moeten zijn tegenmechanische beschadiging door dekraan, welke, blijkens de ervaringelders, ook bij de beste beveiligingvan de kraan kan voorkomen.Voor het verdere skelet is bij toe-passing van beton in verband metde grote overspanningen en de snel-heid van de uitvoering een ruimetoepassing van voorgespannen betonzeker een zorgvuldige bestuderingwaard.Stand der werkzaamhedenInmiddels is men op het terrein deruitbreiding begonnen met hetgrondwerk en het maken van dekeermuur voor de grondstoffen inde overdekte opslagloods. Ook dekademuur langs het kanaal is inuitvoering.Over het verdere verloop der werk-zaamheden zijn nog geen mede-delingen te geven, daar de plannenvan de E.N.C.I. en die van de ont-werpers van het ontwerp ,,Kraanen Silo" nog gecoordineerd moetenworden.Technisch NieuwsAANSLUITING VAN DAKBEDEKKINGAAN STAANDE WANDENHet waterdicht maken van een gebouwbehoort tot een van de belangrijkste pun-ten, welke doorlopend onze voile aan-dacht vragen.De duurzaamheid van de toegepaste con-structies speelt daarbij een belangrijkerol. De grootste moeilijkheid ligt niet zozeer in de bedekking zelf, als wel in debe?indiging hiervan; in het bijzonder waardeze geschiedt tegen een staande wand.De gebruikelijke methode van een strooklood of bitumenweefsel, gelegd in eenvoeg, heeft ongetwijfeld nadelen. De stro-ken gaan los zitten, worden gemakkelijkbeschadigd en zijn moeilijk te vervangen.fig. 1. De metalen kap wordt in desponning gebracht.De reparatiekosten van deze aansluitingenkunnen vaak ontstellend groot zijn.Een nieuw artikel wordt hiervoor in dehandel gebracht, dat op vele punten eenverbetering is. De constructie bestaat uiteen metalen profiel, in de muur ingemet-seld of in de betonnen wand ingestort.Hierin wordt een metalen kap aangebracht(zie fig. 1) en vastgezet met een plastic-rol (zie fig. 2).fig. 2. De plastic-rol wordt aangebracht.Bij het inmetselen dient er op te wordengelet, dat geen specie in de groef komt.Hiertoe wordt tevoren de plastic-rol tijde-lijk aangebracht. Voor het monteren vande kappen verwijdert men de rol.Bij toepassing in betonnen wanden, wordtaan de bekisting een T-profiel bevestigd,waarover het metalen profiel schuift (ziefoto 3). Bij het ontkisten wordt het T-pro-fiel gelijktijdig verwijderd met de bekis-ting. Voor afdichting van de stuiknadenworden bijpassende kappen geleverd,welke tevens dienst kunnen doen als af-dichting van de uiteinden. Het toegepastemetaal is plaatstaal, bekleed met eenlegering van koper en zink. De profielenfoto 3. bevestiging aan de bekistingkunnen ook worden gemaakt van alumi-nium of roestvrij staal.Als voordeel kan nog worden genoemd,dat voor het aanbrengen van nieuwe dak-bedekking de kappen tijdelijk kunnenworden weggenomen, door de plastic-rolte verwijderen.In de practijk zal moeten blijken, ofdeze constructie geheel aan de gesteldeeisen voldoet. Voor betonnen wandenmoet men rekening houden met de plaatsvan de wapening in verband met debreedte van het profiel. Een vraag is ook,hoe de plastic-rol zich na verloop vantijd zal houden. De kostprijs zal voorlopignog wel een algemene toepassing in deweg staan. De fabrikant is: Fry RegletCompany, Division of Watts Electric &Mfg. Co, Birmingham, Michigan, U.S.A.J. F. DE WILDT, Architect302
Reacties