Puttenfundering voor brugpijlers in Queensland (Australi?)Puttenfunderingen *) komen betrekkelijk weinigvoor. Om in voorkomende gevallen goed be-slagen ten ijs te komen, is riet gewenst, deer mede opgedane ervaringen te vermelden.In ,,World Construction" van Jan./Febr. 1950wordt door D. A. C r a w f o r d de bouw van depijiers en landhoofden (in totaal negen stuks)beschreven voor de nieuwe verkeersbrug overde Burdekin-rlvier in Noord-Queensland, waar-van het bed gedurende negen maanden perjaar grotendeels droog staat.De pijlers en de landhoofden zijn gefundeerdop putten van gewapend beton, weike 30,5 m(100') in het zand moeten zakken (??n zelfsmeer). Deze grote diepte is gewenst in verbandmet ultschuring van de bodem gedurende demaanden, dat de rivier veel water afvoert. Defundering bestaat uit vijfcellige bodemlozecaissons (putten), groot 17,0 x 7,6 m (56' 25'),wanddikte 0,762 m (2' 6") (foto 1). Aan deonderzijde is een zware stalen snijrand ge-maakt. Oe putten zijn beurtelings in moten op-gebouwd en gezonken; dit laatste door hetmet een grijper verwijderen van grond (foto 2).Gedurende het zinken is het water in de putteniager gehouden dan daarbuiten.E?n caisson was onwillig en moest met 800 tballast worden verzwaard. Deze moest dan ook6,1 m (20') dieper zakken dan de overige.Het zakgewlcht van de onbeballaste puttenloto 1. bovenaanzicht van een putmootkwam overeen met ca 1 700 kg/m2van het metzand in aanraking zijnde buitenoppervlak, het-geen aan de lage kant is (normaal, voor min-der diep reikende putten, ca 2 000 kg/m1), zo-dat? niet te verwonderen is, dat een enkele putonwilig bleek en verzwaard moest worden.Voor alle zekerheid was er op gerekend, dateen onwillige put in de droge, dus onderluchtoverdruk (caissonwerk) moest kunnen wor-den ontgraven. Hierto? is In elke cel van depuften een horizontale rij uit het beton steken-de bouten opgenomen voor het bevestigenvan een luchtdichte deksel met luchtsluis.Van een en ander behoefde echter geen gebruikte worden gemaakt (bij het opstellen van depublicatie in November 1949 waren zes puttengeheel gezonken).Na het op diepte komen van de putten is eronder water volgens de contractormethode een2,13 m (7') dikke betonlaag ingestort. Na hetdaarna leegpompen van de putten is in dedroge nog een laag beton aangebracht. Daarnais het inwendige van de putten met water ge-vuld en is op de putten een bovenbouw vanbeton gemaakt, waarop de brug komt te rusten.De putten bevatten elk rond 1 800 m3beton,de bovenbouw ervan ca 600 m3J. J.___*) Zie het artikel in ,,Cement' 1 (1949), Nr 3-4van ir. J. P. J o s e p h us ]ittafoto 2De eerste moot van een putwordt gezonken.op de voorgrond bekistingselementen182 Cement 3 (1951) Nr 9-10
Reacties