door ing. G. J. Hamerfoto 1. overzicht van de nieuwe betondraineerbuizenfabriek te Emmeleroord(Noord-Oost-Polder)1. InleidingLeven is alleen mogelijk, als hetklimaat en de bodemgesteldheidgunstig zijn. Hiertoe zijn nodig:voedsel en vocht, licht en lucht,terwijl ook de temperatuur een rolspeelt.Door de zon (licht, w?rmte en schei-kundige werkingen) en de damp-kring (lucht en water) is leven opaar de mogelijk.Bij te weinig of geen water (enwel zon) zal alles versmachten enverwelken, en bij een teveel aanwater (zonder zon) zullen alle Or-ganismen verstikken of verrotten.In zeer droge streken hebben plant(cactus) en dier (kameel) daaromreserves aan vocht en voedsel.Voor het land zal bevloei?ng (rijst-velden) of infiltratie uitkomstbrengen.In zeer waterrijke streken (Bies-bosch) is de groei van bepaaldeplanten mogelijk, zolang de grondniet voor andere cultures nodig is.Nederland noemt men vaak een,,kikkerland", omdat grote delen er-van beneden A.P. liggen en duswaterrijk zijn, en omdat het klimaat-- vooral aan de kust -- bovendienregenrijk is. Door de bewolkte luchtwordt de verdamping verminderd.Het water heeft dus in ons landeen invloedrijke rol: het is onzevijand, maar ook onze vriend. Dui-nen en dijken moeten het land be-schermen; polders moeten wordenaangelegd en bemalen; dit kost na-tuurlijk veel geld.Overstromingen maakten ons landechter vruchtbaar; het water isbovendien een economische ver-keersweg. Maar land- en tuinbouwevenals veeteelt ondervinden vaakoverlast van een teveel aan water.Ook kunstwerken, vlieg- en sport-velden, begraafplaatsen, enz. hebbenermede te kampen.Is de grond te vochtig of staat hijblank, dan doen zieh de volgendebezwaren voor:Deze bezwaren worden bij goede drainage opgehevenIs de grond te droog door natuurlijke of kunstmatige wateronttrekkingof door langdurige droogte, dan ontstaan er weer andere bezwaren (ziesub 9).3382. GeschiedenisDe Romeinen pasten reeds ont-watering toe bij te natte gronden.Zij lieten greppels graven van 1 mdiepte, en vulden deze tot halvehoogte met grof grind, puin en/oftakkebossen, aangevuld en afgedektmet aarde.Deze ondergrondse ,,leidingen"mondden in sloten uit; inkalvingerd voorkomen door de uitmon-dingen te wapenen met 2 vertikalestenen afgedekt met een horizontalesteen. Deze methode werd eeuwen-lang toegepast.Elkington (Eng.) liet in 1764 opzijn landerijen (waar zijn schapente lijden hadden van het water)greppels graven, die werden opge-vuld met rijshout, grove steen e.d.,afgedekt met graszoden of grotestenen en aarde. Het daarin zakken-de water werd door deze ,,riolen"weggevoerd. Dit was een grote ver-betering voor het vee, dat gezondbleef, maar door verzakkingenmoest er herhaaldelijk worden ver-nieuwd, wat veel tijd en geld kostte.Bijna een eeuw lang werd deze me-thode in Engeland door velen na-gevolgd, totdat:Graham (Eng.) in 1810 losseaarden tegels in de gegravengreppels plaatste: een platte onder-tegel met erop een halfronde holletegel. Hierop kwam een laag puinof grind. Men noemde dit systeem,,tile-drainage". Het werkte welbeter, maar ook hierbij kwamen ver-sto?pingen en breuk te veel voor,zodat:Read (Eng.) in 1843 deze tegelsdoor aarden buizen verving. Ditwas toen weer een grote stap voor-uit. Doordat de buizen koud tegen el-klaar lagen, vonden echter horizontaleverschuivingen en ook verzakkingenplaats, waardoor verstoppingen ont-stonden. Dit systeem werd door dedirecteur van de Wilhelminapolderte Goes:G. J. van den Bosch reeds in 1845naar ons land overgebracht. In 1858waren al 1 100 ha en in 1863 zelfs3 300 ha van drainage voorzien.In 1900 was het gedraineerde onper-vlak in Nederland rond 54 000 ha,waarvan 39 000 ha in Zeeland en8 000 ha in Groningen. Van 1900 tot1950 steeg de behoefte aan drainagevoortdurend, omdat de bevolkings-aanwas een zeer intensieve bebou-wing verlangde.3. Wat is drainage?Drainage is het Verlagen van hetgrondwaterpeil tot het gewensteniveau (tek. 7) onder het maaiveld.Op dit niveau worden nu de drai-neerbuizen gelegd (tek. 2).Zolang het grondwaterpeil lager isdan het gewenste, doet het buizen-stelsel geen dienst (behalve bij in-filtratie; zie sub 9).Bij regenval dringt het water in degrond en in de buizen; de laatstelaten het grootste gedeelte weer vanonderen door de wand afvloeien(wat mogelijk is, als de buizen po-reus zijn!) naar het dieper gelegengrondwater, dat hierdoor omhoogzal komen tot het de buizen bereikt(tek. 2). Als de grond capillair is,fig. 5. Bij te laag grondwaterpeil vol-groeit het gewas niet en kan zelfsverdorren, zodat de oogst mis-lukt.trekt het water nog iets omhoog (ca-pillaire z?ne a). Door de zon droogtde bovenste laag uit (verdampings-zone b).Komt het waterniveau boven hetgewenste peil uit, dan treedt de buis-leiding in werking; het water dringtvan onderen af door de wand (alsdeze poreus is) in de buis en wordtdoor de leiding heen afgevoerd.Hiermede wordt dus voorkomen,dat de plant in haar groei wordtbenadeeld (tek. 3 en 4). Eerst zal detoestand 1 (tek. 4) ontstaan, die ge-leidelijk tot toestand 3 zal komen,enz.Een bijzondere vorm van drainageis de waterwinning in de duinenbij Scheveningen, waar betonnendraineerbuizen worden gebruikt.4. Voordelen van drainageBij een juist drainagesysteem en bijgoede aanleg heeft men door destructuurverbetering van de gronden door het wegvallen van greppelsen kleine sloten de volgende econo-mische voordelen:fig. 2. De draineerbuizen worden op dehoogte gelegd van het gewenstegrondwaterpeil.a = de capillaire z?neb = de verdampingsz?nefig. 6. Bij infiltratie stijgt het grond-waterpeil volgens de boog, dienog vlakker kan worden.a = de capillaire z?ne1. betere opbrengst2. vroegere oogsten3. meer weerstand tegen vorst endroogte4. meer en langer nut van deweidegronden zonder gevaarvoor het vee5. terreinwinst6. grote vlakke percelen (voorlandbouwmechanisatie nodig)7. goede in- en uitrit8. geen kosten voor overgangen9. geen onderhoud van sloten e.d.10. geen minderwaardig gewas er-langs.5. Moderne drainageOm het wegrollen van de aardenbuizen te voorkomen, ging men dezevan een kraag voorzien. Had mentot toen de aarden buizen door zachtbakken poreus gekregen, thansmoest men hardgebakken buizengebruiken. Deze hebben wel eengrotere sterkte en daardoor minderbreuk, maar zij zijn niet poreus.Het meeste water moet daarom doorde stootvoegen naar binnen treden.fig. 1. Bij het gewenste grondwaterpeilwordt het beste product en demaximum opbrengst verkregen.fig. 3. Bij te hoog grondwaterpeil is deopbrengst lager en het productrranderwaardig tot waardeloos.fig. 7. De draineerleiding mondt uit insloten en heeft verhang naar (eenof) twee zijden.fig. 4. Bij drainage zakt het grondwater-peil tot de boog 1, die steedsvlakker (boog 3) wordt.fig. 8. doorsnede van een poreuze be-tondraineerbuis met pakkingring341foto 4. opslag van betondraineerbuizen,systeem N.O.P., bij de fabriekte EmmeloordDit heeft het bezwaar, dat daar terplaatse een zekere ,,run" ontstaat,waardoor zand en grind wordenmeegevoerd, wortelvorming zal op-treden en dus spoediger verstop-pingen zullen ontstaan.In 1920 bracht Trip een grote om-keer door poreuze betondrai-neerbuizen (Ned. Octr. No 48210)te gaan maken. Hierbij treedt hetwater door de capillaire werkingvan het poreuze beton door de wandnaar binnen, waardoor verstoppin-gen tot een minimum worden be-perkt. Wil men heel zeker zijn, danwordt deze buis thans nog van eenpakkingring van turf (Ned. Octr.No. 46769) voorzien; deze laat geenwater door, daar de turf bij vochtigworden zweit. Poreuze betondrai-neerbuizen met pakkingring wordengemaakt in de diameters 5, 6, 8 en10 cm en die met sponning in de dia-meters 15, 20, 38 en 40 cm. De beton-draineerbuizen, type N.O.P. metsponning en zonder pakkingringhebben een diameter van 5, 6, 8, 10en 15 cm.De poreuze betondraineerbuizen metfoto 5. het laden van de wagens teEmmeloord met behulp van eentransportbandfoto 2. interieur van de fabriek te Em-meloordDeze machine van Nederlandsfabrikaat heeft een productievan 2 400 buizen of 800 m1peruur.kraag hebben echter met de aardenbuizen nog een nadeel gemeen: beiderusten met de kragen op de greppel-zool, waardoor plaatselijke verzak-kingen makkelijk kunnen plaats-vinden.Daarom worden nu betondraineer-buizen gemaakt zonder kraag; zijrusten dus over de volle lengte ODde greppelzool. Deze moderne bui-zen, type N.O.P., (tek. 7) hebbeneen sponning, waarin een pakking-ring zit. Dichtslibben en verzakkenkan hierbij dus niet makkelijk voor-komen!De levensduur van betonnen buizenis nog niet bekend, maar is practischonbegrensd, terwijl die van aardenbuizen maximum 15--20 (voornauwe en 35--60 jaren (voor wijde)bedraagt. Komt bij deze laatste dik-wijls herlegging voor, dus opgravenen gedeeltelijk vernieuwen, zulks isniet nodig bij betonnen draineer-buizen met pakkingring in de spon-ning.Betondraineerbuizen zijn aanzien-lijk sterker dan aarden buizen, zodatbreuk -- ook tijdens het vervoer --niet behoeft voor te komen; zij zijnzelfs sterker dan betonnen riool-buizen!Normaalblad N 370 geeft bv. op vooreen ronde rioolbuis (Im lang) van20 cm 0 een breukbelasting van2 000 kg. Een betonnen draineerbuismet dezelfde diameter (75 cm lang)heeft een breukvastheid van 2 700 kgof per meter 3 600 kg.Normaalblad 440 stelt voor gebak-ken draineerbuizen geen sterkte-eisen.Stukvriezen van betondraineerbui-zen is uitgesloten, zodat deze dusook. voor ondiepe drainage te ge-bruiken zijn.Door het bakken zijn aarden buizenniet nauwkeurig passend, zodat dehartlijn van een aarden buisleidingnooit een rechte lijn zal kunnenworden; de wanden zullen ruw zijn.Bij betonnen draineerbuizen zijn dewanden zeer glad, de diameternauwkeurig gelijk en de buizenkaarsrecht, omdat zij in stalen mal-len worden gemaakt (zie foto 2 en3). Hiermede wordt bereikt, dat hetwater bij doorstroming in de buisweinig weerstand ondervindt en dussneller wordt afgevoerd, of dat toteen kleinere diameter kan wordenovergegaan, wat goedkoper is.Normaalblad N 440 staat voor aar-den buizen een speling toe van 5tot 6 mm in de diameter; de wand-dikten mogen een verschil vertonenvan ca 1,5 mm en de wanrondheidmag, afhankelijk van de diameter,3--10 mm bedragen. De krommingvan de binnenboog gemeten als pijlmag 2--5 mm zijn.Door het bakken der aarden buizenis het onmogelijk deze precies in defoto 3. interieur van de fabriek te Em-meloord met 4 kleine machinesvoor elk 400 buizen per uurhand te hebben, maar het grote ver-schil met de betonnen buizen is welzeer duidelijk; bij de laatste is mente allen tijde verzekerd, dat zijprecies in elkaar passen en eenrechte lijn kunnen vormen. Alsstandaardbuis zal de poreuze beton-buis dan ook weldra algemeen wor-den toegepast.6. Eigenschappen vanbetondraineerbuizenDe poreusheid, de doorlatendheiden de capillariteit van poreuze be-tonbuizen en het afsluitend ver-mogen van de er bij passende pak-kingringen werd door het Labora-torium voor Grondmechanica teDelft onderzocht. Het volgende ishieraan ontleend:a. het porienvolume blijkt vol-gens de proeven 30 % te be-dragen;b. de doorlatendheid is volgensDaroy:Q = k x i x Fwaarin:k = de doorlaatbaarheidscoeffi-cient (een materiaalcon-stante),i = het verhang; d.i. de ver-houding van het drukver-schil en de af te leggenweg,F = het doorstromingsoppervlak.Voor deze buizen bleek steedsk = ca 2,2 x 102cm/see te bedra-gen. Voor rond rivierzand is k =5 x 102, voor rond duinzand2 x 10-2en voor klei 10-6tot108cm/sec. De doorlatendheidvoor water blijkt dus bij beton-draineerbuizen practisch overeente komen met die van rond duin-zand;c. de capillaire stijging is 15--20 cm; zij blijkt dus een veelvoudte zijn van de wanddikte derbuizen;d. de zwelling van de gepersteturf blijkt alleen in axiale rich-ting pla?ts te vinden, waarbij deaxiale spanning rond 1,25 kg/cm2turfoppervlak wordt, wat dus on-gevaarlijk laag is;e. de dichting blijkt uitstekend tezijn, daar de opening tussen 2buizen na zwelling van de turf-foto 6. tassen betondraineerbuizen metkraag bij de fabriek te Utrechtdichting volkomen gevuld is engeen water doorlaat.7. Het leggen der buizen (drains)Het leggen van drains is een spe-cialistenwerk: het geven van dejuiste helling aan de te graven grep-pelzool vergt veel routine en ookhet leggen van de buizenreeksen iseen nauwkeurig en ervaring eisendwerk. Geschiedt dit niet goed, danzegt men, dat de stralen niet,,lopen"; in dit geval is de drainagepractisch waardeloos.Begonnen wordt met eerst een zgn.drainkaart (drainageplan) op testellen, de diameters en de afstan-den tussen de buizen onderling tebepalen. Aan de hand van de drain-kaart worden de greppels uitgezeten gegraven voor het leggen derbuizenreeksen.Zuigdrains noemt men de buizen,die het water aan de grond onttrek-ken. Deze reeksen monden uit inzgn. verzameldrains, die het waternaar een vaart, rivier, enz. afvoeren.Het geheel noemt men het drain-stelsel. Het leggen geschiedt bijvoorkeur in het naj aar (na deoogst) of anders in het voorj aar.Men gebruikt voor het bepalen derhelling zgn. rooilatten (vizierlattenof ziehtjes), die aan het einde vanstevige dwarsplankjes zijn voorzien.De sterke latten worden op gezetteafstanden vertikaal l?ngs de te gra-ven greppel uitgezet. De plankjesgeven dan de hellinglijn aan vande greppelzool. Soms wordt met eenzgn. buizenboor, d.i. een gootvormigblad onder 45? aan een lange steelbevestigd, de greppel bij gewerkt.Tegenwoordig wordt bij groterewerken gebruik gemaakt van eengreppelgraafmachine tot een capaci-teit van 4 km/h!Het leggen van de drains kan metde hand geschieden of met een zgn.leghaak. Geschiedt het laatste, dankan de greppel smaller worden. Deleghaak bestaat uit een ronde staafvan ca 25 cm lengte, welke lood-recht op een lange steel is bevestigd(foto 9a en 9b).De verbindingen van de zuigstralenfoto 7. betonnen kruisstukkenbii de fabriek te Utrechtfoto 8. een te draineren veld metopgetaste betondraineerbuizenfoto 9ahet leggen der buizenin de draineersleuf(zandgrond)foto 9bhet leggen der buizenin de draineersleuf(kleigrond)met de verzameldrains geschiedtmet zgn. T- en kruisstukken; foto 7toont de laatste. De capillariteit(zuigwerking) van het poreuze be-ton tekent er zieh duidelijk op afdoor de donkere kleur aan de onder-zijde.Het is onjuist de afvoercapaciteitvan de drains te baseren op de ge-middelde en zelfs op de maximumhoeveelheid neerslag per jaar! Ditwerd vroeger algemeen gedaan,waardoor men wel zeer d?nne bui-zen kreeg, maar het drainage-effectweinig betekende. Als het een dagflink regent of als er een wolkbreukplaats vindt of binnen k?rte tijdenige stortbuien vallen, dan dientde neerslag liefst binnen een etmaalte zijn afgevoerd. Hierop bepaaltmen thans de berekening. De boer,tuinder of kweker kan dan na 1 of2 dagen weer normaal zijn werkbuiten doen.Als er 1 mm regenwater is gevallen,betekent dit een volume van10 m3/ha; valt er 1 mm/min, danwil dit zeggen 167 1/sec/ha en bij1 mm/h 2,78 1/sec/ha.De zuigbuizen hebben gewoonlijkeen helling van 20-40 cm per 100 m1.De diameter (inw.) der buizen ende onderlinge af stand der reeksenis afhankelijk van de omstandig-heden; de laatste mag niet te grootzijn (afwatering duurt te lang) enook niet te kort (te hoge kosten).In zayelgrond is de afstand groterdan bij weinig water doorlatendekleigrond. Blijvend grasland ver-langt meer water dan bouwland.De lengte der zuigdrainreeksenwordt gewoonlijk niet langer ge-maakt dan 150--200 m; verzamel-drains kunnen veel langer zijn. Destroomsnelheid van het water in debetonbuizen hangt af van de hellingen de diameter; bij een verh?ng van2--4 cm/100 m bedraagt zij gemid-deld 700 m/h.8. Spoorwegen en WaterstaatBij viadueten is het soms nodigdrainage toe te passen, zoals deNederlandsche Spoorwegen dedenbij die te Orthen, Vlijmen, Ouden-rijn, enz. Het buitenwaterniveau ligthier steeds hoger dan het wegdek.Ook bij dijken is drainage somsnuttig, zoals bij het Amsterdam-Rijnkanaal is gebleken.In al deze gevallen werd het euvelvan lek- en kwelwater door drai-nage opgeheven.Bij de verbetering van de Rijks-weg Sittard-Heer len werden opplaatsen, waar de Limburgse l?ssmoeilijkheden gaf, draineer buizenmet kraag toegepast.Voor de snelle afvoer van het regen-water op de startbanen van devliegvelden te Leeuwarden, Bergen(N.H.), Soesterberg, Twente, Beek(L.) liggen draineerbuizen tot40 cm 0.Bij deze met name genoemde geval-len koos men de poreuze beton-draineerbuis.9. Verhoging van hetgrondwaterpeilA. cultuurgrondena. verdamping: 's Zomers zal bijhogere tempefaturen veel waterverdampen, zodat de eultuurgronduitdroogt. Vooral bij aanhoudendedroogte zal er een te kort aanwater ontstaan, wat een gedeelte-lijke of zelfs een gehele mislukkingvan de oogst kan betekenen. Menzou het land dan kunnen bevloe'ien;eenvoudiger en doeltreffender isechter, het grondwaterpeil, te. ver-hogen door zgn. infiltratie. Hier-mede voorkomt men het verwelkenen verdorren (tek. 5 en 6) van hetgewas. Heeft men voor drainagebuizen van poreus beton toegepast,dan kan hetzelfde leidingstelsel ookvoor het infiltreren worden ge-bruikt, door water onder druk toete voeren met behulp van een pomp-installatie.b. onttrekking: In streiken,-waaraan de grond water wordt onttroik-ken, zoals bij de geestgronden ach-ter de duinen (voor watervoorzie-ning van de grote steden), zijn erPerioden dat de grond te arm aanwater wordt. Dit is voor de bollen-cultuur zeer schadelijk; een bed meteen nieuw gekweekte yarieteit kanmeer waarde hiebben dan de infil-tratie kost,, afgezien van de jarenarbeid die erdoor verloren gaan.Ook voor de groente-, fruit- enbloemenkwekers kan infiltratie uit-komst brengen. In tek. 5 en 6 is tezien, hoe infiltratie werkt; ook hierzal de golflijn langzamerhand vlak-ker worden.B. kunstwerkenIn bepaalde gebieden komt hetgrondwaterpeil lager te liggen doornatuurlijke of kunstmatige oor-zaken. De houten paalfunderingenkunnen dan een ernstig bezwaar op-leveren, hetgeen kostbare reparatiesmeebrengt (Het is ha?st onnodig tezeggen, dat hier betonpalen of be-tonnen oplangers geen bezwaar zou-den hebben opgeleverd).Met dat gevaar hebben Directiesvan de Rijksgebouwendienst, vanGemeentewerken en van Bouw- enWoningtoezicht te kampen.Rondom dergelijke gebouwen kaninfiltratie uitkomst brengen. Erwordt dan om het bedreigde gebiedeen draineerleiding gelegd, waaraaneen automatische pompinstallatiewordt gekoppeld. Op deze eenvou-dige wijze kunnen kostbare gebou-wen worden behouden.C. sportveldenOp sommige plaatsen wordt de gras-mat door droogte tot versehroeienof sterven gedoemd. Meestal gebeurtdit op zanderige grond. Van sportkan dan niet veel terecht komen.Bezit het terrein reeds een drainage-stelsel, dan kan het ook voor infil-tratie worden gebruikt; dit bespaartongemak en vernieuwing van degrasmat.Buisdiameters van 5--8 cm zijn voorde zuigreeksen voldoende en van8--10 cm voor de verzameldrains.Op vlakke, kleiachtige grond liggende reeksen 10--15 m en op zand-grond 15--20 m uit elkaar, op eendiepte van 90--125 cm.B0EKBESPREKIN6K. van den Broek, De Bouwkundig Opzichter,Het is noodzakelijk voor iedere jonge bouw-kundige, maar in het bijzonder voor de theo-retisch opgeleide bouwkundige (wij denkenhier aan de M.T.S.-er met H.B.S. of M.U.L.O.-vooropleiding) bij zijn intrede in de practijkeen redelijk inzicht in de onderlinge verhoudin-gen tussen de personen en/of instanties vanhet bouwvak te hebben, waarmee hij te makenzal krijgen. En h?ewel veien in nun studietijden in het begin van nun praktifk,zieh- reeds eenbehoorlijk inzicht daarin zullen verwerven ofreeds verworven hebben, blijkt t?ch vaak, datde gevolgen van hun eigen optreden of hetverband van de dingen hun niet duideiijk zijn.De grote Verdienste van dit boek is dan ookgelegen in de opzet en in de bedoeling, diede schrijver er mede heeft. Het gehele boeklaat de lezer voelen, hoe mooi het vak,en hoe belangrijk het werk van de opzichter is,vooral ook dat van zijn medewerkers aan hetbouwwerk. Meen niet, dat dit enthousiasten vlot geschreven boek alleen voor de ,,jon-ge" bouwkundige van belang is, ook de er-varen man van het vak zal er nog vele goedewenken in vinden waarmede hij zijn voordeelkan doen; misschien zal hij, verfrist door degeest van dit boekje, een beter mentor wordenvoor de onder zijn leiding werkende jongebouwkundigen.Het eerste hoofdstuk is geheel gewijd aan:,,de taak, de rechtspositie en de bevoegd-heid van de bouwkundig opzichter".Juist over deze materie zal de jonge bouw-kundige graag meer willen weten, daar hijvan oudere collega's zelden een compleetbeeld hiervan voorgezet krljgt. En de heerVan den Broek vertelt hem kort maar duide-lijk en overzichteiijk al datgene wat hij moetweten en waarvan hij in zijn werk veel steunzal ondervinden. Men zegt vaak, dat de mens,,door schade en schande wijs moet worden",maar het komt ons beter voor, die schade enschande zoveel mogelijk te beperken.De hoofdstukken XVII en XVIII behandeiende administratieve taak van de opzichter, eentaak die veel nauwkeurigheid vergt en meeromvattend is dan velen zieh gedacht zullenhebben.Vele aanwijzingen en tips zal de lezer vindenin de hoofdstukken II t/m XVI, waarin in volg-orde waarin de bouw van een werk vordert,alle technische onderdelen van een bouwwerkonder de loupe genomen worden. De grotemoeilijkheid om hier niet te vervallen in hetschrijven van een ,,bouwkunde boek", maarom werkelijk de taak van de opzichter te be-schrijven, heeft de schrijver op vlotte wijzeoverwonnen. En dat dit zeker geen gemakke-iijke overwinning was, zal iedere vakman be-grijpen, want waar is vaak de grens tusseneen bouwkundig detail waarop moet worden,,gelet" en een bouwkundige construetie diein een ieerboek over dat onderwerp thuisbehoort?l'it de aard van de zaak heeft ons het meestge'interesseerd de behandeling van het beton-werk (hoofdstuk Vi), waarbij ons goed deedde verwijzing van de schrijver naar de bekendepublicaties van ,,Cement en Beton", uitge-geven door de Enci-Cemij-Verkoopassociatie,waaraan de bouwkundig opzichter zeer veelzal hebben bij het uitvoeren van betonwerken.Toch geeft schrijver zelf ook vele goede aan-wijzingen die lang niet overbodig zijn ge-bleken in de praktijk.Wil dit alles nu zeggen dat er geen op- ofaanmerkingen op dit boek zijn te maken? Neen,dat zou onmogelijk zijn, men kan nu eenmaalover de dingen verschillend denken. Gaarnehadden wij bijvoorbeeld de blz. 66 en 67nog aangevuld gezien met het volgende:1. Denk vooral aan het verwijderen van cement-schuim bij betonwanden en kolommen;2. Krui-stralen en dergelijke mogen nimmer opde wapening worden gelegd, maar moetenop jukken afdoende worden ondersteund;3. Ter voorkoming van ,,mors" langs de krui-stralen verdient het aanbeveling de wa-pening ter weerszijden van deze stralen afte dekken met oude zakken, e.d.;4. Gebruik altijd betonblokjes om de wapeningop de juiste afstand van de bekisting tehouden; het lichten en schudden van dewapening tijdens het storten, met behulpvan een haak, is uit den boze.Deze opmerkingen doen aan het geheel echtergeen afbreuk en wij hopen dat dit prettig ge-schreven boek vele lezers zal vinden.H. DE BOER346
Reacties