Bij toepassing van gewapend beton als conslructiemateriaalvoor een kerk gaan onze gedachten het eerst naar de Gebr.A. en G. Perret. Zij toch waren het, die het destijds alsonedel beschouwde materiaal beton, een zodanige vorm enoppervlaktebewerking wisten te geven, dat ook be?on aanvaard-baar werd voor een kerkinterieur, zoals de Notre-Dame vanLe Raincy te Parijs kan getuigen. In hel bekende boek 'Be-tonkirchen'*) van Dr. Ing. F. Pfammatter treffen we velefraaie voorbeelden aan van betonkerken, zoals o.a. de An-thoniuskerk te Bazel van W. Moser.In ons land moesten we echter tevergeefs naar dergelijkevoorbeelden zoeken. Thans hebben we ook te Amsterdameen `betonkerk'. Het ontwerp van deze Sint-Joseph kerk isvan de architecten prof. G. H. Holt en . . Tholens, vanwie eerstgenoemde in hoofdzaak de vormgeving op zijnnaam heeft.In de bakstenen, nieuwe wijken van Amsterdam-W doet dezekerk op het eerste gezicht even vreemd aan, doch bij naderebeschouwing worden we geboeid door hacj- bijzondere vormen de goedgekozen bewerking van de betonvlakken. Hoewelenige onderdelen nog niet van beton zijn vervaardigd, o.a.de gemetselde binnenspouwmuren, kunnen we deze kerktoch bij de groep, die uit beton zijn samengesteld, rangschikken.De architecten van dit kerkgebouw hebben met de aannemerervan vooraf een studiereis gemaakt naar uitgevoerde werkenvan Perret, waar z?j de mogelijkheden van de bewerkingnader hebben bekeken.INDELINGDe kerk is ingedeeld, zoals de plattegrond (tek. 2) aangeeft,in een schip met twee zijbeuken. Het priesterkoor (foto 3)is naar het Oosten gericht, terwijl links naast de ingangspor-talen een doopkapel en rechts een devotiekapel is ontworpen.Boven de ingangen is een balcon uitgebouwd voor plaatsingvan het orgel met ruimte voor het koor. De toegang tot dekerk is door een luifel overdekt en herinnert aan een peristyle.Een klokkenstoel vormt de bekroning van de ingang.De totale lengte van de kerk bedraagt 57,50 m, de breedteis 15,00 m, de inwendige hoogte van het schip is 13,00 m,die van de zijbeuken 3,50 m. De overspanning van het schipbedraagt 14,50 m. Er zijn totaal 1100 zitplaatsen in de kerk.Als aanbouw zijn nabij het priesterkoor ondergebracht: desacristie met een vergaderzaal, spreekkamer, enz., met daar-onder ruimten voor het jeugdwerk (foto 4).CONSTRUCTIEUit de dwars- en langsdoorsnede van de kerk blijkt (tek. 5en 6), dat het schip een rechthoekige vorm heeft, die issamengesteld uit een skelet van gewapend-betonnen raam-spanten; hier tegenaan vinden de raamspanten van de zij-beuken steun. De pijlers (foto 7) hebben over de hoogte vande zijbeuken een ongelijkzijdige, achtkantige doorsnede (max.afmetingen: 5 0 ? 5 0 cm).*) Cement 1 (1949) Nr 9-10, blz. 156, Nr 11-12, biz. 200, 202-203;2 (1950) Nr 13-14, blz. 244, 263-265 en Nr 23-24, biz. 506.foto 3. binnenaanzicht van het schip met op de achtergrondhet priesterkoor met achterwand van betonplatenfoto 4. een der betonnen ruimten voor jeugdwerk,1,50 m onder waterpeiltek. 6. dwarsdoorsnede A-ACernent 4 (1952) Nr 19-20335foto 8. doopvont in de doopkapel opbetonnenvloerplaatelemententek. 11dwars- en langsdoorsnedevan de bimsbetonkassetten-platen ?n de zijbeukenfoto 9. overgang van breuksteenmetselwerknaar gezandstraald betonDe kerk met aanbouw is gefundeerd op 121 Franki-palen(dus afwijkend van de tekening), waarop betonnen poerenzijn gestort, die als ondersteuning dienen van de funderings-balken.Alle vloeren in het kerkgebouw en nevenruimten zijn vangewapend beton (foto 8). De gevels van de zijbeuken envan het nevengebouw zijn vanaf het betonplint (0,75 m bovenmaaiveld) samengesteld uit spouwmuren. De binnenmuurfoto 7. gezandstraalde betonnen plafondplaat alssierend element in de zijbeukenCement 4 (1952) Nr 19-20is van schoon, verbandloos ??nsteens metselwerk van mis-kleurig hardgrauw (dikformaat, ca 7 cm).De buitenmuur (dik 15 cm) is uit breuksteenmetselwerk vanLimburgse Carboon opgetrokken (foto 9). De gevels van hetschip zijn ook uit spouwmuren samengesteld, die op latei-balken hun steun vinden. De binnenmuur is als die van dezijbeuken, terwijl de buitenmuur is opgetrokken uit schok-beton-gevelplaten (dik 10 cm). Deze hebben alle verschil-lende afmetingen en zijn van een lichte transportwapeningvoorzien (foto 10). Ze hebben gevari?erde oppervlakte-kleuren, die zijn verkregen door een gering percentagekleurstof (resp. geel, grijs en rood) in de betonspecie temengen. Het buitenoppervlak is uit fijnkorrelig grind samen-gesteld, dat na het schokken is gewassen. Hierdoor is eenfraaie korrelige structuur ontstaan.De binnenspouw van de achterwand van het priesterkoor isuit betonplaten opgebouwd (foto 3), terwijl beide zijwandenvan dit koor zijn bezet door een zestal drieledige betonnenramen (tek. 5 en foto 10), die van glas-in-lood zijn voorzien.De breuksteenmuren en de plaatwanden zijn met de gemet-selde muren verbonden door gegalvaniseerde en gecemen-teerde spouwankers.De gevelaanzichten (tek. 1 en foto 10) laten zien, welk effectde gevarieerde indeling van de plaatwanden maakt.De zijbeuken zijn afgedekt door een gewapend-betonplaat.Als blijvende bekisting voor deze plaat zijn bimsbetonkasset-tenplaten gebruikt van een vorm, die uit foto 7 en tek. 11blijkt. Voor betere isolatie is op de dakplaat nog een laagklinkerisolietbeton gestort, en daarop is een dakbedekkingvan 3 lagen bitumenvilt aangebracht.Voor het plafond van het schip zijn bimsbetonkassettenplatenfoto 10. het kerkgebouw na wegneming van de steigers;sacristie (de lage aanbouw) en zijbeuken uitbreuksteenmetselwerk opgetrokken,het schip en het priesterkoor uit betonplatenvan vari?rende grootten336foto 14. het aanbrengen van het tweede dak boven hetschip, bestaande uit bimsbetonkanaalplaten, voorbetere isolatietoegepast met een gewelfde vorm (tek. 5 en 12 en toto 13).Deze platen zijn opgelegd op een aan de onderkant aange-brachte cons?les van de langsbalken. Deze gewapend-beton-balken zijn op de grond vervaardigd en na verharding opge-hesen en in sparingen van de raamspanten opgelegd. Overdeze kinderbalken liggen bimsbetonkanaalplaten. Door dezeconstructie is een uitstekende isolatie tegen de weersinvloe-den verkregen (tek. 5 en foto 14). Op de dakplaten is eenzelfde dakbedekking aangebracht als bij de zijbeuken.Boven verschillende ruimten, o.a. bij de doopkapel (foto 8),zijn koepelvormige daklichten toegepast. Deze bestaan uitschokbetonnen vormstukken, waarin een groot aantal glazenbouwstenen zijn ingestort. Hierdoor is een fraai lichteffectontstaan, zoals uit foto 15 blijkt. Wel valt te betwijfelen, ofde isolatie van deze daklichten voldoende zal zijn bij grotetemperatuurverschillen binnen en buiten met het oog opcondensatie van vochtige lucht tegen het oppervlak. Ookvraag ik mij af, of men deze glazen bouwstenen niet beterlater, na het storten, met een of andere kit had kunnen aan-brengen, waardoor bij temperatuurwisselingen enige werkingmogelijk is?foto 13. bimsbetonkassettenplaten vanhet plafond in het schipenigszins getemperd zijn. Ook had ik graag gezien, dat inplaats van de bakstenen binnenmuren en het breuksteenmetsel-werk een of ander betonproduct was gebruikt --zoals dearchitect prof. Holt- mij vertelde, waren de gekozenmaterialen toegepast om een contrastwerking met het betonen een meer natuurlijke overgang naar de grond te verkrijgen.De aannemer van dit kerkgebouw is de N.V. Aann. Mij v.h.Hillen & Roosen te Amsterdam.tek. 12langs- en dwarsdoorsnedevan de bimsbetankassetten-platen in het schip;detail met opleggingAlle vlakken van de kolommen, lateien en die aan de onder-kant van de gewapend-betonplaten zijn na het verharden(behalve de kanten) met een zandstraal bespoten, waardooreen korrelige oppervlaktestructuur is ontstaan (foto 7 e.a.).De hoeken van deze vlakken heeft men gedurende het spuitenbeschermd door hoekstalen, die men op twee plaatsen hadvastgeklemd. De strakke contourlijnen, die hierdoor zijn ont-staan, geven met de korrelige structuur van het overige vlakeen bijzonder fraai contrast (foto 16). Enigszins storend zijnwel de naden van de bekistingsdelen van de horizontalevlakken; het valt te betreuren, dat wegens de hogere kosten,die hieraan zouden zijn verbonden, geen watervaste triplex-bekisting kon worden toegepast.Bij het betreden van de kerk doet de ruimte groots aan.Deze zou nog zijn verhoogd, indien in het schip al glas-in-loodramen waren toegepast, hetgeen wegens de extra kostenthans nog niet tot uitvoering is gekomen; het licht zou danfoto 16. hoek nabij het priesterkoor, met gezandstraaldbetonoppervlak en strakke kantlijnenfoto 15. daklicht van glasbeton van doopkapel337
Reacties