DE SLUIS TE TIEL(l)sluitstuk van het Amsterdam-Rijnkanaaldoor lr. B. A. Gelders Reeds de Romeinen voeren langs de Rijn, de Oude Rijn en Vecht naar het meer Flevo en doorhet File naar N.W.-Germanl? en ook vla de Kromme en Oude Rijn naar Biittenburg (Katwijk) omnaar Bilttannl? over te steken. Uit Galli? gingen zij de Seine af, langs de Noordzeekust, door deZeeuwse en Zuidhollandse watermonden en bereikten ze de Rijn langs Tlel en Wijk bij Duur-stede, waar later de Noormannen gaarne kwamen plunderen.De handel en beurtvaart tussen Amsterdam en Keulen is al vele eeuwen oud, waarbij Amsterdamzowel zee- als Rijnhaven was voor stuk- en massagoederen en ook thans nog als doorvoer- enhandelshaven voor Europa, Amerika, Afrika en Azi? vermaard is.Het Noordhollands Kanaal (182S), 80 km lang, was geschikt voor schepen van 64 ? 50 ? 5 m3.Het Noordzeekanaal (1876), 24 km lang, bezit sinds 1930 de grootste zeesluis (400 ? 50 ? 15 m3)van de wereld, waarvoor 225 000 m3beton nodig was.Het Merwedekanaal (1893) werd In 1939 verruimd; het kanaal Utrecht-Vreeswijk kwam in 1940gereed.Het Amsterdam--Rijnkanaal, lang 73 km, wordt reeds door 100 000 schepen per jaar bevaren en ishet allerdrukste kanaal van Europa! Er werd rond 26 000 000 m3grond ontgraven. De totale kostenzullen ongeveer 90 000 000 gulden bedragen.Tlel, als .kruispunt van scheepvaartwegen, bezit de grootste binnenvaartsluis van de wereld, modernelaad- en loskaden met 3 trappen, en een industrieterrein van 14 ha met insteekhaven aan het nieuwekanaal. De bouwsom van de sluis te Tiel bedroeg 14 000 000 gulden, waarvan 2,3 millioen guldenv??r de devaluatie. Er werd 72 300 m3beton gestort en 8 100 ton wapeningsstaal verwerkt. (Red.)Het nieuwe Amsterdam-Rijnkanaal geeft een ver-bindingvan Amsterdam met de Rijn, die ca 40 km korter is dande oude verbinding over Vreeswijk-Vianen enGorinchem. Het kanaal kruist de Lek bij Wijk bijDuurstede en bereikt even ten Oosten van Tiel de Waal.Een zijtak van Jutfaas naar Vreeswijk is ontworpen tenbehoeve van het verkeer tussen Amsterdam en de havensin het Zuid-Westen van het land (tek. 1).Het kanaal bevat drie nieuwe sluizen:de Prinses Irenesluis bij Wijk bij Duurstede, dePrinses Marijkesluis te Ravenswaay en de PrinsBernhardsluis bij Tiel.De Prinses Beatrixsluis in de zijtak geeft toegang tot deLek te Vreeswijk.De noodzakelijkheid van deze sluizen blijkt uit hetvolgende overzicht van de waterstanden in de ver-schillende kanaalvakken en die van Lek en Waal:kanaalpand tussen Amsterdam enWijk bij Duurstede0,40 m -- N.A.P.laagst bekende Lekstand te Wijk bijDuurstedehoogst bekende Lekstand te Wijk bijDuurstede1,00 m + N.A.P.8,00 m + N.A.P.laagste stand in het Betuwe-pandhoogste stand in het Betuwe-pand1,00 m + N.A.P.5,50 m + N.A.P.laagst bekende Waalstandhoogst bekende Waalstand1,90 m + N.A.P.10.40 m 4- N.A.P.De Prinses Marijkesluis staat, behoudens bij Lekstan-denhoger dan 5,50 m +, steeds open. De dijken langs hetBetuwepand zijn niet hoog genoeg om de hoogsteLekstanden te keren. Gemiddeld zal deze sluis niet meerdan ca 15 dagen 's-jaars gesloten zijn. Teneindetek. 1. trac? van het Amsterdam-Rijnkanaalde scheepvaart zo min mogelijk belemmeringen in de weg teleggen, is in Ravenswaay een dubbele sluis gebouwd.Gedurende de dagen, waarop de Prinses Marijkesluis geslotenis, wordt het op het Betuwepand gebrachte schut- en regenwaterdoor een naast de sluis gebouwd gemaal op de Lek uitgeslagen.De nieuwe vaarweg is ontworpen voor schepen van 2 000 ton.Ook de paar Rijnschepen van ca 4 300 ton, die nog in de Vaartzijn, kunnen het kanaal bevaren. De sluizen te Wijk bijDuurstede en Ravenswaay zijn reeds v??r de oorlog voltooid.Met de voorbereidende werkzaamheden voor de sluis te Tiel,volgens het ontwerp van ir J. P. JosephusJitta, was men even-eens reeds v??r de oorlog begonnen. Nadat enig grondwerk enhet binnenhoofd waren voltooid, moest de bouw wordengestaakt. In de zomer van 1948 was de materiaalpositie vandien aard, dat het mogelijk was de bouw voort te zetten.Het ontwerp van de sluis werd bepaald door twee factoren:1. de eis dat de sluis een voorhaven moest verkrijgenvan ca 1100 m lengte,2. de omstandigheid dat de spoorlijn Tiel-Elst de sluiskruiste (tek. 2).De spoorlijn moest in verband hiermede worden om-gelegd.Hiertoe is over het binnenhoofd van de sluis een spoorbrugontworpen met er naast een brug voor gewoon verkeer, waar hetverkeer, dat gebruik maak-te van een drietal door het nieuwekanaal doorsneden wegen, thans over wordt geleid. Dezebruggen moes-ten, in overeenstemming met de andere bruggenover het kanaal, voldoende vrije doorvaarthoogte ver-krijgen,welke is bepaald op 8 m boven de hoogste te verwachtenwaterstand. Deze hoog gelegen bruggen maakten de aanleg vanca 2 kilometer lange spoor-wegopritten noodzakelijk, alsmedeopritten voor de verkeersbrug. Bij de onderbouw van dezebruggen is rekening gehouden met de mogelijkheid om naast dethans aanwezige verkeersbrug nog twee bruggen te bouwen inweg 15 van het Rijkswegenplan, zodra de verdere aanleg vandeze weg dit noodzakelijk zou maken. Deze bruggen zijnontworpen als doorgaande liggers over 8 steunpunten metoverspanningen van ca 26,80 m.De sluis is uitgevoerd als een zgn. gladde sluis. De afmetingenvan de kolk zijn gelijk aan die van de Prinses Irenesluis. Denuttige kolklengte bedraagt 350 m en de breedte 18 m.De kolk is door twee tussenhoofden verdeeld in leng-ten vanresp. 90, 170 en 90 m. Naast verhoogde reserve biedt hettweede tussenhoofd de mogelijkheid om, naar gelang van dedrukte, te schutten met een kolk van 90, 170, 260 of 350 m.Ter weerszijden van het bakvormige profiel van de sluisbevinden zich grote riolen met een doorsnede van 3,20 x 3,65m, die een mogelijkheid bieden om, zonder het schutbedrijf tehinderen, water van de Waal naar de Lek te voeren.De riolen worden ieder afgesloten door een tweetal zgn.ontlaste glijschuiven (tek. 3).Het buitenhoofd is voorzien van een hefdeur met bijbehorendhefportaal, waarin de bewegingswerk-tuigen zijn geplaatst. Deca 190 ton wegende deur is voorzien van in de heftorensaangebrachte contra-gewichten. De beweging geschiedt d.m.v.een elec-trische motor van 130 pk.Het binnenhoofd en de twee tussenhoofden zijn voor-zien vanca 70 ton wegende puntdeuren.Voor de aanslagen van de puntdeuren zijn granieten slagstijlentoegepast aansluitend op stalen dorpels. Voor het opnemen vande spatkracht zijn, ter hoogte van de regels, stalen stoelen op deachterhar aange-bracht, die steunen tegen twee stalenmuurstoelen, beide voorzien van roestvrijstalen kussens.Aan de buitenzijde van de deuren bevindt zich de beplating.Aan de buitenzijde van iedere puntdeur bevinden zich drieschuiven; de hefdeur bezit er zes. De vulling en lediging van dekolken geschiedt uitsluitend met be-hulp van deze schuiven.De kracht van het doorstromende water wordt ten dele in dedeuren gebroken, waarvoor houten verdeel-balken zijnaangebracht; bovendien is nog een houten rooster tegen debinnenzijde van de deur bevestigd,tek. 2 de sluis te Tiel met spoorlijnkruising Tiel-Elsttek. 3. riolen met zgn. ontlaste glijschuiven van de sluis344 Cement4(1952)Nr19-20waardoor het binnenstromende water gelijkmatig over hetkolkprofiel wordt verdeeld.De beweging van de puntdeuren vindt plaats door een 13 pkelectromotor met vloeistofkoppeling, welke deze deuren metbehulp van een hali Panama-wiel en een duwpers in ongeveer 1minuut kan openen of sluiten. Het tijdstip voor het openen vande puntdeuren wordt aangeduid door een verklikkerlicht, datgaat branden, zodra de waterstand binnen en buiten nagenoeggelijk is. De in de duwpersen aangebrachte veren hebben eenzekere voorspanning, waardoor de deuren bij na-genoeg gelijkestand een weinig worden opengetrok-ken en een, in geslotenstand, ingedrukte contactknop openspringt, waardoor hetverklikkerlicht wordt ont-stoken.Aan de binnen- en buitenzijde van de sluis bevinden zich bijna500 m lange wachtplaatsen voor schepen. Zij bestaan uit puttenvan gewapend beton met een buitenomtrek van 2,5 x 2,5 m(foto 4) op onderlinge afstanden van 22 m h.o.h., waaroverloopbruggen in beton zijn aangebracht. Tussen deze meerputtenbe-vinden zich met de waterstand op- en neergaande houtendrijframen.De sluis kan worden drooggezet door het aanbrengen van eennaaldkering. De naalden rusten aan de onder-zijde in eenverdieping van de sluisvloer en aan de bovenzijde tegen eengeconstrueerd stalen kokerligger, die drijvende aangevoerd engeplaatst wordt in daar-voor ontworpen ondiepe sponningen inde sluishoofd-muren. In normale toestand zijn deze sponningenop-gevuld met een eiken schotwerk om te voorkomen, dat zehinder aan de scheepvaart veroorzaken en de sponningenbeschadigen. Met behulp van een daar-voor gemaakte taatskuipkunnen taats en drukstoelen parti?el worden drooggezet.Tot de verdere uitrusting van de sluis behoren haal-kommen,peilschalen, stopstrepen, waterstandmelders, sirenes,luidsprekers, seinlichten en lampen.De haakse overgangen van het betonwerk zijn bekleed metprofielstaal.De sluiskolk bestaat uit moten van rond 16 m lengte. De lengtevan de hoofden is ca 24 m. De horizontale voegen vormen eenliplas en de verticale een tand. De waterdichtheid is verkregendoor een in de voegen aangebrachte cocoskabel verzadigd metkoolteer en tegen indringen van cement besmeerd met asfalt.Teneinde -- in verband met de aanwezigheid van kleilengenonder de vloer van de sluis en zand van ongelijkepakkingsdichtheid -- risico's verbonden aantek. 5. loopbrug met H-vormigedoorsnedefoto 4. sluistoren met wachtplaats voor schepen met beton-nenmeerpalen van 2,5 ? 2,5 m en 22 m h.o.h.ongelijke zettingen van het sluisgebouw te ontgaan, is ditgefundeerd op in totaal ongeveer 6 500 stuks, merendeels 6 mlange betonpalen, zwaar 0,35 x 0,35 m. De via de deuren op hetsluisgebouw uitgeoefende horizontale krachten in delengterichting van de sluis worden opgenomen door onder hetbinnenhoofd aan-gebrachte schoorpalen.De betondekking op de buitenste wapening bedraagtaan de dagzijde van de sluiswanden 12 cm, aan deachterzijde 8 cm, aan onder- en bovenzijde van devloer en bij het hefportaal resp. 5 en 3 cm. De loop-bruggen van de geleidingswerken hebben een H-vormige doorsnede (fig. 5). De v??r de oorlog ver-vaardigde bruggen waren voorzien van een normalewapening. Het vereiste echter de grootste zorg om bijhet aanbrengen van de wapening de voor dit onder-deel voorgeschreven betondekking van 2 cm op debeugels te verkrijgen. Bij ca 12 jaar oude bruggenbleek deze betondekking te gering te zijn geweest; terplaatse van de beugels trad roestvorming op met hetbekende gevolg. Daarom zijn de na de oorlog ver-vaardigde bruggen uitgevoerd in voorgespannen be-ton, een en ander met behoud van de oude doorsnede.Het voorspannen van de hoofdliggers is uitgevoerdvolgens het systeem Freyssinet. Per Ugger zijn tweekabels aangebracht, ieder van 12 draden ? 5 mm. Dehoeveelheid wapeningsstaal per brug is zodoende ver-minderd van 2 170 kg tot 470 kg! De dekking is thans5 cm. (wordt voortgezet)Met ingang van 1 October a.s. zal de heer Ir.H. W. MOOSER zijn functie van technisch-directeur van de ENCI teMaastricht, na een verblijf van bijna 25 jaren in Nederland, neerleggen envanaf die datum de functie van directeur van het Technisch-BureauHolderbank in Zwitserland aanvaarden. Als gedelegeerd-directeur van deENCI, waartoe de heer Mooser ter vervanging van de' heer E. J.Schmidheiny is be-noemd, blijft de band tussen de heer Mooser en deENCI bestaan.In de plaats van de heer Mooser is benoemd tot technisch-directeur vande ENCI de heer Ir. J. M. J. GADIOT en tot adjunct-directeur de heer J.CEHA, die beiden reeds vele jaren aan de ENCI verbonden zijn.Cement 4 (1952) Nr 19-20345
Reacties