In deze nieuwe rubriek maken we kennis met jonge constructeur Maartje Dijk. Ze deelt zijn mening over het vak en belicht een van zijn eerste projecten.
1
ik ben
naam ir. Maartje Dijk
leeftijd 28 jaar
opleiding TU Eindhoven, Structural Design
afstudeerproject wind loaded pneumatic structures
bedrijf Witteveen+Bos, afdeling gebouwen
functie constructeur
werkzaam sinds 2010
baan gekregen door sollicitatie
belangrijk in ontwikkeling Hans Laagland en Theo Salet, beiden
Witteveen+Bos
eerste project Het Balengebouw, tijdens stage bij Pieters
Bouwtechniek Utrecht
rol bij eerste project Uitwerken voorontwerp en definitief ontwerp
van de constructie, zowel tekeningen als berekeningen
Maartje
Dijk
Mijn mening
Een echt goede
constructeur heeft
een specialisme
'Een betonnen balk uitrekenen kan iedereen.' Deze stelling
hoor ik geregeld bij mijn werkgever Witteveen+Bos. Het is
natuurlijk niet helemaal waar, want een betonnen balk kan best
ingewikkeld zijn, bijvoorbeeld als er geen standaard C30/37
wordt toegepast, de vorm niet rechthoekig is of er bijzondere
belastingen aanwezig zijn. Echter, in de stelling schuilt wel een
kern van waarheid. Want naast alle standaard vaardigheden die
iedere constructeur moet hebben ? zoals op de hoogte zijn van
normen, mechanica en verschillende materialen, het hebben van verantwoordelijkheidsgevoel en nauwkeurig kunnen
werken ? bezit een echt goede constructeur iets extra's, een
specialisme. Hier liggen mijns inziens voldoende kansen voor
jonge constructeurs. Er komen immers steeds meer nieuwe
producten en materialen op de markt en mede door de digitali-
sering veranderen berekeningsmethodieken nog steeds. Het is
voor een jonge constructeur daarom niet moeilijk om ergens
een specialist in te worden.
Wat wel moeilijk is, is keuzen maken. Er zijn zo veel mooie,
nieuwe ontwikkelingen. En het vak constructeur is erg veelzij-
dig. Daarbij: niemand kan overal goed in zijn, dus zullen we in
bouwprojecten die alsmaar groter en complexer worden, veel
moeten samenwerken. Het is belangrijk om te weten waar je
eigen kennis ophoudt en waar je de inbreng van anderen nodig
hebt. In mijn ideale wereld bezit elke specialist daarom van
alles globale kennis en vertegenwoordigen alle specialisten
binnen een project samen de gehele benodigde kennis voor het
bereiken van de ideale oplossing.
Mijn project
Scheurvorming
Noord/Zuidlijn
De Noord/Zuidlijn is een nieuwe metrolijn die Amsterdam-
Noord verbindt met Amsterdam-Zuid. Een van de veel bediscus-
sieerde onderwerpen in het project, is de waterdichtheid van de
diepe stations. Mede door de nodige ontwerpwijzigingen in het
proces was er behoefte aan een frisse blik voor het beoordelen van
dit aspect. Daarnaast was vanuit de aannemer de vraag gekomen
of het mogelijk was om de koeling van de voorzetwanden ?
aangebracht om scheurvorming ten gevolge van het verhardings-
proces te beperken ? weg te laten. Dit zou flinke tijdswinst ople-
veren en daarmee enorme kosten kunnen besparen.
De jonge constructeur
de jonge constructeur
3 2014
87
dru k tre k tre k dru k
dru k
t re k t
re k
d ru k
2a
2c
2b
2d
Rubriek 'De jonge
constructeur'
In deze rubriek maken we kennis met een jonge constructeur. In
deze derde aflevering is het de beurt aan Maartje Dijk. Zij deelt
haar mening over het vak en belicht een van haar eerste projec -
ten. De rubriek is tot stand gekomen in samenwerking met
YouCon, de vereniging van, voor en door jonge constructeurs.
Ten behoeve van dit onderwerp is uitgebreid onderzoek
gedaan op basis van literatuur (o.a. 'Betonconstructies onder
Temperatuur- en Krimpvervormingen', prof.dr.ir. K. Van
Breugel [1]) en praktijk. Opvallend was dat de drie diepe
stations, Rokin, Vijzelgracht en Ceintuurbaan, allen anders
zijn benaderd met betrekking tot waterdichtheid en scheur -
vorming. Dat is niet heel gek als je alle aspecten die een rol
spelen naast elkaar zet: verloop van trekspanningen over de
doorsnede, hoeveelheid en verdeling van de wapening,
toegepaste betonmengsels enzovoort. Voor de specifieke
omstandigheden bij deze stations waren daarbij de bestaande
normvoorschriften niet toereikend en kon worden getwijfeld
aan de uitkomst van bestaande berekeningsmethoden.
Op basis van de rekenmethode van Van Breugel is een spread-
sheet ontwikkeld, die vervolgens is gebruikt voor het toetsen van
de wapening in alle drie de stations. Hierdoor is de wapenings-
configuratie op enkele plaatsen gewijzigd. Daarnaast was een
belangrijke conclusie, dat het weglaten van de koeling bij relatief
dunne voorzetwanden rekentechnisch maar een kleine bijdrage
(ca. 0,01 mm) leverde aan de scheurwijdte. Daarop heeft de
aannemer het samen met de Dienst Noord/Zuidlijn aangedurfd
om de koeling in enkele voorzetwanden weg te laten. Een belang-
rijke afweging hierbij was wat die weglating opleverde en wat het
zou kosten om eventuele lekkende scheuren achteraf te injecteren.
Mijn rol
De diepte in
Met de opdracht te onderzoeken of koeling achterwege kon
blijven, werd ik behoorlijk in het diepe gegooid. Ik had aan de
TU/e niet veel over scheurvorming geleerd. De opdracht had
wat dat betreft veel overeenkomsten met een afstudeerop-
dracht; weet maar eens waar je moet beginnen. Ik begon me in te lezen, onder andere in het genoemde boek van Van Breugel.
Maar ook startte ik met het verzamelen van alle documenten
van de stations Vijzelgracht en Ceintuurbaan over dit onder
-
werp, die in de loop van de tijd waren gemaakt. Ook ben ik
gaan kijken in de diepe stations, om er daar achter te komen
dat er tussen theorie en praktijk een groot verschil kan zitten.
Het project heeft me veel gebracht. Niet alleen weet ik nu veel
van scheurvorming in betonconstructies. Het heeft me ook
inzicht gegeven in de onderlinge relaties tussen opdrachtgever,
ingenieur en aannemer en hoe een besluit, bijvoorbeeld tot het
weglaten van koeling, tot stand komt. Ik hoop nog veel van dit
soort projecten te mogen doen in de toekomst.
?
?
proJectgegevens
project Noord/Zuidlijn; station Vijzelgracht, Ceintuurbaan/De Pijp en
Rokin
opdrachtgever Gemeente Amsterdam, Dienst Metro (voorheen Dienst
Noord/Zuidlijn)
adviseur Adviesbureau Noord/Zuidlijn v.o.f. ( Witteveen+Bos en Royal
Haskoning)
aannemer Max Bögl
? literatuur
1 Breugel, K. van, Betonconstructies onder Temperatuur- en Krimp-
vervormingen. Stichting Betonprisma, 's-Hertogenbosch, 1996.
Meer lezen?
Voor meer informatie over het project en de
betrokken partijen is onder meer te vinden in
Cement 2010/8, 'Noord/Zuidlijn goed op weg'. De artikelen uit
deze editie zijn te raadplegen op www.cementonline.nl.
1 De beperkte ruimte voor de voorzetwanden in station Ceintuurbaan had con-
sequenties voor de toelaatbare scheurwijdtes en hoeveelheid wapening
foto: Roel van den Berkmortel2 Een belangrijk aspect in de review was de mate waarin de voorzetwand en de
diepwand met elkaar samenwerken bij buiging in verschillende richtingen
de jonge constructeur 3 2014
Reacties