Cement in het boor- en winningsbedrijfvan de Petroleumindustrie (II)door Ir. Ph. H. Huisman en J. G. Stuve*)(Koninklijke/Shell-Laboratorium/Amsterdam)op de boorvloerIn ons eerste artikel gaven we In een korte inleiding de taak aan, die in depetroleumindustrie is toebedeeld aan het boor- en winningsbedrijf; detoepassing van cement in dit boorbedrijf werd in grote lijnen aangegeven.Thans zullen we op deze toepassing dieper Ingaan en hierbij tevens detechniek van het cementeren uiteenzetten.1. Cementeren van verhuizingen, zetten van pluggenDe belangrijkste toepassingen van cement zijn het cementerenvan verhuizingen en het zetten van pluggen in boorgaten,waarbij primair het doel is wateren gasvoerende lagen af tesluiten van de te exploiteren olielaag, van elkaar of van debuitenlucht (op-pervlakteseriej. Daarnaast kent men nog enkeleandere toepassingen, doch deze zijn, hoe belangrijk ook onderbepaalde omstandigheden, van secundair belang.Al naar gelang het doel worden de toepassingen verdeeld invier groepen n.l.:a) het cementeren van verhuizingen;b) het cementeren van pluggen;c) het inpersen van cement onder hoge druk op plaatsen, waarlekkage in he tboorgat optreedt: de pers-cementatie, end) het injecteren van cement in lagen, die scheuren en spletenvertonen, waarin de circulerende boor-vloeistof wegloopt:de cementinjectie.In dezelfde volgorde zullen deze vier cementaties nader wordentoegelicht.2. Cementeren van oppervlakte- en diepere seriesIn het eerste artikel kwam reeds het inbrengen en cementerenvan de oppervlakte-verbuizing (of -serie) en de tweede serie tersprake. Dit is evenwel het minimum aantal verbuizingen vaneen boorgat. Onder bepaalde omstandigheden, maar vooral indiepe boorgaten, is het meestal nodig meer series in te bouwenen te cementeren, voordat de einddiepte is bereikt. Het gat,waarin de eerste verhuizing als bekleding moet wordeningelaten, wordt zo diep geboord, dat losse en zachteoppervlaktelagen gepasseerd zijn en een stevige formatie, b.v.een harde kleilaag, is bereikt. In het algemeen is het niet nodighiervoor dieper dan 300 m te gaan; veelal kan met eengeringere diepte worden volstaan. De verbuizing wordt tot openkele meters van de bodem van het boorgat ingelaten, zodatde schoen van deze verbuizing in de harde kleilaag hangt, enhierin stevig kan worden vastgece-menteerd.Voordat echter tot het cementeren kan worden overgegaan,moet vuil (dat tijdens het inlaten van de buizen van deboorgatwand nagevallen is) worden verwijderd. Dit wordtgedaan door na het inbouwen geruime tijd spoeling te latencirculeren. Bij diepe series wordt ook tijdens het inbouwensoms enige keren gecirculeerd om te voorkomen, dat de buizenvastlopen op nagevallen of afgestroopt vuil. Nadat de ver-buizing ingebracht en het boorgat is schoongespoeld, kan totcementeren worden overgegaan. In principe is er geen verschiltussen het cementeren van een oppervlakte-serie en een diepereserie. Weliswaar kan het cementeren van een diepere serie eenzeer gecompliceerde procedure zijn, maar in het algemeenbehoeft niet de gehele ruimte tussen boorgatwand en verbuizing(van bodem tot maaiveld) te worden gevuld met cement;meestal kan men volstaan met op te cementeren tot eenbepaalde hoogte boven de schoen, b.v. enkele honderdenmeters. In het geval van de oppervlakte-serie is het echter*) Zie ook Cement 5--6, 1949, blz. 85--87.een vereiste, geheel van bodem tot top op te cementeren. Eenboorgat moet, nadat de eerste serie is ge-cementeerd, tijdens hetdieper boren afgesloten kunnen worden, n.l. als hoge-druk gas-,olie- of water-lagen worden aangeboord en de rondcirculerendespoeling te laag in gewicht blijkt te zijn om deze druk inbedwang te houden; het boorgat vertoont daardoor neiging uitte blazen. Het sluiten van speciale afsluiters voorkomt ditechter en geeft de boortechnici de gelegenheid, de spoelingvoldoende te verzwaren om de hoge-druklaag in bedwang tehouden, waarna het boren kan worden hervat. Maar gedurendeeen bepaalde tijd komt de overdruk op de oppervlakteserie testaan. En als deze niet goed gecementeerd is, kan zeachterloops worden, of zelfs uit het gat worden gedrukt. Dit zouzeer grote kosten met zich mede brengen en een ramp kunnenbetekenen. Het is daarom een eerste vereiste, dat deoppervlakte-serie met cement goed in de oppervlaktelagenwordt verankerd. Voor de tweede of verdere series geldt hetboven-270staande niet, omdat de diepere series alle aan de eerste serieworden opgehangen en verankerd. Afgezien van de specialeeisen te stellen aan het ce-menteren van een oppervlakteserie,zoals hierboven besproken, moet elke serie-cementatie voldoenaan het volgende:a) de achter de bekledingsbuis voorkomende water-,gas- en olievoerende lagen moeten zodanig wordenafgesloten, dat onderlinge communicatie wordtvoorkomen.Dit wordt gedaan door de ruimte tussen de verhuizing en deformatie voldoende hoog op te cemen-teren, in de regel toteven boven de bovenste gas-of water laag;b) de ingebrachte serie moet door een ring van cement wordenbeschermd tegen de corrosieve werking van zoutwatervoerende poreuze lagen;c) de schoen van de serie moet goed vast gecemen-teerdworden in een harde formatie, opdat de onderste buizentijdens het verder boren niet worden ontschroefd door hetroterende boorgereedschap en tevens om lekkage onderlangsde schoen te voorkomen;d) de cement moet vooral rond en enige tientallenmeters boven de schoen voldoende sterk zijn, omde achter de verhuizing blijvende spoelingkolom tekunnen dragen en om te voorkomen, dat later lekkage onderlangs de schoen kan optreden. Dit wordtbereikt door het ondereinde van de serie,over enkele tientallen meters, te voorzien vancentreerinrichtingen en van uitsteeksels. Door de serietijdens het c?menter en te roteren of op en neer te halenschrapen deze uitsteeksels de formatie schoon, waardoor eengoed contact van de cementbrij met de boorgatwand wordtbewerkstelligd, terwijl tevens de serie goed gecentreerd inhet boorgat vast komt te zitten.Uit de aard der zaak kunnen dergelijke centreer-middelen ookelders op de serie worden toegepast. Voordat echter tot hetcementeren van een oppervlakte- of diepere serie kan wordenovergegaan, moet worden vastgesteld, hoeveel cementbrij naarbeneden moet worden gepompt om de ruimte tussen de ver-buizing en de boorgatwand tot de gewenste hoogte op te vullen.Tot voor kort was dit niet zo eenvoudig. Vanzelfsprekend zijnde diameters van de beitel, waarmee het gat werd geboord, endie van de ingebouwde buizen bekend, maar door het slingerenvan de beitel tijdens het boren en door een uitspoelendewerking van de circulerende boorvloeistof kan de diameter vanhet boorgat zeer onregelmatig zijn. Tegenwoordig is menechter in staat door middel van een electrische methode dediameter van het boorgat voldoende nauwkeurig op te meten,z.g. te caUbreren. Hierdoor is de benodigde hoeveelheidcementbrij vrij nauwkeurig te bepalen.Bij het cementeren van een serie worden achtereenvolgensonderscheiden:1) het mengen van cement en water,2) het verpompen en nameten en tenslotte3) het verharden van de cementbrij.Hoewel in de laatste jaren voor het mengen van cement enwater vaak andere type mengers worden toegepast, wordt nogveel gebruik gemaakt van de z.g. cementhopper (zie fig. 5).Met behulp van dit apparaat worden cement en water tot eenverpomp-bare brij met een soortelijk gewicht van 1,80--1,90gemengd en naar een zuigbak gevoerd. Naast de hopper zijnaan twee zijden gladde ijzeren tafels opgesteld. De zakkencement worden in hun breedte op de tafel geschoven en nadateen mes, dat in het tafelblad is gemonteerd, de zakken over devolle breedte heeft doorgesneden, wordt de inhoud in de hoppergestort. Onder in het mengapparaat wordt met grote snelheidwater toegevoerd door middel van een spuit -stuk, dat als hetware het droge cement meezuigt, waardoor een innige mengingtot stand komt. De ontstane cementbrij loopt in een bak van ca1 m3inhoud. Deze installatie is in staat, mits de cement droogen zonder kluiten is, 20--25 zakken cement per minuut temengen. Om de gedachten te bepalen: voor 1 m3cementbrijzijn 26--32 zakken cement nodig, afhankelijk van hetgewenste soortelijk gewicht.Het mengen van de cement voor een kleine cementatie (tot 200zak) vergt dus slechts 10 minuten. Bij zeer grote cementaties(boven de 1000 zakken) wordt deze mengtijd echter reedslanger dan een uur. Deze tijd kan evenwel worden verkleinddoor twee of meer hoppers te gebruiken.Op het eerste gezicht lijkt het verrassend, dat dezemenginstallatie een brij kan leveren met het gewenste,constante soortelijk gewicht. Alweer, mits het cement goeddroog is en vrij van kluiten en dus goed in de trechter van dehopper glijdt en mits deze voortdurend vol wordt gehouden,kan men, door de snelheid van het ge?njecteerde water teregelen, zonder moeite een brij verkrijgen van de gewenstesamenstelling.De cementbrij wordt door een duplex-zuigerpomp uit decementbak opgezogen en in de serie gepompt. Voordat ditechter wordt gedaan, gaat een houten (rubber) plug, die vanleren manchetten is voorzien in de serie naar binnen. Deze z.g.bodemplug heeft tot doel menging van de cementbrij met despoeling te voorkomen. De bodemplug wordt dus voor decementbrij uit door de serie naar beneden gepompt. Nadat debenodigde cementbrij in de serie is gepompt, wordt een houten(rubber) topplug aangebracht boven de brij, waarna met despoelingpomp spoeling wordt nagepompt. De cementbrij wordtdus tussen twee pluggen met behulp van spoeling in de serienaar beneden gepompt.De bodemplug is zo ingericht, dat deze bij een bepaalde drukopent, terwijl de topplug geheel dicht is. De eerste wordt openkele meters boven de schoen op een daar gemonteerdestootring opgevangen, de klep opent zich en de cementbrijwordt door dezefig. 5. installatie voor het mengen van cementbrei (hopper)klep, via de schoen van de serie, achter de verbuizing omhoog gepompt.Dit pompen wordt zolang voortgezet, totdat de topplug op debodemplug terecht komt en de opening in deze plug afsluit. Ditis het belangrijkste ogenblik van de seriecementatie, daar menbij het goed aanslaan van de topplug op de bodemplug zo goedals zeker is van een geslaagde cementatie; het samenkomen vanbeide pluggen moet dan ook goed worden waargenomen. Hetplotseling oplopen van de pomp-druk is daarvoor nog geenzeker bewijs, omdat het begin van binding van de cementbrijontijdig kan zijn ingezet of doordat de topplug in de serie isvastgelopen.Het volgen van de topplug met behulp van een meelopenddieptelood kan echter uitsluitsel geven, terwijl het meten van denagepompte hoeveelheid spoeling een extra controle geeft.Meestal laat men het cement verharden, met aan hetboveneinde gesloten serie, tenzij deze voorzien is van eenterugslagklep, om terugvloeien van de zware cementbrij vanachter de serie te beletten. Na enkele uren verharden wordt dedruk van de serie afgelaten en wordt een begin gemaakt met debovengrondse afwerking.Een oppervlakteserie wordt verankerd aan een betonnengrondplaat, terwijl andere series op haar beurt met flenzenworden vastgezet aan de oppervlakteserie.Meestal wordt het niveau van het cement achter de verbuizingopgemeten. Hierbij maakt men gebruik271van het feit, dat het afbinden van cement gepaard gaatmet warmte-ontwikkeling. Met behulp van eentemperatuur-dieptediagram is daarom vrij eenvoudig debovenkant van het cement vast te stellen. Nadat hetcement voldoende is verhard -- dit is afhankelijk van detemperatuur, waarbij verharding plaats vond, dus van diediepte waarop de cement is geplaatst -- wordt verdergeboord met een beitel, waarvan de diameter een weinigkleiner is dan het inwendige van de gecementeerde serie.Hierbij worden eerst de pluggen, dan de stootring entenslotte het cement tussen stootring en schoenweggeboord. Vervolgens wordt een bepaalde druk op deserie aangebracht om eventuele lekkage in de serie op tesporen. Daarna wordt het cement in de schoen zelfdoorboord en een aantal decimeters dieper in de formatiegeboord. Opnieuw wordt er druk op het boorgataangebracht, nu om de afsluiting achter de serie oplekkage te beproeven. Wanneer dit alles in orde wordtbevonden, kan het boren worden hervat.In ons eerste artikel zeiden we reeds, dat de laatste serieboven de top van het oliezand wordt gecemen-teerd,waarna met een kleinere maatbeitel de olievoerende laagtot de gewenste diepte wordt ingeboord. Hierna wordteen geperforeerde pijp, de z.g. zeefpijp, ingelaten, diemeestal met een pakkingring in de serie wordt vastgezet.Deze pijp geeft ondersteuning aan de producerendeformatie en voorkomt dat er zand met de olie wordt mee-geproduceerd.b) mechanische oorzaken, zoals bij een krom boorgat.Hier is het niet eenvoudig de pijp te centreren enrondom te voorzien van een ring van cement omeventuele lekkage te voorkomen;c) boor cement van onvoldoende kwaliteit, b.v. te snellebinding, onvoldoende vastheid, slechtevolumebestendigheid, enz.;d) verontreiniging van het cement tijdens het cemen-teren door gas, olie, water of spoeling door mengingachter de ver buizing;e) bederf van het cement door opslag, waardoor het rulwordt en kluiten gaat vormen.Aangezien door een mislukte cementatie een duurboorgat verloren kan gaan, moet aan deze oorzaken enniet in het minst aan de kwaliteit van het boor-cementveel aandacht worden besteed.3. Het cementeren van pluggenCementpluggen worden om verschillende redenen in eenboorgat aangebracht. We volstaan er mede enige van devoornaamste te noemen.a) Het komt vaak voor dat men voor verkennings-doeleinden een olielaag voorbij boort en dat mendaarbij allerlei poreuze lagen passeert, die olie, gas ofwater kunnen bevatten. Wordt dan daarna besloten deput af te werken op de bovenste olielaag, dan moetende diepere lagen onderling en van de bovensteolielaag door middel van cementpluggen wordenafgesloten. Dit geldt ook voor watervoerende lagen,daar deze in een ander deel van het terrein olievoerendkunnen zijn. In fig. 4 (eerste artikel, Cement 5--6,1949, blz. 87) werd schematisch aangegeven, hoe eendieper liggende waterlaag door middel van eeneementplug van een hoger liggende olielaag wordtafgesloten.b) In diepe verkenningsboringen is het meestal on-doenlijk elke poreuze laag betrouwbaar op een mo-gelijke olievoering te onderzoeken; men krijgt doorallerlei methoden (grondmonsters, oliesporen in despoeling, electrische metingen) aanwijzingen, datbepaalde lagen mogelijk olie bevatten. Een veelNadat tenslotte nog een opvoerpijp in het gat is ingelatenen het boorgat boven is afgeflensd en van leidingen enkranen is voorzien, kan de put in productie wordengebracht. Fig. 6 stelt een dergelijke benedengrondseputafwerking voor, weliswaar een der eenvoudigstevormen.Er worden n.l. tal van andere afwerkingen toegepast. Zokan b.v. de zeefpijp als ??n geheel met de serie wordeningebouwd. De serie wordt dan gecementeerd door enigezijkanalen, die juist boven de zeefpijp zijn aangebracht.Ook wordt vaak de serie zelf tot beneden het olie-zandgebracht en gecementeerd. De pijp en het cement wordendan daarna ter hoogte van het olie-zand geperforeerddoor middel van kogelperforatie. Deze methode vanafwerken wordt vaak toegepast, wanneer verschillendeoUelagen in productie moeten worden gebracht, dieonderling gescheiden worden door klei- enwatervoerende lagen. Elke olielaag kan dan afzonderlijkworden opengeschoten. Het zou ons in dit artikel echterte ver voeren in detail op allerlei methoden vanafwerkingen in te gaan.Hoewel het cementeren van verhuizingen in boorgaten,zoals uit het bovenstaande is gebleken, een moeilijketechniek is, komen weinig mislukte cemen-taties voor.Naarmate de boorgaten echter dieper en dus deomstandigheden, waaronder moet worden gecementeerd,moeilijker worden, wordt de kans op mislukkingengroter. Hierop komen we nog nader terug.Hier volstaan we met een globale aanduiding vanverschillende oorzaken, die tot mislukkingen aanleidingkunnen geven:a) geologische oorzaken, b.v. indien een olielaag niet ofslechts door een kleilaag van geringe diktegescheiden is van een gas- of waterlaag, dan is hetzeer moeilijk de lagen van elkaar gescheiden tehouden;272nog een kijkje op de boorvloertoegepaste techniek is dan, het boorgat zo diep mogelijkte boren, een buizenserie in te brengen en deze zo hoogop te cementeren, dat al de gepasseerde poreuze lagenachter het cement komen te zitten. Op grond vanbovengenoemde indicaties wordt dan successievelijkelke laag, die onderzocht moet worden op olievoering,vanaf beneden te beginnen, door kogelperforerenopengeschoten en in productie gebracht. Elke volgendelaag kan uit de aard der zaak pas worden onderzocht,wanneer de diepere laag door een cementplug isafgesloten, om vertikale migratie te voorkomen. In fig. 7is dit schematisch ge?llustreerd.c) Het komt wel eens voor, dat de beitel tijdens het borenzijdelings afwijkt, waardoor het boorgat op eenverkeerde plaats in het poreuze zand terecht zoukomen. Dit kan gecorrigeerd worden met behulp vaneen speciaal daarvoor geconstrueerd apparaat, dat opeen harde cementplug in het boorgat wordt geplaatstop een punt boven de plek, waar het gat begon af tewijken. Dit toestel leidt het gereedschap dan in degewenste richting. Deze techniek wordt ook gebruikt,wanneer een deel van het boorgat moet wordenopgegeven, doordat gereedschap (dat door breukverloren werd in het gat) niet door vissen is terug tewinnen. Er wordt dan een cementplug boven de topvan de vis aangebracht en met een bepaalde afwijkingopnieuw dieper geboord.Fig. 8 geeft een illustratie van een op deze wijzeafgeweken boorgat.Het plaatsen van een cementplug is een vrij eenvoudigeprocedure. De boorpijp wordt open, d.w.z. zonder beitel,gehangen op de diepte van het ondereinde van de tezetten plug. Het boorgat wordt met een krachtigespoelingstroom goed schoongespoeld; vervolgens pomptmen een berekende hoeveelheid cementbrij in deboorpijp en pompt zoveel spoeling na, totdat de ce-mentbrij binnen en buiten de draaiboorpijp op gelijkniveau komt te staan. In geen geval mag het cementte ver worden nagepompt. Hierna trekt men de draai-boorpijp langzaam zover uit het boorgat, dat de onder-kant komt te hangen op het punt, waar de top van decementplug moet komen, waarna een eventuele overmaatvan cement uit de boorpijp en het boorgat doorrondpompen met spoeling wordt verwijderd. Nadat nogenkele meters meer is opgetrokken, worden hetgereedschap en het boorgat verder met spoelingschoongespoeld. Het boorgat wordt daarna afgesloten omde plug te laten verharden. Na 8--12 uur wordt dehardheid van de plug met behulp van de beitel evenonderzocht. Wanneer de plug voldoet, laat men (af-hankelijk van het beoogde doel) de plug gedurendelangere tijd verder verharden.Om een gave en harde plug te verkrijgen, wordt bij hetcementeren van pluggen een cementbrij met een zo hoogmogelijk s.g. (1,85--1,95) gebruikt, terwijl zonodig 3 %CaCl2 aan het aanmaakwater wordt toegevoegd om debinding te versnellen. In tegenstelling met deseriecementatie is het percentage mislukkingen bij hetplaatsen van pluggen tamelijk hoog.Naast grotendeels dezelfde oorzaken als bij de eerst-genoemde, speelt bij het cementeren van pluggen dehechting van de betrekkelijk korte cementpluggen met deformatie hier in grotere mate een belangrijke rol.4. Het inpersen van cementOnder een perscementatie wordt verstaan, het onder hogedruk (100--300 at) wegpersen van cement op eenbepaalde plaats in het boorgat. In het algemeen wordthierbij een dunne cementbrij toegepast. We zoudenslechts enkele voorbeelden van toepassing van dezecementatie willen noemen. Hierboven bespraken wereeds het beproeven van het cement rond de schoen vaneen gecementeerde serie. Mocht onverhoopt blijken datdeze geen of te weinig druk kan houden en achterloopsis, dan wordt getracht door inpersen van cement dit euvelte verhelpen (hercemen-tatie).Een andere toepassing is, een lekke serie (lek gewordendoor corrosie of anderszins) door inpersen van cementweer te dichten.Wanneer een olielaag achter een serie moet wordenopengeschoten, terwijl het cement achter de serie on-betrouwbaar wordt geacht, of wanneer de cement nietvoldoende hoog is opgekomen, past men vooraf veelaleen cementinjectie toe door een opening, die voor ditdoel in de verbuizing wordt geschoten.Het afsluiten van verschillende lagenTenslotte, hoewel niet de onbelangrijkste, zouden we detoepassing willen noemen van het afsluiten van olie, gas-en waterlagen. Wanneer dergelijke lagen slechts doordunne kleilagen of in het geheel niet van elkaar zijngescheiden, vormt het afsluiten van gas en/of waterlagenvan de olievoerende laag een zeer moeilijk probleem. Deervaring heeft evenwel geleerd, dat dit door inpersen vancement is te bereiken. Een cementbrij is n.l. zeer moeilijkin een oliezand te persen, terwijl dit bij gas- enwaterzanden, weliswaar onder hoge druk, ietsgemakkelijker gaat. Aangezien de pori?nwijdte van bijnaalle poreuze gesteenten, enz. kleiner is dan de afmetingenvan het merendeel van de in cementbrij aanwezigecementdeeltjes, zou men verwachten, dat het vrijwelonmogelijk is een hoeveelheid cementbrij van enigebetekenis in een laag te persen. Laboratoriumproevenhebben trouwens bevestigd, dat cement-watermengsels,onder hoge druk, op poreuze media affiltreren en er nietindringen. Dat men desondanks in de praktijk wel kansziet, in bepaalde formaties, cementbrij weg te persen,meent men te kunnen verklaren uit de omstandigheid, datde hoge druk spleten in de formatie veroorzaakt, waarinde cementbrij kan binnendringen. Hierbij is gebleken, datmen voor elke laag een bepaalde druk moet over-schrijden met water of spoeling, alvorens de laag cementopneemt.De perscementatie wordt op verschillende manierenuitgevoerd en de hierbij gebruikte gereedschappen zijnzo gecompliceerd, dat een bespreking van dezecementatie in details ons te ver zou voeren.273een afgewerkte put5. Het injecteren van cementIn sommige gebieden komt het nogal eens voor, dat tijdens hetboren in bepaalde formaties spoelingverlies optreedt. Insommige formaties (zoals b.v. in grind -banken, kalksteen metspleten en holten en in kool-lagen) kan dit spoelingverlies zogroot zijn, dat zelfs de circulatie van de spoeling geheelverloren gaat. Uit het voorgaande is duidelijk geworden, datverder boren dan onmogelijk is, nog afgezien van het feit datverlies van de spoeling zelf reeds grote kosten met zichmedebrengt.Wanneer het spoelingverlies niet te ernstig is, is dit dikwijls testoppen door aan de spoeling grove plaat -vormige of vezeligematerialen toe te voegen, zoals mica, cellofaansnippers, gehaktstro, asbestvezels, enz. Deze materialen zetten zich vast in despleten en scheuren, en dichten de formatie geleidelijk af. Zijnde spleten n holten echter te groot, dan boekt men met dezemiddelen meestal onvoldoende of geen resultaat en neemt menzijn toevlucht tot het injecteren van cement. Het doel is, in descheuren en holten een ring van cement in de formatie op tebouwen van voldoende sterkte, opdat de boorgatwand de drukvan de rondcirculerende boorvloeistof weer kan weerstaan.Ideaal voor dit doel zou zijn, een vloeistof of suspensie, diesnel opstijft en daardoor slechts over een geringe afstand in deformatie binnendringt en dan snel en voldoende hard wordt.Een gewone ce-mentbrij is voor het beoogde doel verre vanideaal, daar deze onvoldoende snel opstijft, te langzaam ver-hardt en de kwaliteit van de gebruikelijke boorspoe-lingen zeerongunstig be?nvloedt.Hieraan kan men tegemoetkomen door aan het aan-maakwater3--5 % bentoniet (een hoogcollo?dale klei-soort) en 3 %calciumchloride toe te voegen. De eerste toevoeging geeft debrij een bepaalde cellering, terwijl het l2 de beginbindingaanzienlijk versnelt. Als regel kan met bentonietcement elkcirculatiever-lies uiteindelijk worden gestopt, maar vooralwanneer de absorberende laag zich uitstrekt over enige tien-tallen meters gaat dit gepaard met veel tijdverlies en ten kostevan enige duizenden zakken cement. De techniek van hetinjecteren van cement kan het beste worden vergeleken met dievan het zetten van een cementplug, met dien verstande dat bijde ce-mentinjectie de cementbrij onder een geringe overdruk inhet gesteente wordt geperst, wanneer zij ter plaatse isaangekomen.In een volgend artikel zal worden samengevat, welke deeigenschappen en eisen zijn, waaraan een boor-cement moetvoldoen en wat de voor- en nadelen zijn van dit product bij detoepassingen in het boor- en winningsbedrijf, hierbovenbesproken.Uitslag prijsvraagIn het nummer van ,,Cement" van medio Maarta.s. zal Ir. A. J. van Walraven, lid van deBeoordelingscommissie, het resultaat besprekenvan de prijsvraag voor het ontwerp van eennieuwe fabriek van de ENCI te Maastricht.De eerste prijs in deze prijsvraag werd toegekendaan het Architectenbureau Ir. Dingemans, Wouda& v. d. Bergh te Utrecht.De stand van de Verkoopassociatie ENCI-CEMIJ N.V. op de a.s. Voorjaarsbeurs teUtrecht, zal o.m. aan de uitbreiding vande ENCI zijn gewijd.ARCHITECTENBUREAUlr. Dingemans, Wouda en Van den Berghzoekt voor uitvoering van grote werken ERVARENBOUWKUNDIGETEKENAARSSollicitaties schriftelijk onder vermelding van:leeftijd, opleiding, staat van dienst, laatstgenoten salaris, copie?n vangetuigschriften en van eventuelecijferlijsten en/of diploma's.KANTOOR: Albert Neuhuysstraat 25, UTRECHT274
Reacties