Betonelementen bij kapconstructiesdoor S. A. Visser (Foto Vrijhof, R'dam)foto 1algemeen overzicht vanhei beionskelet tijdenshet stellen van de kap-spantenNa de laatste oorlog gaat men ermeer en meer toe over om, bij deuitvoering van enigszins belangrijkegebouwen, een betonskelet toe tepassen.Uiteraard zal men voor een derge-lijke bouwwijze, ook een betonnendak- of kapconstructie voorschrij-ven. Ingeval met een plat dak wordtvolstaan, zal een en ander in de uit-voering geen moeilijkheden geven.Wil men echter een kap met schuinedakschilden toepassen, dan wordende eisen aan de uitvoering gesteldbelangrijker. De wijze van uitvoe-ring van dergelijke kapconstructieskan men als volgt indelen:I. de gehele kapconstructies in hetwerk te storten;II. de spanten, gordingen en nokin het werk storten en de dak-schilden samen stellen uit voor-af vervaardigde beton- of bims-betonplaten;III. de gehele kapconstructie samente stellen van vooraf vervaar-digde elementen.Alvorens de volgens III vermeldewijze van uitvoering in nadere be-schouwing te nemen, volgt eerst eenkorte samenvatting van de volgensI en II bedoelde wijze van uitvoe-ring.Voor I is deze ongeveer als volgt:De onder- en zijvlakken van despanten, nok, gordingen en dak-schilden worden eerst over het ge-hele dakvlak in de bekisting gesteld.Vervolgens wordt de wapening ge-steld, waarna ten behoeve van hette storten beton, een bovenbekistingwordt aangebracht. Deze bovenbe-kisting levert in de practijk nogalmoeilijkheden op, zodat men haarbij een dakhelling minder dan 30 ?veelal weglaat en dan een beton vanstijve consistentie gebruikt. Aange-zien hier te lande de dakhellingveelal in de buurt van 45 ? ligt,ontkomt men meestal niet aan eenbovenkisting. Gewoonlijk wordende dakschilden in rondgaande lagen,van circa 1,-- m hoog opgestort ende bovenkisting eveneens over ge-lijke hoogte aangebracht. Het overde gehele hoogte van het dakvlakineens opstellen van de bovenkis-ting komt in het algemeen alleen inaanmerking voor dakhellingen vanmeer dan 60 ?. Het behoeft geennader betoog, dat bovenomschrevenwijze van uitvoering:niet eenvoudig is,bovendien veel hout voor stempelingen bekisting vraagt,geschoolde vaklieden vereist enveel arbeid en tijd vergt.De onder II vermelde wijze van uit-voering, waarbij de spanten, ca. inhet werk worden gestort, doch dedakschilden van vooraf vervaardig-de onderdelen worden samengesteld,geeft wel een iets eenvoudiger uit-voering en besparing van bekis-tingshout, doch eist evenwel nogveel stelwerk.Ten slotte zal de onder III genoemdewijze van uitvoering, o.a. toegepastbij een schoolgebouw in Oud-Mathe-nesse te Rotterdam, aan de hand vanenige foto's en tekeningen in be-schouwing worden genomen.Foto 1 geeft een overzicht van hetbetonskelet van bedoeld schoolge-bouw tijdens het stellen van de kap-spanten. De lengte van het gebouwbedraagt 73,60 m, de kap is ver-deeld in 19 losse spanten op onder-linge afstand van 2,85 m h.o.h. entwee vaste dakvlakken aan deeinden.In verband met te formeren hoek-en kilkepers, werd er de voorkeuraan gegeven, deze dakvlakken inhet werk te storten. De vorm en af-metingen van de spanten zijn aan-gegeven in tek. 2.144Cement 3 (1951) Nr 7-8foto 3. het hijsen van een spantbeenm.b.v. een draaibare torenkraanop de voorgrond enige elementenvan nok en gordingfoto 4. een spantbeen tot aan de kap-verdieping opgehesenkraan in schuine stand gesteld t.b.v.het strijken van het spantbeen opde betonvloerfoto 5. Het spantbeen wordt op debetonvloer neergelaten.op de achtergrond enige reeds ge-stelde spantenloto 6. Beide spantbenen hangen in de.montagekraanop de voorgrond enige gesteldespanten met gordingen en op deachtergrond een der in het werk testorten dakgedeeltenHet interessantste deel van de uit-voering van dergelijk werk is welhet hijsen en monteren van de ver-schillende onderdelen.De foto's 3, 4 en 5 geven ten opzich-te van het hijsen van de spantbenen,vanaf het maaiveld tot de kapver-dieping een op elkaar volgend beeld.Ook ziet men op foto 3, behalve eenviertal spantbenen, enige elementenvan nok en gording.Foto 6 toont ons behalve een mo-ment van de montage van tweespantbenen, enige reeds gesteldespanten met de gordingen. Op deachtergrond van de foto ziet meneen der dakgedeelten, welke in hetwerk worden gestort. De spantenzijn onderling, door middel van eenstalen bout, met de nok en gordingverbonden, terwijl de betonvloermet de opgestorte spantvoetingen,de horizontale krachten opneemt.Enige constructiedetails van de noken gordingen, alsmede van de ver-binding van deze met de spanten,worden gegeven in tek. 7 en 8. Deaangestorte spijkerlatten dienenvoor bevestigen van een aan tebrengen plafond.De spanten staan vrij in de voetin-gen, terwijl zij aan de top zijn voor-zien van een stalen scharniercon- -structie; tek. 9 geeft van een enander enige details.De hier toegepaste nok en gordin-gen volgens het ,,Systeem Van derLand" (Ned. Octr. No 52982) zijneigenlijk verbrede dakplaten, waar-van de vorm geheel aangepastis aan het beloop van het buigendmomenten de dwarskrachten. Menverkrijgt bij deze constructie eenzeer gering eigengewicht. Spanten,nok en gordingen zijn in trilbetonuitgevoerd aan de fabriek van defirma Bodegom en Co te Spijkenisse.Zo ook hier, worden de dakplatenin het algemeen gelegd, nadat degootconstructie en regenafvoerenzijn aangebracht. De platen, die. zo-wel van gewoon als van bimsbetonkunnen worden gemaakt, worden bijmontage met mortel in de sponnin-gen van nok en gording gelegd.Indien platen van gewoon betonworden toegepast, moeten bij pan- 'bedekking, klosjes van hout ofspijkerbaar beton -- ter bevestigingvan tengellatten -- worden inge-stort; bij gebruik van bimsbeton-platen is dit niet nodig.ConclusieUit het voorgaande blijkt, dat delaatst omschreven wijze van uitvoe-ring, volgende voordelen biedt:het werken op grote hoogte wordttot een minimum beperkt;het gebruik van veel hout en hetmaken van een kostbare bekistingwordt vermeden;aanzienlijke beperking van ge-schoolde arbeidskrachten wordt be-reikt, waardoor bezuiniging op deloonpost;de tijd van uitvoering is belangrijkkorter.De gehele montage van de kap vanboven omschreven schoolgebouw isdoor 5 man verricht, die onder nor-male omstandigheden twee spantenper dag stelden.146Cement 3 (1951) Nr 7-8
Reacties