2
Size-effect
van SHCC
1
Studie naar de effecten van het geometrisch opschalen op de
prestaties van strain-hardening cementitious composites
Strain-Hardening Cementitious Composites (SHCC) zijn cementachtige composieten die
onder trek verharden. Het materiaal heeft in vergelijking met beton een hoge rekcapaciteit
en een fijnverdeeld scheurenpatroon. De eigenschappen van dit materiaal zijn veelal in het
lab onderzocht met relatief kleine proefstukken. In de literatuur is beperkte informatie met
betrekking tot het size-effect van SHCC beschikbaar. In een afstudeeronderzoek aan de
TU Delft is dit fenomeen onderzocht. Hierbij zijn in vergelijking met voorgaande onderzoeken
andere materiaalparameters en oorzaken in beschouwing genomen.
Size-eect van SHCC 3 2016
3
Strain-hardening cementitious composites (SHCC) zijn cement -
achtige composieten die onder trek verharden ( strain-hardening ).
Dit materiaalgedrag is mogelijk door een zorgvuldige samen -
stelling van het SHCC-mengsel, waaraan de theorie van micro -
mechanica ten grondslag ligt. De hoofdingrediënten van SHCC
zijn cement, water, vezels en additieven. In de omschrijving van
het materiaal is geen specifiek type vezelmateriaal voorgeschreven,
maar in de praktijk worden meestal kunststofvezels gebruikt
(polyvinylalcohol of polyethyleen).
Het genoemde rek-verhardende gedrag is weergegeven in
figuur 2. Ter vergelijking zijn in het figuur tevens bros (normaal
beton) en quasi-bros (vezelversterkt beton) materiaalgedrag
weergegeven. Inherent aan het rek-verhardende gedrag is een
relatief grote rekcapaciteit die kan oplopen tot enkele honderden
malen groter dan die van normaal beton [1]. Daarnaast
vertoont het materiaal na belasten een fijnverdeeld scheuren-
patroon. Deze twee eigenschappen van SHCC leiden tot een
breed scala aan nuttige toepassingsmogelijkheden. Het kan
bijvoorbeeld worden toegepast als een beschermende laag voor
wapeningsstaal, in waterdichte constructies of op plekken waar
grote vervormingen moeten worden opgenomen.
Size-effect
Volgens de sterkteleer hebben beton en andere quasi-brosse
materialen een sterktegrens. Het overschrijden van deze grens
zal leiden tot het bezwijken van de constructie. Zolang de
constructie van eenzelfde quasi-bros materiaal is, zal het onge -
acht de elementgrootte bezwijken bij het overtreden van de
sterktegrens. Echter, in de praktijk heeft men waargenomen dat
de sterktegrens van beton daalt bij toenemende constructie -
grootte. Dit verschijnsel wordt het size-effect genoemd [2].
Ricky Tai MSc 1) 1 SHCC heeft na belasting een heel ander scheurpatroon2 Bezwijkgedrag van een rek-verhardend, quasi-bros en bros materiaal
1) Ricky Tai is met het onderzoek 'Upscaling of strain-hardening cementitious composites' afgestudeerd aan de TU Delft, faculteit Civiele Techniek. Zijn afstudeerhoogleraar was prof.dr.ir. E. Schlangen. Verder hadden zitting in de afstudeercommissie: prof.dr.ir D. Hordijk, dr.ir. O. Çopuro?lu, dr.ir. M. Ottelé en ir. R. Pepers.
ENCI Studieprijs
2015
Dit is het tweede
artikel in een serie
met bijdragen van
prijswinnaars van de
ENCI Studieprijs 2015.
De studie die in dit artikel wordt beschreven, ontving
een eervolle vermelding in de categorie Universiteiten.
De jury over deze studie: "[? ] De jury heeft grote
waardering voor de wijze waarop dit onderzoek is
uitgevoerd. De combinatie van mechanische testen
op macroniveau met onderzoeken op microniveau,
waarbij zowel scheurvorming als vezeloriëntatie
nauwkeurig zijn onderzocht, leidt tot een unieke
verdieping met vernieuwende inzichten en kennis.
De studie laat zien dat de sterkte-eigenschappen
onafhankelijk zijn van de schaal, maar dat de breuk -
rek die dit materiaal juist kenmerkt, helaas nadelig
wordt beïnvloed. De jury spreekt haar grote waardering
uit voor de opzet van het onderzoek, de systematische
werkwijze en argumentatie en de uitstekende
rapportage." Meer informatie op
www.cementonline.nl/encistudieprijs .
2
trekrek [?]
0 20 40 60 \
80 100 120 140 \
1 60 180
rek-verhardend
quasi-bros
bros
spanning [MPa]
40
35
30
25
20
15
10
5
0
Size-eect van SHCC 3 2016
4
- Een statistische oorzaak, bekend als de Weibull's weakest link
theory . Volgens deze theorie is een groter geheel zo sterk als
de zwakste van de onderdelen. Om dit te beschrijven,
gebruikte Weibull een ketting die bestond uit aan elkaar
gekoppelde ringen. Wanneer een van de ringen bezwijkt, is
de ketting als geheel bezweken.
- De dissipatie van energie die optreedt bij het scheuren van
beton. Dit wordt beschreven met de theorie van lineair-elastische
fracture mechanics (LEFM).
Doel van het onderzoek
SHCC is een relatief nieuw materiaal met veelbelovende eigen -
schappen. Deze eigenschappen van SHCC zijn bepaald in labo -
ratoria met relatief kleine proefstukken. Er is niet veel bekend
over hoe het materiaal zich zal gedragen als het wordt toegepast
in grotere elementen. Dit effect is onderzocht in een afstudeer -
studie. Het doel van dit onderzoek is het identificeren en evalueren
Het size-effect is een bekend fenomeen in beton. Er blijken
verschillende oorzaken te zijn voor het size-effect in beton en
andere brosse materialen [3]:
- Het Wall-effect. Dit verklaart de heterogeniteit van compo -
nenten in een materiaal. Het bekistingsoppervlak zal de
verdeling van bijvoorbeeld de toeslagmaterialen in beton
beïnvloeden. Bij SHCC is er een andere belangrijke compo -
nent die door dit effect wordt beïnvloed, namelijk de vezels.
- De diffusiesnelheid. Deze is kwadratisch proportioneel aan
de elementgrootte. Transport van bijvoorbeeld water en lucht
is relatief sneller bij grotere elementen. Dit kan leiden tot
spanningsverschillen waardoor microscheuren ontstaan. Die
kunnen weer ten grondslag liggen aan macroscheuren en
uiteindelijk leiden tot het bezwijken van een constructie.
Daarnaast kan een medium als water bestanddelen transpor -
teren die agressief reageren met het wapeningsstaal.
- De hydratiewarmte. Deze is afhankelijk van de element -
grootte.
30 mm
90 mm 360 mm 10 mm
30 mm 120 mm
3
3 Proefstukken van de experimentele serie holistisch size-effect4 Zaagpatroon van de proefstukken bij de proeven t.b.v. de vezeleffectiviteit, met oriëntatie A (rood), B (groen) en C (blauw)
A B C
4
120 mm
30 mm 30 mm
20 mm 120 mm
120 x 30 x 10 mm 3 (x4)
120 x 30 x 10 mm 3 (x4) 120 x 30 x 10 mm 3 (x4)
150 x 150 x 150 mm 3
Size-eect van SHCC 3 2016
5
De resultaten van de vierpuntsbuigproef zijn met behulp van
software [4, 5 en 6] gekoppeld aan de vezeleffectiviteit die is
beschreven door de vezelverdeling en de vezeloriëntatie. De
parameters die dit kwantificeren zijn respectievelijk de vezel -
verdelingscoëfficiënt en het aantal vezels per cm 2. Deze para -
meters zijn verkregen door uit het proefstuk meerdere dwars -
doorsneden (2-D) met een dikte van circa 40 ?m te analyseren
(fig. 5). Volgens de wiskundig onderbouwde theorie van stereo -
logie kunnen met deze doorsneden eigenschappen als vezeleffec -
tiviteitsparameters van het gehele proefstuk worden bepaald
(3-D).
LEFM size-effect
Het LEFM size-effect is een belangrijke oorzaak van het size-
effect in normaal beton. De achtergrond van deze theorie is
dat bij het optreden van een scheur meer energie dissipeert aan
het scheurfront van een groter element. Het LEFM size-effect
is uitvoerig beschreven door Ba?ant e.a. [7]. In [8] is deze
oorzaak van het size-effect van SHCC bestudeerd. Hierbij is
aangetoond dat bij SHCC geen significante vermindering van
de buigtreksterkte optreedt ten gevolge van het LEFM size-
effect.
Om het LEFM size-effect te onderzoeken, is het belangrijk
de overige oorzaken van het size-effect zo veel mogelijk te
beperken. Dit kan door proefstukken met een variërende over -
spanning (0,175 m, 0,35 m, 0,7 m, 2,1 m), constante hoogte-
overspanningsratio en een constante breedte te beproeven. De
geometrie van de proefstukken van dit onderzoek zijn weerge -
geven in t abel 1 en f iguur 6 .
Tabel 1 Geometrie LEFM-proefstukken (lees i.c.m. figuur 6)
proefstuk s [m] l [m]
FM-175 0,175 0,225
FM-350 0,35 0,45
FM-700 0,7 0,9
FM-2100 2,1 2,7
van de mogelijke oorzaken van het size-effect, die mogelijk de
mechanische eigenschappen van SHCC verminderen.
Onderzoeksopzet
In het afstudeeronderzoek zijn drie specifieke oorzaken van het
size-effect onderzocht: het holistisch size-effect, het size-effect
als gevolg van de vezeleffectiviteit en het LEFM size-effect.
Holistisch size-effect
Bij het holistisch size-effect gaat het om het samenwerkend
geheel van verscheidene oorzaken tegelijk. In het onderzoek
naar dit effect zijn proefstukken van 120 × 30 × 10 mm 3 en
360 × 90 × 30 mm 3 getest met een vierpuntsbuigproef (fig. 3).
Hierbij zijn de proefstukken geproduceerd met hun uiteinde -
lijke hoogte (dun gestort). De gemeten materiaalparameters
zijn de buigtreksterkte en de rekcapaciteit.
Vezeleffectiviteit
In theorie zou bij proefstukken, met een vezellengte groter of in
minieme mate kleiner dan de elementdikte van het proefstuk,
een tweedimensionale oriëntatie van de vezels kunnen optreden
door het Wall-effect. Door dit effect zullen de vezels zich uitlij -
nen langs het bekistingsoppervlak. Bij een aanzienlijk grotere
ratio van de elementdikte en vezellengte zal in theorie een meer
driedimensionale vezeloriëntatie ontstaan, waardoor de vezels
minder effectief zijn in vergelijking met de tweedimensionale
oriëntatie.
In het onderzoek naar het size-effect als gevolg van de vezel-
effectiviteit zijn wederom proefstukken van 120 × 30 × 10 mm 3
in een vierpuntsbuigproef getest. Hierbij zijn de buigtreksterkte
en de rekcapaciteit gemeten. Deze proefstukken zijn geprodu -
ceerd door eerst een kubus van 150 × 150 × 150 mm 3 te storten
waaruit de proefstukken in een specifiek patroon zijn gezaagd
(fig. 4). Hierdoor zou naar verwachting de vezeloriëntatie
aanzienlijk worden beïnvloed.
5 6
5 Voorbeeld van een dunne sectie onder een XPL-filter6 Geometrie van de LEFM-proefstukken met een constante breedte van 0,075 m
s/7
s/3 s/3 s/3
s
Size-eect van SHCC 3 2016
6
7 Spanning-rekdiagram van de 120 × 30 × 10 mm 3 proefstukken (zes proeven) 8 Spanning-rekdiagrammen van de 360 × 90 × 30 mm 3 proefstukken (vier proeven)
7
8
18
16
14
12
10
8
6
4
2
0
18
16
14
12
10
8
6
4
2
0
spanning [Mpa]
spanning [Mpa]
rek [?]
rek [?]
0 1 2 \
3 4 \
5
Wederom zijn de proefstukken in een vierpuntsbuigproef
getest en zijn de buigtreksterkte en de rekcapaciteit gemeten.
Resultaten
Holistisch size-effect
Figuur 7 en f iguur 8 tonen de spanning-rekdiagrammen van
respectievelijk de 120 × 30 × 10 mm 3 en 360 × 90 × 30 mm 3
proefstukken die zijn gebruikt voor het onderzoek naar het
holistisch size-effect. De buigtreksterkte en rekcapaciteit
daalden met toenemende proefstukgrootte respectievelijk van
13,3 ± 1,5 MPa naar 8,4 ± 0,4 MPa en 3,0 ± 0,5? naar 1,6 ± 0,7?.
Vezeleffectiviteit
Figuur 9 toont het aantal vezels per cm 2 van de op vezeleffecti -
viteit onderzochte proefstukken en figuur 10 toont de vezel-
verdelingscoëfficiënt. Proefstuk ML-008 is het dun-gestorte
proefstuk afkomstig van de experimentele serie bij het holis -
tisch size-effect. De aanduidingen A, B en C staan voor de
oriëntatie van het proefstuk volgens figuur 4 .
Uit de onderzoeksresuktaten blijkt dat de rekcapaciteit en de
buigtreksterkte afloopt in de volgorde: ML, C, B en A. Verder
tonen de proefstukken B een brosse breuk (fig. 11 en 12).
Het blijkt dat het aantal vezels dat het breukvlak doorkruist een
belangrijke parameter is. Hoe meer vezels het breukvlak door -
kruisen, des te hoger de buigtreksterkte en rekcapaciteit van het
proefstuk is. Echter, hierbij is niet de gemiddelde waarde, maar
de verdeling van de parameter maatgevend. Zijn er namelijk
meer breukvlakken met een laag aantal vezels, dan bezitten
deze proefstukken een lagere breuktreksterkte en rekcapaciteit.
Zelfs wanneer in het gehele proefstuk gemiddeld meer door -
kruisende vezels aanwezig zijn.
Het brosse breukgedrag in de proefstukken B kan worden
verklaard doordat er in deze proefstukken stortnaden zijn
ontstaan die orthogonaal zijn georiënteerd ten opzichte van de
trekspanningen. Ter plekke van deze stortnaden is de treksterkte
lager en zullen er minder of vrijwel geen vezels zijn die de
scheuren kunnen overbruggen.
LEFM size-effect
Figuur 13 en f iguur 14 tonen respectievelijk het verloop van
de buigtreksterkte en de rekcapaciteit bij toenemende proef -
stukgrootte D, waarbij D in dit experiment gelijk is aan de
overspanning van het proefstuk.
De theorie van Li e.a. [8] blijkt te kloppen voor de proefstukken
met de drie kleinste overspanningen (0,175 m, 0,35 m en 0,70 m).
Bij deze proefstukken is nauwelijks size-effect zichtbaar op de
buigtreksterkte. Bij een overspanning van 2,1 m is er wel een
sterke daling van de buigtreksterkte. Toch kan deze daling
worden verklaard met de theorie van Li e.a.: de rek-verhardende
tak van het SHCC loopt niet lang genoeg door. Een opmerkelijke
bevinding is dat de rekcapaciteit consistent daalt bij toenemende
overspanningen. Dit is zorgelijk, want SHCC zal niet worden
toegepast om zijn hoge buigtreksterkte, maar om de eigen -
schappen die zowel direct als indirect zijn te relateren aan de
hoge rekcapaciteit. Het onderzoek geeft aanwijzingen dat de
gedaalde rekcapaciteit komt door een toegenomen scheurwijdte,
Size-eect van SHCC 3 2016
7
9 10
11 12
aantal vezels [-]
ML-008 A-001 B-001 C-00\
1 ML-008 A-001 B-001 \
C-001
30
25
20
15
10
5
0
0,8
0,7
0,6
0,5
0,4
0,3
0,2
0,1
0
54,543,532,521,510,50
9 Aantal vezels per cm 2 van het holistisch size-effect (ML-008), en oriëntatie A (A-001), oriëntatie B (B-001) en oriëntatie C (C-001) volgens figuur 4 10 Vezelverdelingscoëfficiënt van de proefstukken van het holistisch size-effect (ML-008), en oriëntatie A (A-001), oriëntatie B (B-001) en oriëntatie C (C-001) volgens figuur 4 11 Enkele discrete scheur van proefstuk B-004, kenmerkend voor een brosse breuk 12 Spanning-rekdiagrammen van de oriëntatie B proefstukken: bros bezwijkgedrag
die niet meer overbrugbaar is door de vezels met een lengte van
8 mm. Vervolgonderzoek zal dit moeten verifiëren.
Conclusies
- Uit het onderzoek naar het holistische size-effect is gebleken
dat bij een relatief kleine geometrische opschaling van een
SHCC-element de buigtreksterkte en rekcapaciteit dalen.
Wordt een proefstuk van 120 × 30 × 10 mm 3 opgeschaald tot
360 × 90 × 30 mm 3, dan daalt de buigtreksterkte en rekcapaci -
teit met respectievelijk gemiddeld 37% en 47%.
- Door een dun-gestort proefstuk te vergelijken met een proef -
stuk van gelijke grootte, maar gezaagd uit een groot SHCC-
blok, is de vezeleffectiviteit (vezeloriëntatie en -verdeling)
bestudeerd. Het blijkt dat het aantal vezels dat het breukvlak
doorkruist een belangrijke parameter is. Echter, hierbij is niet
de gemiddelde waarde, maar de distributie van de parameter
over het proefstuk maatgevend. Zijn er namelijk meer breuk -
vlakken met een laag aantal vezels, dan bezitten deze proef -
stukken een lagere breuktreksterkte en rekcapaciteit. Zelfs als
er in het proefstuk per breukvlak gemiddeld meer vezels
doorkruisen. Verder kunnen door een stortnaad zwakke
vlakken ontstaan, waar gelijktijdig minder vezels het breuk -
vlak doorkruisen. Het is zelfs mogelijk dat hierdoor het
SHCC-proefstuk bros breukgedrag vertoont.
- Het LEFM size-effect is een bekend fenomeen in normaal
(gewapend) beton. Onderzoek in het verleden heeft aange -
toond dat SHCC, in tegenstelling tot beton, geen significant
LEFM size-effect vertoont. In deze thesis zijn balken met
variërende overspanningen (0,175, 0,35, 0,70 en 2,1 m)
onderzocht. Gebleken is dat bij de drie kleinste type balken
geen significante daling in de buigtreksterkte plaatsvindt.
Echter, de balk met een overspanning van 2,1 m toonde een
sterke daling (f ig. 13 ). Dit kan hoogstwaarschijnlijk worden
verklaard door een toenemende scheurwijdte die niet meer
kan worden overbrugd met de vezels van geringe lengte.
Naast de buigtreksterkte is ook de rekcapaciteit onderzocht.
Het blijkt dat de rekcapaciteit bij elke toename van de proef -
stukgrootte sterk afneemt ( fig. 14 ). Dit is zeer relevant, want
0 1 2 \
3 4 \
rek [?]
spanning [Mpa]
vezelverdelingscoëfficiënt [-]
Size-eect van SHCC 3 2016
8
men past SHCC niet toe vanwege de buigtreksterkte maar om
zijn hoge rekcapaciteit.
Aanbevelingen
Eerder onderzoek stelt dat er geen size-effect is van SHCC
met betrekking tot de buigtreksterkte [8]. Voor een materiaal
als beton, waarbij de buigtreksterkte een kritieke parameter is,
kan worden gesteld dat vervolgonderzoek niet noodzakelijk
is. Echter, onderhavig onderzoek heeft aangetoond dat het
size-effect van SHCC op een andere manier moet worden
onderzocht dan dat van normaal beton. In vergelijking met
normaal beton is aangetoond dat er een additionele oorzaak
is van het size-effect en dat de rekcapaciteit een belangrijke
parameter is die moet worden onderzocht. Maar er zijn nog
vragen onbeantwoord: Wat is het effect van het size-effect op
het scheurenpatroon? Zijn er mogelijkheden de size-effecten
te minimaliseren? Zo niet, hoe kan in de ingenieurspraktijk
het size-effect worden gekwantificeerd? ?
? LITERATUUR
1 Li, V.C., Wu, C., Wang, S., Ogawa, A., Saito, T., Interface tailoring for strain-
hardening polyvinyl alcohol-engineered cementitious composite
(PVA-ECC). ACI Materials Journal 99(5), 2002.
2 Ba?ant, Z.P., Size-effect on structural strength: a review. Archive of
applied Mechanics 69 (9-10), pp. 703-725, 1999.
3 Ba?ant, Z.P., Planas, J., Fracture and size-effect in concrete and other
quasibrittle materials, Vol. 16, CRC press, 1997.
4 Schindelin, J., Arganda-Carreras, I., Frise, E., Kaynig, V., Longair, M.,
Pietzsch, T., et al., Fiji: an open-source platform for biological-image
analysis. Nature methods 9 (7), pp. 676-682, 2012.
5 Preibisch, S., Saalfeld, S., Tomancak, P., Globally optimal stitching of
tiled 3D microscopic image acquisitions. Bioinformatics 25(11),
pp. 1463-1465, 2009.
6 Hall, M., Frank, E., Holmes, G., Pfahringer, B., Reutemann, P., Witten, I.H.,
The WEKA Data Mining Software: An Update. SIGKDD Explorations
Volume 11, Issue 1, 2009.
7 Ba?ant, Z.P., Planas, J., Fracture and Size-effect in Concrete and Other
Quasibrittle Materials. Boca Raton: CRC Press 1998.
8 Lepech, M., Li, V.C., Size-effect in ECC structural members in flexure.
Proc., FRAMCOS-5, Colorado, Eds. VC Li et al, pp. 1059-1066, 2004.
log (D)
log (D)
buigtreksterkte [Mpa]
rekcapaciteit [?]
13
14
2,2 2,4 2,6 \
2,8 3 \
3,2 3,4
2,2 2,4 2,6 \
2,8 3 \
3,2 3,4
10
8
6
4
2
0
35
30
25
20
15
10
5
0
13 Buigtreksterkte afgezet tegen de logaritme van proefstukgrootte D 14 Rekcapaciteit afgezet tegen de logaritme van proefstukgrootte D
Size-eect van SHCC 3 2016
Reacties