In de discussie over taken en verantwoordelijkheden van de constructeur speelt prefabengineering een belangrijke rol. Ondanks goede pogingen de verantwoordelijkheden scherper te krijgen, is het in de praktijk lang niet altijd duidelijk wie welk deel van deze ngineering voor zijn rekening moet nemen. Dit komt door onduidelijke en/of onvolledige afspraken tussen opdrachtgever, constructeur, aannemer en leverancier, met ellenlange discussies en vertragingen in het bouwproces tot gevolg. De redactie van Cement ging samen met Cees Kleinman en René Sterken in gesprek met Peter van den Bosch van Hoco Beton uit Weert. Bekijk ook het document Criteria 73. Eerder in deze serie verschenen:De nieuwe constructeur 1 - Cees KleinmanDe nieuwe constructeur 2 - Remko WiltjerDe nieuwe constructeur 3 - Rene SterkenDe nieuwe constructeur 4 - Rene SterkenDe nieuwe constructeur 5 - Pim Peters
De nieuwe constructeur (6)2201182De nieuweconstructeur (6)In de discussie over taken en verantwoordelijkheden van deconstructeur speelt prefabengineering een belangrijke rol.Ondanks goede pogingen de verantwoordelijkhedenscherper te krijgen, is het in de praktijk lang niet altijd duide-lijk wie welk deel van deze engineering voor zijn rekeningmoet nemen. Dit komt door onduidelijke en/of onvolledigeafspraken tussen opdrachtgever, constructeur, aannemer enleverancier, met ellenlange discussies en vertragingen in hetbouwproces tot gevolg. De redactie van Cement ging samenmet Cees Kleinman en Ren? Sterken in gesprek met Peter vanden Bosch van Hoco Beton uit Weert.1Visie van de prefab-betonindustrieDe nieuwe constructeur (6) 22011 83Het is al langer duidelijk dat het van groot belang is taken enverantwoordelijkheden omtrent prefabengineering eenduidigvast te leggen. In bijlage 8 van de Criteria 73/06, een documentdat in overleg met de industrie is opgesteld, staan zeven catego-rie?n die aangeven hoe ver de verantwoordelijkheden van deleverancier kunnen gaan (zie kader). Die categorie?n lopen opvan een zeer lage verantwoordelijkheid (categorie 1) naar eenzeer hoge verantwoordelijkheid (categorie 7).Grijze gebiedenHet werken met deze categorie?n is een hele vooruitgang. Tochis de indeling nog niet voor iedereen even duidelijk. "De inde-ling wordt niet altijd goed ge?nterpreteerd. Daardoor ontstaangrijze gebieden. Het knelpunt zit vaak in categorie?n 4 en 5."Zo komt het voor dat in het bestek staat dat het prefab betonvolgens categorie 5 moet worden geleverd maar dat de aanne-mer in categorie 3 inkoopt. Soms blijkt ook dat de hoofdcon-structeur alleen opdracht heeft voor het maken van een globaalconstructief ontwerp en dat dat niet aansluit op categorie 5.Belangrijke onderdelen zitten daardoor in niemands opdracht;zaken als samenhang worden niet uitgezocht. Dit probleemveroorzaakt vaak vertraging.Wat bij categorie 5 wel of niet onder de verantwoordelijkheidvan de leverancier valt is ook niet altijd helder. Zo is hetvolgens Van den Bosch een misvatting dat bij levering in cate-gorie 5, de leverancier ook alle koppelingen moet ontwerpen."Dit is niet aan de orde. De leverancier moet in dat geval alleende door of namens de opdrachtgever gemaakte ontwerpdetailsnader uitwerken. Door deze misvatting komt de engineeringonder tijdsdruk te staan. In de praktijk komt het er vaak opneer dat de leverancier, in het belang van de voortgang, dedetails dan zelf gaat ontwerpen. Hiermee is echter in de tijdgeen rekening gehouden. Maar het is in feite geen echt alterna-tief. Mede hierdoor en door de hieruit volgende verhoogdeverantwoordelijkheid, heeft categorie 5 geen goede naamgekregen en proberen veel leveranciers deze categorie te omzei-len. Voor de hoofdconstructeur geldt vermoedelijk hetzelfde.Ook deze partij heeft vanwege de tijd geen belang bij hetuitvoeren van de engineering conform categorie 5."SamenhangJe kunt je afvragen of het voor complexe gebouwen ?berhauptwel verstandig is dat een leverancier hoger dan categorie 3aanbiedt. De hoofdconstructeur `kent' het gebouw constructiefals geen ander. Als een prefableverancier de engineeringuitvoert, moet hij gegevens uit de stabiliteits- en gewichtsbere-kening van de hoofdconstructeur herleiden. Maar die informa-tieoverdracht is niet altijd even transparant. Het is ook lastigom uit complexe berekeningen die de constructeur aanlevert dejuiste gegevens te halen. "Wij vragen dan ook vaak, ter voorko-ming van misvatting, om een volledige vertaling van de externesamenhang in ??n tekening," aldus Van den Bosch.1 Stadion Euroborg in Groningenfoto: Michiel Huizing2 H-Pier Schiphol in aanbouwfoto: HOCO Beton1 Certificaathouder fabriceert volgens opgave van de opdrachtgever.2 Certificaathouder maakt zelf detailtekeningen op basis van toegeleverdeberekening.3 Certificaathouder maakt zelf tekeningen en berekeningen van een of meerindividuele elementen, zonder rekening te houden met het samenstel waarinde elementen terecht kunnen komen (bijv. voorraadproducten).4 Certificaathouder maakt zelf tekeningen en berekeningen van zowel elemen-ten als het samenstel daarvan in ??n vlak (bijv. vloeren zonder schijfwerking).5 Certificaathouder maakt zelf tekeningen en berekeningen van zowel elemen-ten als het samenstel daarvan. Dit samenstel maakt onderdeel uit van dehoofddraagconstructie.6 Certificaathouder maakt berekeningen en tekeningen van een volledigcasco, al dan niet inclusief fundering.7 Certificaathouder neemt het hele bouwwerk aan.Opgemerkt wordt dat de KIWA-certificering loopt t.m. categorie 4.2De nieuwe constructeur (6)2201184over de maakbaarheid ervan. Zo zien we bijvoorbeeld gainesdie niet passen of lasplaten die onmogelijk zijn te realiseren."De oorzaak hiervan zit veelal in het ontbreken van goede prin-cipedetails. Het opstellen en dimensioneren daarvan hoort inde opdracht van de hoofdconstructeur te zitten; maar dat iszelden het geval, of deze is zich daar niet van bewust.Als er iets mis is kunnen de gevolgen groot zijn. Technisch kanhet meestal wel worden opgelost, dat is het probleem niet. Hetdaadwerkelijke probleem is de vertraging. De kosten diedaarmee zijn gemoeid, zijn vaak enorm, tot meer dan een veel-voud van het honorarium van de constructeur. Er ontstaat daneen juridisch steekspel waarop niemand zit te wachten.OpdrachtgeversVeel lijkt terug te voeren op een te beperkte opdracht voor dehoofdconstructeur. Opdrachtgevers weten vaak niet voldoendewat de opdracht aan de constructeur feitelijk inhoudt. Ook debouwmanagementbureaus zijn debet aan verschraling van dezeopdrachten. Die denken een goeie zaak te hebben gedaan als zegeld hebben kunnen besparen op het constructieadvies. Maarze beseffen niet dat het risico daarmee enorm oploopt. Zemoeten zich realiseren dat de totale kostprijs de som is vanprijs en risico. Faalkosten in de ruwbouw lopen op tot 15% vande investeringskosten. En dat terwijl de ruwbouwkosten zelfslechts ongeveer 15% zijn van de totale investeringskosten. Dieruwbouw wordt in sommige gevallen feitelijk dus wel twee keeruitgegeven.Als je het werk goed voorbereidt kunnen deze faalkostenaanzienlijk worden beperkt. In aanvang kost dit wellicht watmeer. Zo zou om een goede voorbereiding mogelijk te makenhet honorarium van een constructeur gewoon moeten wordenverdubbeld. Zelfs dan stelt dat honorarium nog steeds nauwe-lijks iets voor, want we hebben het dan over een verhoging van1% naar 2% van de investeringskosten.En als er dan iets mis is in een werk wordt vaak geprobeerd dit teverhalen op de constructeur. Bijvoorbeeld omdat hij in zijnopdracht geen goede principedetails heeft `kunnen' maken. Maarook omdat hij het werk niet goed heeft gecontroleerd. Echter,een constructeur moet volgens zijn opdracht meestal alleencontroleren op constructieve uitgangspunten, gehanteerde belas-tingen en daarnaast hooguit nog ??n enkele streekproef nemen.Fouten zijn daardoor nauwelijks te onderscheppen.De aansprakelijkheid neerleggen bij de constructeur is dan ooknauwelijks goed te praten. Zijn honorarium staat in geen enkeleverhouding tot het risico. Het is lager dan de premie die nodigis om het werk te verzekeren. Vergelijk het met de bouwma-nagementbureaus: die hebben geen enkele aansprakelijkheid enontvangen het vijf- tot zevenvoudige.Momenteel wordt gewerkt aan een verbeterde criteria-indeling.De huidige indeling blijkt immers regelmatig tot discussie teleiden. In de praktijk wordt nu vaak, v??rdat de engineeringstart, gesproken over de interpretatie van de diverse categorie?nen worden op dat moment concrete afspraken gemaakt.PrincipedetailsDe spanning tussen constructeur en leverancier betreft nietalleen de gaten in de opdrachtverstrekking. Ook krijgenconstructeurs dikwijls het verwijt fouten te maken in hetontwerp van de prefab. "Een prefabgebouw vraagt om eenprefabontwerp. En dat houdt meer in dan het opknippen vaneen draagconstructie in elementen. De detaillering is van grootbelang, daar is vaak niet voldoende over nagedacht. Vooral niet"Een prefabontwerp houdt meer in dan hetopknippen van een draagconstructie inelementen"3De nieuwe constructeur (6) 22011 853 Over de detaillering is vaak nietvoldoende nagedacht foto: BFBN4 Een van de problemen is vaakhet ontbreken van goede prin-cipedetails foto: BFBNpraktijk wordt vaak (te) lang gewacht met de definitieve selec-tie. De tijd die dan nog resteert is vaak te kort voor een goedeengineering. Een aannemer zou op voorhand een leveranciermoeten selecteren met wie hij het werk wil doen. Die leveran-cier moet hij dan ook correct behandelen. Die moet er bijvoor-beeld zeker van zijn dat als het werk voor de aannemer door-gaat, hij het werk dan ??k krijgt. Het moet niet zo zijn dat eenander er met de slimmigheden vandoor gaat. En prijsstellinghoeft ook het probleem niet te zijn. Als je goed met elkaarsamenwerkt en er onderling vertrouwen is, krijg je ook eengoeie prijs. En die hoeft niet de allerlaagste te zijn."Nog beter is het als je een leverancier meeneemt in een bouw-team. Dan kan een constructeur met een leverancier samen alin een vroeg stadium werken aan goede en maakbare oplossin-gen. Je voorkomt ook dat in het bestek oplossingen wordengegeven die volgens de uiteindelijke leverancier minder handigzijn, waardoor er mogelijk weer een hoop moet worden aange-past. Het probleem hiervan is dat dit weer tijd kost; tijd die ereigenlijk niet meer is omdat de uitvoeringsperiode inmiddels isingegaan.Constructeurs worden niet gestimuleerd een volledigeopdracht aan te bieden want dat doen zijn collega's ook niet. Enomdat meestal op prijs wordt geselecteerd, moet hij meezak-ken, wil hij kans maken het werk te krijgen. Dus biedt hijminder aan en probeert dat later terug te verdienen met meer-werk. Van den Bosch herkent zich goed in deze probleem-schets, die feitelijk overeenkomt met de situatie in de prefab-markt: "In de gegevens die worden gehanteerd als basis voorprijsaanbieding, zijn vaak vooraf al probleemgebieden teonderkennen. Als je correct zaken wilt doen moet je dezezaken melden. Maar hiermee zou je de kans verkleinen tenopzichte van een collega-fabrikant die niets meldt. In dehuidige markt wordt correct zaken doen er dan ook nieteenvoudiger op."SamenwerkingEr zou altijd een prijs moeten worden betaald waarmee hetwerk goed gedaan kan worden. Van den Bosch: "Uiteindelijkmoeten we af van de selectie op prijs. Een oplossing zou zijn deprefableverancier al vroeg in het proces te betrekken. In de"In de huidige markt wordt correctzaken doen er niet eenvoudiger op""Uiteindelijk moeten we afvan de selectie op prijs"4De nieuwe constructeur (6)22011865 Elementen voor desuikersilo's in Halfwegfoto: HOCO BetonVan den Bosch: "Wij werken zelf ook met co-makers. Zomaken we mallen zelf maar kopen we ze ook in. We makenwapening zelf en kopen het in, doen engineering zelf en beste-den het uit, monteren zelf en besteden het uit. Die uitbestedingdoen we aan vaste partijen. Al tijdens de prijsvorming benade-ren we hen. En als het werk doorgaat hebben deze partijen100% garantie dat ze ook mogen leveren. Op deze manier weetje wat je van elkaar kunt verwachten. Het gaat hierbij omvertrouwen. Leveranciers maken er geen misbruik van. Diezullen alles doen om goede technische oplossingen te zoekenen zullen altijd een redelijke prijs afgeven want zij willen eengoede samenwerking onder geen beding kwijt."Zo blijkt dat een prefableverancier grotendeels hetzelfde tegende problematiek aankijkt. De meeste mensen weten ook wel dathet beter moet. Maar het wachten is tot er daadwerkelijk ietsgebeurt. Cees KleinmanRen? SterkenJacques LinssenEen ander aandachtspunt in de samenwerking tussen aannemeren leverancier is de zekerheid of die leverancier de verwachtemeerwaarde kan geven. Dat met de oplossingen die hij aanbiedtgeld kan worden bespaard. Want uiteindelijk wordt de aanne-mer bij aanbesteding ook afgerekend op prijs. Als concurrentenwel voor de leverancier met de laagste prijs gaan is hij het werkkwijt. Dat die laagste prijs aan het eind van de rit wellicht met30% wordt overschreden, is tijdens de aanbesteding voor de(gedelegeerd) opdrachtgevers schijnbaar geen punt.Dat geldt vooral bij bestekswerken. Bij nieuwe contractsvormenals Design&build is co-makership eenvoudiger te realiseren.Dan is het makkelijker leveranciers al vroeg aan tafel te krijgen.Leveranciers willen dat dan ook wel. Mits er een redelijke kansbestaat dat de aannemer het project ook daadwerkelijk krijgt.Ook hier zal door intensieve en open samenwerking tussenaannemer en leverancier, een door de praktijk gesteundvertrouwen ontstaan.5Criteria 73/06Een link naar het documentCriteria 73 is beschikbaarop www.cementonline.nl.
Reacties